Hersen(mede)delingen

Disclaimer

Mad in the Netherlands (MIA Global) geeft geen medisch advies met deze bronsectie en doet geen aanbevelingen met betrekking tot behandeling. Mad in the Netherlands wil mondiale informatie over psychiatrie toegankelijk en vindbaar maken in het kader van geïnformeerde toestemming. Wij wijzen u erop dat Mad in the Netherlands (MIA Global) niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inhoud van de externe websites.

Door Monique Timmermans – 1 oktober 2022

Het biopsychosociaal model gaat er vanuit dat het menselijk functioneren, niet alleen bepaald wordt door biomedische aspecten, maar ook door psychologische en sociale factoren. Allen zijn medebepalend in ziekte en herstel. De kwartaalthema’s over ACE’s en het onderbuikgevoel onderschrijven dit beeld. Veel onderzoek binnen de psychiatrie richt(te) zich, bij het zoeken naar oorzaken en oplossingen van psychische klachten, op de hersenen. Te vaak, zoals uit het kwartaalthema Anatomy of an Industry bleek, zijn deze onderzoeken beïnvloedt door inmenging van de industrie. Hoewel abnormale gebeurtenissen en stressvolle omgevingsfactoren op ons welzijn van belang zijn, zullen we niet ontkennen dat de hersenen ook een rol spelen. Daarom gaat dit kwartaalthema over het brein. Dit is een grijs gebied zodat we er geen zwart-wit beeld over hoeven te schetsen. We verdiepen ons vooral in de hersenhelften.

Historisch overzicht van onderzoek naar linker- en rechterhersenhelft

Onze nasale luchtwegen zorgen dat de lucht die via neusademhaling naar binnen komt, bevochtigd en verwarmd wordt ter voorkoming van irritatie en droogte om zo de longen te beschermen. Dit proces kost veel energie. Daarom nemen de neusgaten om de beurt in cycli dat werk voor hun rekening. Het autonome zenuwstelsel bepaalt door welk neusgat iemand ademt. Dit fenomeen wordt de nasale cyclus genoemd. Uit dit onderzoek (1983) bleek dat als het rechterneusgat het meest open staat, de EEG-activiteit groter is in de linkerhersenhelft en zo ook andersom. Doordat de nasale cyclus wisselt in de loop van de dag, kun je als je wilt weten welke hersenhelft op dit moment bij jou actiever is bij jezelf nagaan welk neusgat nu het meest ‘open’ voelt. Op basis van de uitkomst van dit onderzoek werd er een verband gevonden tussen cerebrale dominantie (meest actieve hersenhelft) en het autonome zenuwstelsel (automatische processen). Onze hersenen omvatten grote hersenen (cerebrum), kleine hersenen (cerebellum) en de hersenstam. De grote hersenen zijn gesplitst in twee vergelijkbare hemisferen, gescheiden door de diepe longitudinale spleet. De linkerhersenhelft regelt de beweging aan de rechterkant van het lichaam en de rechterhersenhelft bestuurt de linkerkant van het lichaam. Met asymmetrie van de hersendelen worden zowel neuro-anatomische verschillen (bouw van zenuwstelsel) aangeduid als verschillen in lateralisatie van hersenfuncties. Lateralisatie is de neiging om sommige neurale functies of cognitieve processen bij voorkeur vanuit een specifiek hersendeel te besturen.

Lateralisatie van hersenfuncties

Franz Joseph Gall, een Duitse neuroanatomist en fysioloog, beschreef in 1796 voor het eerst over lokalisatie (lateralisatie) van hersenfunctie. Hij had de hersenen in 27 secties verdeeld die overeenkwamen met bepaalde gedragingen en eigenschappen die hij “fundamentele vermogens” noemde. Zie onderstaande inspiratie op de originele weergave van Gall door onze illustrator Annemarie van Essen.

De Franse fysioloog Paul Broca leverde rond 1860 bewijs dat de theorieën van Gall ondersteunde. Broca ontdekte dat twee van zijn patiënten die aan spraakverlies leden, soortgelijke beschadigingen hadden in hetzelfde gebied van de linker frontale kwab. Hij stelde ook – ten onrechte – dat in het algemeen een rechtshandige waarschijnlijk een taalspecialisatie in de linkerhersenhelft heeft en vice versa.

In 1873 bestudeerde de Duitse arts Carl Wernicke een patiënt die een beroerte had gehad. Hoewel de man in staat was te spreken en zijn gehoor intact was, kon hij nauwelijks verstaan wat er tegen hem gezegd werd en was hij amper in staat geschreven woorden te begrijpen. Wernicke vond bij deze patiënt, na diens overlijden, een beschadiging in het achterste deel van de temporale kwab van de linkerhersenhelft. Wernicke concludeerde dat dit gebied was betrokken bij spraak verstaan.

