Van een dehumaniserende naar een meer humaniserende taal in de psychiatrie

Een pleidooi voor een relationele, empowermentgerichte en medemenselijke benadering van psychisch lijden

Een duif in een kooi in een boom. Een gekooide duif in een boom, al is die nog zo mooi, is daar niet op zijn plek.

De psychiatrie bevindt zich op een kantelpunt. In een tijd waarin steeds meer mensen worstelen met psychisch lijden, groeit ook het besef dat de traditionele, medische benadering tekortschiet. Diagnoses, stoornismodellen en medicamenteuze interventies vormen nog steeds het fundament van de gangbare praktijk, maar roepen tegelijkertijd fundamentele vragen op over effectiviteit, menswaardigheid en ethiek. Is psychisch lijden werkelijk het gevolg van defecten in de hersenen, of weerspiegelt het eerder relationele, sociale en existentiële worstelingen?

Door Luuk L. Westerhof, MSc – 8 mei 2025

Het debat over de rol van taal, macht, medisch denken en relationele benadering binnen de geestelijke gezondheidszorg is niet nieuw. Al in de jaren zestig bekritiseerde Thomas Szasz (1960) het concept van ‘geestesziekte’ als een sociaal construct dat vooral diende om afwijkend gedrag te controleren. Michel Foucault (1961/2006) liet in Geschiedenis van de waanzin zien hoe ‘waanzin’ historisch is geconstrueerd door instituties als een vorm van uitsluiting en disciplinering.

Ook hedendaagse critici zoals Robert Whitaker (2010), Peter Gøtzsche (2015), Trond Aarre (2020) en Jim van Os (2014, 2016) tonen aan dat het huidige stoornismodel de menselijke ervaring tekortdoet. Van Os stelt dat we moeten afstappen van diagnoses zoals ‘schizofrenie’, ten gunste van een persoonlijke diagnostiek en herstelgerichte benadering. Hij wordt hierin gesteund door theoretici zoals Gabor Maté, Bessel van der Kolk en Peter Levine.

In dit artikel bepleiten we een paradigmaverschuiving: van een dehumaniserende naar een humaniserende taal en praktijk in de psychiatrie. Door inzichten uit neurobiologie, traumatherapie, dialogische therapieën en kritische psychiatrie samen te brengen, tonen we aan hoe de zorg voor psychisch lijden fundamenteel anders én menselijker kan.

De macht van taal in de psychiatrie

Taal is nooit neutraal. De manier waarop we spreken over psychisch lijden – als ‘stoornissen’, ‘aandoeningen’ of ‘ziektes’ – beïnvloedt hoe we de mens achter de symptomen waarnemen. Michel Foucault (1972) wijst erop dat elke vorm van kennisproductie – ook in de psychiatrie – samenhangt met machtsstructuren. Diagnoses produceren geen neutrale kennis, maar sociale posities: wie is ziek, wie heeft macht, wie bepaalt?

Jim van Os (2014) bekritiseert de DSM-classificaties omdat ze mensen reduceren tot statische labels. Hij pleit voor persoonlijke diagnostiek en herstelondersteunende zorg. Gabor Maté (2011) benadrukt dat psychische klachten vaak verband houden met onverwerkt trauma en gebrek aan verbinding.

Een nieuwe taal vraagt om het loslaten van de expertpositie en het omarmen van niet-weten, zoals Harlene Anderson (1997) stelt. Haar dialogische benadering – waarbij de cliënt medeproducent is van betekenis – sluit hier naadloos op aan. Zoals Kenneth Gergen (2009) schrijft: betekenis ontstaat in relatie, niet in isolatie.

De gevolgen van de medisch-pathologiserende benadering

De medische benadering heeft geleid tot een sterke nadruk op classificatie, medicatie en symptoomonderdrukking. Robert Whitaker (2010) toont in Anatomy of an Epidemic aan dat langdurig medicatiegebruik kan bijdragen aan verslechtering in plaats van verbetering. Peter Gøtzsche (2015) beschrijft hoe de farmaceutische industrie de psychiatrie heeft beïnvloed via misleiding en belangenverstrengeling.

Deze pathologisering leidt tot stigmatisering, uitsluiting en chronificering. In plaats van herstel bevorderen veel zorgsystemen afhankelijkheid. Jim van Os (2016) pleit voor het afschaffen van de term ‘schizofrenie’ en het erkennen van psychisch lijden als normaal menselijk proces.

De noodzaak van een relationele omslag

De omslag naar een relationele benadering betekent dat psychisch lijden begrepen wordt als iets dat ontstaat in interactie. Jaakko Seikkula’s Open Dialogue-methode biedt hier een concreet model voor. In deze benadering vinden er gesprekken plaats met alle betrokkenen, zonder vooraf vaststaand behandelplan. Alles ontstaat in dialoog.

Stephen Porges’ polyvagaaltheorie (2011) toont aan dat veiligheid en verbondenheid fundamenteel zijn voor regulatie van het zenuwstelsel. Bessel van der Kolk (2014) benadrukt dat trauma herstel nodig heeft via nieuwe, veilige relaties.

Van pathologie naar salutogenese, fortigenese en empowerment

Aaron Antonovsky’s (1987) concept van salutogenese richt zich op gezondheid in plaats van ziekte. Wat maakt dat mensen ondanks moeilijkheden toch gezond blijven? Fortigenese – het versterken van krachten – en empowerment staan hierbij centraal.

Trond Aarre (2020) en Jim van Os (2016) stellen dat psychiatrie zich moet richten op hoop, betekenis en verbondenheid. In herstelondersteunende zorg werken cliënten, ervaringsdeskundigen en hulpverleners samen aan zinvolle doelen.

Bovenstaande video is te bekijken op YouTube. Dit programma heeft een functie waarin er automatisch ondertiteld wordt (icoon ondertiteling rechtsonder). Als dit actief is, kun je bij instellingen (icoon instellingen rechtsonder) ondertiteling op Nederlands zetten. De zinnen zullen enigszins verhaspeld worden maar maken het mogelijk om de paneldiscussie te volgen met Nederlandstalige ondertiteling.

Van expertmodel naar samenwerking en co-creatie

Harlene Anderson (1997) stelt dat professionals hun ‘wetende positie’ moeten loslaten. Therapie wordt een gedeeld proces van betekenisgeving. Tom Andersen (1991) voegt daar het reflecterende team aan toe: hulpverleners die openlijk reflecteren in het bijzijn van de cliënt, om transparantie en gelijkwaardigheid te bevorderen.

Deze benaderingen sluiten aan bij Jaakko Seikkula’s Open Dialogue, waarin samen betekenis gegeven wordt aan ervaring zonder vooraf bepaalde interpretatie. Kenneth Gergen (2009) noemt dit ‘relationeel zijn’: identiteit en werkelijkheid worden samen gecreëerd.

Van dwang en macht naar dialoog en gelijkwaardigheid

Foucault (1977) toont aan dat psychiatrie niet losstaat van macht. Dwangopname, medicatie zonder toestemming, en isolatiekamers zijn hier voorbeelden van. Critici zoals Gøtzsche (2015) en Szasz (1960) wijzen op het ethische falen van een systeem dat mensen behandelt als objecten.

Een humaniserende psychiatrie vraagt machtsdeling (gedeelde verantwoordelijkheid). In dialogische zorgmodellen wordt de cliënt niet als ‘object van behandeling’ gezien, maar als volwaardig deelnemer. Anderson & Goolishian (1992) benadrukken het belang van gelijkwaardige dialogen waarin wederkerigheid centraal staat.