De hemisferen communiceren met elkaar via de hersenbalk (corpus callosum) die ongeveer 200 miljoen zenuwuiteinden (axonen) omvat. Allen zijn verbonden met hersencellen die zich aan beide zijden van de hersenbalk bevinden. Via deze verbindingen wordt sensorische (gevoel), cognitieve (denken) en motorische (bewegingen) informatie uitgewisseld tussen de beide hemisferen.

Split-brain-experimenten van Sperry

In de jaren zestig deed Roger Sperry samen met Michael Gazzaniga baanbrekende ‘split-brain’-experimenten. Bij patiënten met zware epilepsie-klachten werd de hersenbalk doorgesneden en daarmee de hoofdstructuur voor communicatie tussen de twee hersenhelften verbroken. Sperry merkte op dat mensen met een doorgesneden hersenbalk geen significant verschil in functie lieten zien ten opzichte van mensen waar de hersenbalk nog intact was. Dit terwijl de hemisferen niet meer met elkaar konden communiceren. Toch waren er opmerkelijke waarnemingen.

Tijdens een onderzoek toonde hij bijvoorbeeld een woord aan één van de ogen. Hij ontdekte dat mensen met een gespleten brein zich alleen het woord konden herinneren dat ze met hun rechteroog zagen. Vervolgens liet Sperry de deelnemers twee verschillende objecten zien, één alleen aan het linkeroog en één alleen aan het rechteroog. Hij vroeg vervolgens te tekenen wat ze zagen. Alle deelnemers tekenden wat ze met hun linkeroog zagen en beschreven wat ze met hun rechteroog zagen. Sperry merkte op dat de linkerhersenhelft spraak kon herkennen en analyseren, terwijl de rechterhersenhelft dat niet kon. Hij concludeerde dankzij zijn vele experimenten, dat de linkerhersenhelft verantwoordelijk is voor taalbegrip en articulatie, terwijl de rechterhersenhelft een woord wel kan herkennen, maar het niet kan uitspreken. De onderzoeksresultaten leken te suggereren dat er volledig gescheiden bewustzijnsstromingen gaande zijn in de twee hersenhelften, die elk hun eigen zelfgevoel behouden, en soms verschillende overtuigingen vertonen. Dit zouden zelfs persoonlijkheden genoemd kunnen worden.

Nadat Sperry hierover publiceerde (1968), veranderde de denkwijze over ons brein. Dit kwam mede door invloed van de media, die een persoon als ‘rechts-of linksbreinig’ gingen bestempelen, afhankelijk van of deze meer creatief (rechtsbreinig) of meer analytisch (linksbreinig) ingesteld was. Maar zoals voorgelezen namens Sperry in zijn Nobel Lecture in 1981 “kunnen kwalitatieve verschuivingen in mentale controle gepaard gaan met boven-onder, voor-achter of diverse andere organisatorische veranderingen, evenals links-rechts verschillen”. Zelf stelde hij het zo zwart-wit dus niet.

Een onderzoeksteam van de Universiteit van Amsterdam, onder leiding van psycholoog Yaïr Pinto, deed vele jaren later een reeks tests bij twee patiënten die een volledige verwijdering van de hersenbalk hadden ondergaan. Hiervan werden de bevindingen in 2017 gepubliceerd in Brain. De groep vond sterk bewijs dat, hoewel gekenmerkt door weinig tot geen communicatie tussen de rechter- en linkerhersenhelft, een gespleten brein géén twee onafhankelijke bewuste waarnemers voortbrengt. Pinto: ‘Onze bevindingen laten zien dat zelfs wanneer de twee hersenhelften volledig van elkaar geïsoleerd zijn, er één bewustzijn is.’

Onderstaand figuur, gemaakt door illustrator Annemarie van Essen, toont het verschil in waarnemingen die Sperry deed (boven) ten opzichte van wat Pinto (onder) waarnam.

In hun conclusie benoemde Pinto’s team een mogelijkheid dat hun resultaten een gevolg waren van het feit dat de chirurgische verwijdering van het corpus callosum bij de patiënten plaatsvond in de leeftijd van 19 en 22 jaar, terwijl de testen 10 tot 16 en 17 tot 23 jaar na de operatie plaatsvonden. Dit maakt aannemelijk dat patiënten op de een of andere manier mechanismen of zelfs structurele verbindingen ontwikkelen om informatie over de hemisferen opnieuw te integreren, vooral wanneer ze in de vroege volwassenheid worden geopereerd. Niettemin blijft dan de merkwaardige eigenschap bestaan dat op de een of andere manier hun waarnemingen wel gespleten blijven. Ieder deel blijft het beste van hun individuele – maar toch verschillende – vermogens benutten. Als het echter gaat om het rapporteren van deze informatie aan de buitenwereld, zijn de resultaten van de perceptuele processen verenigd in één bewustzijn samen met de verbalisatie en controle van het lichaam.

Soms ontbreekt de hersensbalk al bij de geboorte. Men spreekt dan van Corpus Callosum Agenesie. Volgens de website van kinderneurologie ervaart zo’n 70 procent van deze kinderen weinig problemen. Als er wel problemen zijn dan is het meer voorkomend dat de kinderen het moeilijk hebben met het verwerken van meerdere prikkels tegelijkertijd, hetgeen dan kan leiden tot irritatie. Ook het begrijpen van grappen en emoties van andere mensen zou regelmatig lastiger zijn.