Voorwaarden voor een humaniserende psychiatrie

Voorwaarden zijn onder meer:

  • Taalvernieuwing (Van Os, 2016; Anderson, 1997)
  • Relationeel werken (Seikkula, 2003; Andersen, 1995)
  • Ervaringsdeskundigheid integreren
  • Trauma- en lichaamsgerichte benaderingen (Van der Kolk, 2014; Levine, 1997)
  • Macht delen in zorgstructuren (Foucault, 1977; Maté, 2011)

Conclusie

Het huidige psychiatrisch paradigma – gestoeld op het medische model, hiërarchische expertise en biologische determinatie – is in toenemende mate onderwerp van fundamentele kritiek. Wat nodig is, is een diepgaande transformatie: van een dehumaniserend systeem naar een humaniserende, dialogische praktijk.

Zoals Kenneth Gergen (2009) stelt, is betekenis een relationele constructie. Dat betekent ook dat herstel plaatsvindt tussen mensen, in ruimte die veilig, responsief en open is. De psychiatrie van de toekomst zal of relationeel zijn – of zij zal haar menselijkheid verliezen.

***Deze blog verscheen voor het eerst op Mad in the Netherlands, 8 mei 2025***

Mad in the Netherlands presenteert blogs van een diverse groep schrijvers. Deze berichten zijn bedoeld als een openbaar forum voor discussie over de psychiatrie en haar behandelingen. De geuite meningen zijn die van de schrijvers zelf.

Literatuurlijst

Andersen, T. (1991). *The reflecting team: Dialogues and dialogues about the dialogues*. Norton.

Andersen, T. (1995). Reflecting processes; acts of informing and forming: You can borrow my eyes, but you must not take them away from me! In S. Friedman (Ed.), *The reflecting team in action* (pp. 11–37). Guilford Press.

Anderson, H. (1997). *Conversation, language, and possibilities: A postmodern approach to therapy*. Basic Books.

Anderson, H., & Goolishian, H. (1992). The client is the expert: A not-knowing approach to therapy. In S. McNamee & K. Gergen (Eds.), *Therapy as social construction* (pp. 25–39). Sage.

Antonovsky, A. (1987). *Unraveling the mystery of health: How people manage stress and stay well*. Jossey-Bass.

Aarre, T. (2020). *Manifest for psykisk helsevern*. Samlaget.

Foucault, M. (1977). *Discipline and punish: The birth of the prison*. Vintage Books.

Foucault, M. (2006). *Geschiedenis van de waanzin in de zeventiende eeuw* (Oorspr. 1961). Boom.

Gergen, K. J. (2009). *Relational being: Beyond self and community*. Oxford University Press.

Gøtzsche, P. C. (2015). *Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad: Hoe de farmaceutische industrie de gezondheidszorg heeft gecorrumpeerd*. Lemniscaat.

Levine, P. A. (1997). *Waking the tiger: Healing trauma*. North Atlantic Books.

Maté, G. (2011). *When the body says no: Exploring the stress-disease connection*. Wiley.

Porges, S. W. (2011). *The polyvagal theory: Neurophysiological foundations of emotions, attachment, communication, and self-regulation*. Norton.

Seikkula, J., & Olson, M. E. (2003). The open dialogue approach to acute psychosis: Its poetics and micropolitics. *Family Process*, 42(3), 403–418.

Seikkula, J., Alakare, B., & Aaltonen, J. (2006). Open Dialogue in psychosis I: An introduction and case illustration. *Journal of Constructivist Psychology*, 19(3), 161–181.

Szasz, T. (1960). The myth of mental illness. *American Psychologist*, 15(2), 113–118.

Van der Kolk, B. A. (2014). *The body keeps the score: Brain, mind, and body in the healing of trauma*. Viking.

Van Os, J. (2014). *De DSM-5 voorbij: Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ*. LannooCampus.

Van Os, J. (2016). *We zijn God niet: Pleidooi voor een nieuwe psychiatrie*. Balans.

Whitaker, R. (2010). *Anatomy of an epidemic: Magic bullets, psychiatric drugs, and the astonishing rise of mental illness in America*. Crown Publishing.

Vorig artikelLichaamswerk: “Mijn eerste keer van ontspannen en loslaten was daar”