Hersenhelft en handigheid

Men stelde soms dat spraak- en taalbegrip voor linkshandigen net als bij rechtshandigen altijd in de linkerhersenhelft zit. Ook deze conclusie bleek te ver te gaan. Bij het gros van de linkshandigen (80% à 85%) is de linkerhersenhelft net zoals bij bijna alle rechtshandigen (95%) dominant voor taalverwerking. Dit betekent dat de besturing van de voorkeurshand en de taalfunctie bij de meeste linkshandigen in verschillende hersenhelften plaatsvindt. Bij vrijwel alle rechtshandigen gebeurt dit vanuit dezelfde linkerhersenhelft. Dit geldt ook voor de overige 15 à 20% linkshandigen, maar dan vinden beiden plaats vanuit de rechterhersenhelft.

Uit een studie uit 2020 van Gerrits, Verhelst, Vingerhoets, onder linkshandigen die rechts taaldominant waren, bleek dat vrijwel alle andere functies bij 80% onder hen ook van hersenhelft gewisseld waren. De helft van de proefgroep had zelfs een, in functioneel opzicht, volledig gespiegeld brein. Bij een vergelijkingsgroep van linkshandigen met linkszijdige taaldominantie lagen de onderzochte functies meestal wel in de typische hersenhelft.

Met de komst van Functional Magnetic Resonance Imaging (fMRI)-scanning in de jaren negentig verwachtte men een duidelijker beeld van de manier waarop de hersenen functioneren te kunnen vormen. Maar hoe meer men ontdekt, hoe onduidelijker de lateralisatie van de hersenen lijkt te zijn. Hoewel er algemene regels zijn over hemisferische functiespecialisatie, is de realiteit veel complexer dan eerder aangenomen.

Herkennen of indruk maken?

Tegen het einde van de jaren negentig hadden onderzoekers, waaronder Nancy Kanwisher, behoorlijk wat bewijs verzameld dat suggereerde dat er delen van onze hersenen zijn die vooral actief zijn als we naar gezichten kijken; het Fusiform Face Area (FFA). Een FFA blijkt aanwezig te zijn in beide hersenhelften, maar studies hebben aangetoond dat de FFA voornamelijk gelateraliseerd is in de rechterhersenhelft, waar een meer diepgaande cognitieve verwerking van gezichten wordt uitgevoerd. De FFA in de linkerhersenhelft wordt eerder geassocieerd met snelle verwerking van gezichten en hun kenmerken. Dus waar de linker FFA een persoon herkent, zal de rechter FFA eerder de indruk die iemand maakt waarnemen.

Tot op heden wezen de resultaten van hersendominantie-onderzoek erop dat elke hersenhelft gespecialiseerd is in de aansturing van verschillende functies en de verwerking van verschillende soorten informatie. Maar betekent dit ook dat er specifieke persoonlijkheidskenmerken te koppelen zijn aan een specifieke hersenhelft?

Linksbreinig en rechtsbreinig

Veel mensen hebben het idee dat de linkerhersenhelft analytisch en rationeel is en de rechterhersenhelft creatief en emotioneel. Op basis hiervan zijn mensen grofweg in te delen in twee groepen: de linksbreinige denkers en de rechtsbreinige voelers. Asymmetrie van het brein is niet uniek menselijk. Veel van de dierlijke asymmetrieën lopen parallel met die bij mensen, of kunnen worden gezien als evolutionaire voorlopers.

Van Annukka Lindell verscheen in 2013 dit artikel in Frontiers in Human Neuroscience. Bij een verscheidenheid aan niet-menselijke primatensoorten, produceert de linkerkant van het gezicht meer uitgesproken emotionele uitdrukkingen. Zo gaat de linkerkant van de mond eerder en wijder open tijdens emotionele oproepen. Aangezien de linkerkant van het gezicht kruislings wordt aangestuurd door de rechter hemisfeer bij zowel menselijke als niet-menselijke primaten, wordt een meer uitgesproken expressiviteit in de linkerkant van het gezicht gebruikt om de dominantie van de rechterhersenhelft aan te tonen voor emotionele expressie. Deze dominantie van de rechterhersenhelft voor emotie lijkt aanwezig te zijn bij alle primaten die tot nu toe zijn onderzocht. Dit suggereert dat er een evolutionaire continuïteit is die minstens 30 tot 40 miljoen jaar teruggaat.

De opkomst van online testen heeft het verschil in linksbreinig – rechtsbreinig uitvergroot, waar de wetenschap juist genuanceerder is geworden.

Als het idee waarbij specifieke persoonlijkheidskenmerken gekoppeld worden aan linksbreinig (strategisch, rationeel, logisch, in regels en details denken) of rechtsbreinig (creatief, intuïtief, nieuwsgierig, fantasievol en visueel ingesteld) wordt ontkracht dan haalt men meestal dit onderzoek uit 2013 aan. In dit tweejaardurend onderzoek analyseerden onderzoekers hersenscans van 1.011 mensen in de leeftijd van 7 tot 29 jaar. De deelnemers lagen 5 tot 10 minuten in een MRI-scanner terwijl hun rustende hersenactiviteit werd geanalyseerd. Van elke persoon bestudeerden ze functionele lateralisatie van de hersenen welke ze voor duizenden hersengebieden hadden gemeten. Ze vonden geen verband dat individuen een voorkeur hebben om hun linkerbreinnetwerk of hun rechterbreinnetwerk vaker te gebruiken. “Het is absoluut waar dat sommige hersenfuncties in de een of andere kant van de hersenen voorkomen. De taal is meestal aan de linkerkant, de aandacht meer aan de rechterkant. Maar mensen hebben niet de neiging om een ​​sterker linker- of rechterhersennetwerk te hebben”, aldus Jeff Anderson, auteur van de studie.

Bovenstaande studie bewijst dat er geen significante anatomische verschillen zijn tussen de linker- en rechterhelft behalve dat er gebieden zijn die soms links en soms rechts net iets sterker ontwikkeld zijn. Het onderzoek ging echter niet over de cognitieve en sensorische activiteiten die zich afspelen in de hersenen. In zoverre is de mythe niet ontkracht, noch bevestigd.

The Brain Huddle, Dr. Jill Bolte Taylor

In 1996 kreeg de toen 37-jarige neurowetenschapper Dr. Jill Bolte Taylor een bloeding in haar linkerhersenhelft. Ze verloor op dat moment het vermogen om te lopen, praten, lezen, schrijven en herinneren. In haar hoofd werd het af en toe heerlijk stil; geen gedachten, geen herinneringen, niks dan absolute stilte. Daardoor kon ze ineens niet meer zien waar ze zelf ophield en de rest van de wereld begon. Haar eerste boek beschrijft haar herstelverhaal. Ze was spreker in de eerste TED-talk (2008) die ooit viraal ging op het internet.

In haar boek Whole brain living beschrijft ze 10 jaar onderzoek naar de links-rechtswerking van de hersenen.  Al kun je volgens haar niet zeggen: “De rechterhersenhelft draait allemaal om dit en de linkerhersenhelft draait allemaal om dat” omdat het uiteindelijk een soort “magische mix” betreft, is dat geen reden om weg te kijken van de hoofdvraag: “Weet ik hoe ik kan profiteren van alle dingen die in mijn hoofd gebeuren?”. Hoewel Taylor gekozen heeft om een ‘versimpeld beeld’ te gebruiken om de bruikbaarheid te bevorderen, wil dat niet zeggen dat er geen enkele wetenschap of ervaring achter haar model zit.

In haar model heeft ze vier karakterprofielen geïdentificeerd. Elke hersenhelft bevat een groep cellen die een emotioneel karakter en een denkend karakter vormen. Elk van deze karakters communiceert op de een of andere manier met de ‘ik’. De vier karakters zijn allemaal belangrijk. Ieder verricht naar gelang het vermogen bepaalde taken.

  1. Links denken is bedoeld om de buitenwereld te ordenen en te categoriseren zodat ‘ik’ ermee kan communiceren. Het vormt het lichaamsbeeld, definieert goed en fout, denkt in rangen en standen, is materialistisch en controlerend. Het kent taal, wiskunde, techniek.
    Karakter 1 bevindt zich linksboven. Het heeft de neiging tot negativiteit omdat het gaat wedijveren met de buitenwereld. Bijvoorbeeld door meer salaris, een groter huis, of ook zo’n schoenen te willen.
  1. Links emotie bepaalt het type geluk of ongeluk van ‘ik’ door te toetsen of wat er buiten ons gebeurt, is wat we willen dat het is. Het karakter bevat emotionele bagage uit het verleden. Het beoordeelt of het een situatie ooit eerder heeft meegemaakt en of dat een reden geeft om het weg te duwen of uit de weg te gaan. Deze cellengroep is bereid om hiervoor uit het beleven van de huidige ervaring te stappen. Het karakter bevat kleine ongelukkige, kritische, potentieel gemene, beschuldigende, en boos op zichzelf zijnde neigingen zoals “ik ben het niet waard”.
    Karakter 2 bevindt zich linksonder. Het detecteert gevaar door te toetsen aan ervaring of ‘gewoonte’. Bij ervaring kun je denken aan dat je als zesjarige bent gebeten door een hond, en daarom nu als veertigjarige op je hoede bent als je een hond ziet. Bij gewoonte kun je denken aan een nieuw gerecht proeven. Het voelt niet vertrouwd, je gaat het niet proeven want het ziet er anders uit en het ruikt raar. Het hele racismesysteem bevindt zich op dit biologisch niveau. Maar het is te trainen door het hele brein gebruiken en te zeggen: “Ik wil dat verkennen in plaats van ontwijken.”

De linkerhersenhelft gaat over verleden en toekomst. De ego wordt daar gevormd. De rechterhersenhelft gaat over hier en nu en geeft volgens Taylors eigen ervaring, rechtstreeks toegang tot een staat van diepe innerlijke vrede. De schaamte voorbij…

  1. Rechts emotie wordt niet beïnvloedt door oordelen maar ervaart puur het moment. Hoe voelt de stof, de lucht, het water, deze ruimte? Het is het deel van ons dat leeft, humor heeft, chaotisch is. Het is aanwezig in het huidige moment. Het heeft geen goed, fout of slecht. Het is speels, creatief, innovatief en staat open voor mogelijkheden waardoor het spontaan dingen kan doen waarbij ‘ik’ niet dacht maar deed en puur gericht was op de belevenis.
    Karakter 3 bevindt zich rechtsonder. Het gaat om leven in het moment. Denk bijvoorbeeld aan spontaan parachute springen, bungee jumpen, optreden of in onbekend gebied op ontdekkingsreis gaan. De ervaring van het moment staat op de voorgrond (adrenalinekick) en kent geen bezwaren.
  1. Rechts denken is de relatie met het hartbewustzijn, het darmbewustzijn en de intuïtie. Intuïtie is het menselijke vermogen om informatie op een groter vlak te ervaren en beslissingen te nemen op basis van die patroonreactie in het hier en nu, non-verbaal. Het denkt in beelden en is holistisch, oplossingsgericht, accepterend, associatief, authentiek en zoekt en maakt verbinding.
    Karakter 4 bevindt zich rechtsboven. Het zoekt verbinding met alles wat is en vormt onze meest vredige, open en liefhebbende ‘zijn’. Het is oneindig groot.

Plasticiteit ofwel herstellend en lerend vermogen

Taylors hersenbloeding was het hevigst in het gebied waar het rekenen zit, vlak achter het taalcentrum. Het duurde jaren voordat ze begreep wat 1 betekende, maar omdat ze neurowetenschapper was, wist ze dat het brein ongelooflijk flexibel is en dat oefenen zin had. Haar rechterhersenhelft was nog intact, het denkt in plaatjes. Daarom wist ze exact waar alle hersengebieden zaten en hoe ze eruitzagen. Ze had echter geen flauw idee hoe ze heetten. Dat moest opnieuw geleerd worden. Toen haar linkerhersenhelft langzaamaan weer ‘online’ kwam, ontdekte ze welke software in aanleg nog aanwezig was (ongeduld, onvriendelijkheid, betweten, angst om los te laten). Taylor besloot bewust om die hersencircuits niet aan te moedigen.

Na de hersenbloeding voelde ze haar emoties nog, maar kon ze niet benoemen. Ze kwamen in haar op en ebden na negentig seconden weg. Doordat haar emotionele brein niet meer in verbinding stond met haar gedachten, konden emoties niet worden aangewakkerd. Zo leerde ze dat gedachten losstaan van emoties. Het betekent tevens dat je iedere 90 seconden een keuzemoment hebt om in de emotie te gaan hangen of een andere keuze te maken. Het brein heeft lerend vermogen. Dus hoe vaker je hetzelfde circuit doorloopt, hoe sterker de verbindingen worden en hoe eerder deze getriggerd worden.

Inmiddels beseft Taylor dat het belangrijk is om balans te vinden tussen linker- en rechter hersenhelft. Alle delen zijn belangrijk. Haar brein is nu een democratie; de BRAIN Huddle.

De BRAIN Huddle

De BRAIN Huddle is bewust een pauze inlassen, de verschillende karakters in het bewustzijn (“ik”) oproepen en dan samen als een team nadenken over de beste volgende zet. BRAIN is een acroniem.

B-Breath – Focus op ademhaling, het brengt je in het hier en nu.

R-Recognize – Bodyscan: wie van de vier karakters riep de vergadering uit (the Huddle).

A-Appeciate – Erkennen dat je vier karakters hebt die allen aandacht verdienen.

I-Inquiere – Onderzoeken bij alle karakters wat ze willen en samen bepalen wat de beste keuze is.

N-Navigate – De gekozen aanpak uitvoeren en de kracht van elk karakter inzetten.

In onderstaand filmpje praat Dr. Jill Bolte Taylor met Fredrik Skavlan (Noors-Zweedse tv-show) over haar ervaring, de verschillende delen van de hersenen en hoe je kunt werken met je rechter/linker hersenhelft om jezelf beter te leren begrijpen.

SVT NRK Skavlan - Interview met Dr. Jill Bolte Taylor

Hier vind je nog een filmpje waarin de 4 karakters en de BRAIN Huddle en de 90-secondenregel duidelijk uitgelegd worden.

De BRAIN Huddle begint met focus op ademhaling. Dat is niet zomaar.

Alternatieve neusgatademhaling

Ademhaling is belangrijk. De hersenen hebben energie nodig om te kunnen denken en alle lichaamsfuncties te coördineren. De daarvoor benodigde energie wordt opgewekt door verbranding van koolhydraten (glucose) en vetten. Hierbij is zuurstof (inademing) nodig en komt kooldioxide en water (uitademing) vrij. Elke fysiologische toestand (rennen, dansen, slapen e.d.) heeft een eigen, automatisch adempatroon. Maar ook de emotionele toestand is bepalend voor het adempatroon. Iemand die boos is, ademt anders dan wanneer dezelfde persoon in rust is. De ademhaling beïnvloedt mede iemands toestand. Maar dit is tweerichtingsverkeer, wat betekent dat als het ademhalingspatroon veranderd wordt, dit andersom ook direct invloed heeft op iemands toestand. Zo kan met behulp van het juist uitvoeren van simpele ademhalingsoefeningen invloed op (onder anderen) de hersenen uitgeoefend worden.

De thalamus is het informatiestation van het lichaam. Alle informatie van de zintuigen van het lichaam (behalve geur) wordt door de thalamus verwerkt alvorens deze naar de hersenschors wordt gestuurd voor interpretatie. Er zijn twee thalami, één in elke hersenhelft. De thalamus verbindt het ruggenmerg met de grote hersenen. Professor Erik Scherder legt in deze video uit hoe in de hersenstam de hartregulatie, bloeddruk, ademhaling en alles wat men hoort en ziet binnenkomt. Het komt daar letterlijk samen. Als iemand verontrustende verhalen in het nieuws hoort, verhoogt dat hartslag, versnelt het de ademhaling, en wordt iemand zodoende onrustig met een vervelend gevoel. Omdat bijvoorbeeld het geluid van mooie rustige muziek ook in diezelfde hersenstam binnenkomt, en uiteindelijk bij de hersenschors komt, die als functie remming heeft, kan het luisteren naar muziek vervelende gevoelens remmen.

Muziek is niet altijd voorhanden. De ademhaling wel.

Nadi Shodhana Pranayama (nadi = energiekanaal; shodhana = reinigen; pranayama = ademhalingstechniek) ook wel alternatieve neusgatademhaling genaamd, is een neus-ademhalingstechniek die zijn oorsprong kent in India. Het laat de linker- en rechter hersenhelft beter samenwerken en brengt ratio en emotie meer in balans. Neusgatademhaling helpt, indien juist uitgevoerd, hartslag en bloeddruk verbeteren en beïnvloedt het uithoudingsvermogen positief. Het helpt om lichaam en geest tot rust te brengen en angst te verminderen. Nadi Shodhana is bewuste inademing door het ene neusgat en uitademing door het andere, waarbij na inademen de adem even vastgehouden wordt.

Hieronder vind je het filmpje Secret of Nadi Shodhan Pranayam, alternate nostril breathing, anulom vilom van Prashantj yoga, waarin het hoe en waarom van de oefening uitgebreid op beeld wordt uitgelegd en (op 15.34) voorgedaan.

Bouw de oefening langzaam op, doe het bij voorkeur op een ‘lege maag’ en observeer bij jezelf of de oefening bevalt en wat het met je doet. Luister naar je lichaam. Als het niet goed voelt, kun je beter oefenen samen met een professional of iets anders proberen dat beter bij je past. In onderstaande uitgeschreven beschrijving gaan we uit van 4 tellen. De lengte hangt echter samen met de mate van geoefendheid hetgeen in het filmpje nader wordt toegelicht.

Dit is één cyclus van de oefening:

  • Ga in een comfortabele houding zitten met de benen gekruist. Houd de ogen gesloten. Diep ademhalen zonder enige kracht of inspanning.
  • Leg de linkerhand op de linkerknie.
  • Til de rechterhand op naar de neus.
  • Adem gedurende 4 tellen volledig uit en gebruik daarbij de rechterduim om het rechter neusgat te sluiten.
  • Houd de adem vast in de buik.
  • Adem 4 tellen door het linkerneusgat in en sluit vervolgens het linkerneusgat met je vingers af.
  • Open het rechterneusgat en adem hierdoor 4 tellen uit.
  • Adem 4 tellen door het rechterneusgat in en sluit vervolgens dit neusgat af.
  • Houd de adem vast in de buik.
  • Open het linkerneusgat en adem hierdoor 4 tellen uit.
  • Voltooi de oefening na 10 cycli of minder, maar altijd door te eindigen met een uitademing aan de linkerkant.

Secret of nadi shodhan pranayam, alternate nostril breathing - Prashantj yoga

Emotion-type Hypothesis, Prof.Dr. E.D. Ross

Na de focus op ademhaling richten de volgende stappen in Taylor haar methode zich op het vanuit de “ik” contact maken met de verschillende delen, karakters 1 t/m 4; verbinding maken, aandacht schenken en in de kracht zetten. Hoewel er diverse andere modellen zijn die vanuit innerlijke delen (bijvoorbeeld IFS) of stemmen (bijvoorbeeld Voice Dialogue) werken, lijkt Taylor’s methode van ‘democratie in het hoofd’ uniek. Is de gedachte van hemisferische lateralisatie, links emotie door ervaring, rechts emotie van het moment, vreemd?

Er zijn twee bekende hypothesen betreffende de hemisferische lateralisatie van emoties.

  • De Right Hemisphere Hypothesis (RHH); ziet alle emoties en het bijbehorende gedragingen als een dominante, laterale functie van de rechterhersenhelft.
  • De Valence Hypothese (VH); stelt dat negatieve emoties en daarmee samenhangende gedragingen gevormd worden door de rechterhersenhelft en positieve emoties en daarmee samenhangende gedragingen gevormd worden door de linkerhersenhelft.

Hoewel beide theorieën zijn ondersteund door uitgebreide onderzoeksgegevens, zijn ze ook met elkaar in tegenspraak. Dit heeft geleid tot een derde hypothese.

  • De Emotion-type Hypothesis (ETH); stelt dat primaire emoties en gerelateerd gedrag gemoduleerd worden door de rechterhersenhelft en sociale emoties en daarmee samenhangend gedrag worden gemoduleerd door de linkerhersenhelft. In dit artikel in Brain Science, licht Prof. E.D. Ross de hypothese uitgebreid toe. Figuur 1 werkt daarbij verhelderend.

Deze Emotion-type Hypothesis komt op zijn minst in de buurt van wat Dr. Jill Bolte Taylor in haar model aangeeft. Het idee om wat je voelt te bevragen is logisch wanneer je de theorie van de geconstrueerde emotie kent, die beweert dat al onze emoties op ‘beste gokken’ berust zijn.

The Theory of Constructed Emotion, Dr. Lisa Feldman Barrett

De theorie van geconstrueerde emotie gaat er vanuit dat emoties concepten zijn die door de hersenen worden geconstrueerd. De hersenen ontvangen constant gegevens (via ogen, oren, neus, huid, mond etc.) die het probeert te begrijpen (interpreteren). Bijvoorbeeld =>Wit, koud, nat, valt uit de lucht, smelt op de tong (informatie) – Sneeuw (interpretatie). Om tijd en energie te besparen zal het zoveel mogelijk gebruik maken van ervaringen uit het verleden. Maar het brein is te beperkt om alles te onthouden. Daarom zet het concepten in, een soort gecomprimeerde versies waarbij bundels ervaringen op een hoop gegooid worden. In het voorbeeld wordt het concept ‘sneeuw’ als geheel onthouden.

Bij een nieuwe ervaring vragen de hersenen zich niet af “Wat is dit?” maar zoeken ze een categorie waar de ervaring het beste in past. Als er bijvoorbeeld piepschuim uit de lucht valt, dan categoriseert het brein de witte bolletjes die uit de lucht vallen onder “Het lijkt op sneeuw”. In plaats van een volledig nieuwe analyse, wordt een nieuw fenomeen in een categorie geplaatst.

Dr. Barrett heeft dit idee doorgetrokken naar de subjectieve wereld van emoties. Wat als de hersenen lichamelijke gewaarwordingen als beven, hartkloppingen, stokkende adem (informatie) herkent als angst (interpretatie)? Dan zou de opdracht van de hersenen om te gaan huilen om zo het zenuwstelsel te kalmeren adequaat zijn. Maar dan zou het gevolg, huilen, ertoe leiden dat de informatie gecategoriseerd wordt onder ‘verdriet’. Het verdriet was echter geen pure reactie op iets dat van buitenaf gebeurde. Het kwam voort uit een complex samenspel van systemen die een voorspelling deden over wat het lichaam nodig had om ergens mee om te gaan, en zo geschiedde het ook. Het brein maakt steeds een best mogelijke voorspelling hoe het moet reageren. Het voorspelt emoties. Kom je terug van een lange reis en je weet dat je familie je opwacht, dan beginnen de hersenen al te voorspellen dat je vreugde en geluk zult gaan voelen. Zo kun je jezelf al gelukkig voelen voordat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden (bij de gedachte alleen) en je nog gelukkiger voelen als je familie je in de armen sluit.

Het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het zicht, de visuele cortex, ontvangt slechts 10% van zijn verbindingen van het netvlies. De overige 90% zijn verbindingen uit andere delen van de hersenen, die voorspellingen doen over wat ze denken dat we zouden kunnen zien. De gegevens die vanuit onze zintuigen (hier de ogen) binnenkomen, beïnvloeden alleen onze waarnemingen. Hetgeen onze hersenen erbij voorspellen/simuleren/ervan maken, is voor ons reëler dan de fysieke waarneming. Als dit doorgetrokken wordt naar emoties, dan is het lichaam gewoon een ander deel van de externe wereld dat geïnterpreteerd moet worden. Het gebruikt hetzelfde mechanisme om sensaties te interpreteren die van binnenuit het lichaam komen. Het proces van het interpreteren van deze lichamelijke gewaarwordingen wordt interoceptie genoemd.

Zo kan een rommelende maag (informatie) honger, wagenziekte, weerstand, wantrouwen,.. (interpretatie) betekenen, afhankelijk van de categorie waarin het geplaatst wordt. Zodoende kunnen emoties voelen alsof ze rechtstreeks uit je lichaam komen terwijl ze in wezen geconstrueerd zijn door het interoceptieve netwerk in de hersenen en dus grotendeels gebaseerd zijn op voorspellingen. De rommelende maag aan tafel zal eerder aan honger dan aan wagenziekte gekoppeld worden, de rommelende maag voor een begrafenis zal eerder aan ‘weerstand’ dan aan ‘wantrouwen’ gekoppeld worden.

Maar wat doet het brein als diens voorspellingen niet kloppen?

Het kan zijn voorspelling veranderen om overeen te komen met wat de zintuigen vertellen. Maar het is net zo waarschijnlijk dat het kiest voor het tegenovergestelde: bij de oorspronkelijke voorspelling blijven en de binnenkomende gegevens zo filteren dat deze in overeenstemming komen met de voorspelling.

De emotie is geen objectief feit maar een concept dat in het brein is opgebouwd op basis van het verleden. Interoceptie is geëvolueerd om onze lichaamsbudgetten in evenwicht te brengen. Het ervaren van emoties is een gelukkige (en soms ongelukkige) bijwerking. Een gebrek aan positieve sociale interactie kan worden ervaren als ‘eenzaamheid’. Wanneer het gevoel onderzocht wordt, kan het zijn dat er op dat moment helemaal geen behoefte aan interactie is. Door gevoelens te bevragen, te onderzoeken, zijn emoties dus beïnvloedbaar.

Met nieuwe kennis, kan het brein andere voorspellingen doen. Emotionele intelligentie in actie. Hoe je dit kunt doen, zelf het heft in handen nemen, wordt uitgelegd in onderstaande inspirerende Ted-talk door Lisa Feldman Barret.

TED: Lisa Feldman Barret - You aren't at the mercy of your emotions - your brain creates them

Tot slot van dit artikel nog iemand die zich in recent onderzoek op de verschillen tussen hersenhelften en de samenwerking ertussen richt; Dr. Iain McGilchrist.

The Divided Brain, Dr. Iain McGilchrist

Dr. Iain McGilchrist is overtuigd van het idee dat het verstand en de hersenen alleen begrepen kunnen worden door ze in de breedst mogelijke context te zien, namelijk die van ons hele fysieke en spirituele bestaan, en van de bredere menselijke cultuur waarin ze ontstaan. De menselijke cultuur helpt het verstand en de hersenen vormen, maar omgekeerd wordt de menselijke cultuur evengoed door het verstand en de hersenen gevormd. Het is een wisselwerking. McGilchrist put uit een enorme hoeveelheid recent onderzoek in de neurowetenschappen en psychologie om te onthullen dat het verschil tussen de linker- en rechterhersenhelft groot is. Er staat veel informatie op zijn kanaal. Om direct een toegankelijk beeld van zijn werk te krijgen, kunt je onderstaande informatieve en heldere animatie bekijken.

RSA ANIMATE: The Divide Brain - Dr. Iain Mc Glichrist

Hersenhelften; een grijs gebied

De linker- en rechterhersenhelft zijn, zoals inmiddels bekend, met elkaar verbonden door een band van zenuwvezels, het corpus callosum. De hemisferen raken steeds meer van elkaar verwijderd ofwel opgesplitst. Het lijkt erop dat het hebben van twee verschillende manieren van zijn een evolutievoordeel oplevert. Iedere hemisfeer heeft een eigen manier van interpretatie. Helaas weigert de linkerhersenhelft van nature, datgene in overweging te nemen dat niet past in zijn reeds bestaande modellen. Terwijl de rechterhersenhelft juist veel aandacht heeft voor het grote panorama van zintuiglijke ervaringen, zich makkelijker empathisch afstemt op anderen en op het gemak voelt bij nieuwigheden en onzekerheden.

De hemisferen werken niet altijd goed genoeg samen. Zou de rechterhersenhelft eigenlijk beter zijn in een bepaalde taak, maar schiet de linkerhersenhelft het eerst in de actie omdat het toevallig op dat moment actiever is, dan blijft de linkerhersenhelft de leiding houden. Hierdoor wordt mogelijk niet altijd de slimste keuze maakt. De samenwerking tussen de rechter- en linkerhersenhelft is essentieel om slimmer te worden, intelligenter te functioneren en jezelf beter te bekwamen. Bij alles wat we doen is een goede balans tussen linker- en rechterhersenhelft helpend.

Iain McGilchrist verwoordde het alsvolgt: “De hemisferen moeten samenwerken, maar ik geloof dat ze in feite verwikkeld zijn in een soort machtsstrijd”. Gelukkig leerde prakkiserend psychofilosoof Monique Timmermans dankzij ervaringen uit het verleden en de door dit artikel opgedane kennis dat er altijd hoop is, want: “De enige die voor meer verbinding in mij kan zorgen, ben ik zelf.”

***Pagina samengesteld door MitN – Geïllustreerd door Annemarie van Essen***