Huisdieren helpen beter bij rouwverwerking dan mensen

    Deze tekening bevat allerlei mogelijkheden waarmee je tot steun kunt zijn. Praktisch maar ook doordat rouw er mag zijn.

    Sociale steun is cruciaal voor mensen die rouwen om een verlies. Onderzoek naar hoe rouwende personen sociale steun ervaren is echter beperkt. Een nieuwe studie, gepubliceerd in PLOS One, onderzoekt de ervaringen en de tevredenheid van nabestaanden wat betreft sociale steun. De bevindingen van de onderzoekers geven aan dat dieren effectiever dan mensen zijn in het bieden van ondersteuning.

    Door Ashley Bobak – 22 juni 2021

    De onderzoekers, onder leiding van Joanne Cacciatore, universitair hoofddocent aan de School of Social Work van de Arizona State University, bieden ook suggesties over hoe rouwende personen het best kunnen worden ondersteund (zowel gedurende de COVID-19 pandemie als erna). Ze schrijven:

    “Sociale steun lijkt sommige nabestaanden te helpen. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met traumatische rouw. Dat wil zeggen, rouw na de gewelddadige of plotselinge dood van een naaste of de dood van een kind. Sociale steun kan helpen bij het omgaan met psychologische onrust, terwijl de afwezigheid ervan de nadelige fysieke en psychologische gevolgen kan verergeren. Toch is een verstoring van sociale relaties na een verlies niet ongewoon. Eenzaamheid (vooral tijdens de COVID-19 pandemie) kan dat gevoel bij rouwenden nog versterken, waardoor het risico op negatieve gevolgen toeneemt.”

    De voordelen van sociale steun op gezondheid en welzijn voor de mens zijn goed gedocumenteerd. Er is bijvoorbeeld aangetoond dat het hebben van sociale steun een positieve invloed heeft op psychologische en fysiologische stressreacties. Dit uit zich in een verbeterd immuunsysteem, een betere hormoonhuishouding en een gezonder hart- en vaatstelsel. Anderzijds is aangetoond dat een gebrek aan sociale steun en eenzaamheid een negatieve invloed heeft op het fysieke, emotionele en mentale welzijn, met daarbij zelfs een verhoogd risico op vroegtijdige dood.

    Eenzaamheid en onvoldoende sociale steun komen vaak voor bij rouwende personen. Dit geeft op zich al reden tot bezorgdheid over hun gezondheid en welzijn. Nu door de COVID-19 pandemie de eenzaamheid in het algemeen nog is toegenomen, neemt het aantal mensen met psychische klachten, zoals depressie en suïcidaliteit, nog verder toe.

    Zowel de kwantiteit als de kwaliteit van de ontvangen steun (zowel persoonlijk als online) blijken van invloed te zijn op het welzijn van rouwende personen. Mensen die “traumatisch verdriet” hebben meegemaakt of te maken kregen met de gewelddadige of plotselinge dood van een geliefde of de dood van een kind, hebben in het bijzonder baat bij sociale steun. Uit onderzoek is echter gebleken dat sociale relaties ná een verlies juist de neiging hebben om eerder uiteen te vallen.

    Sociale steun bij rouw

    De onderzoekers onderscheiden vier categorieën van sociale steun: informatieve, instrumentele, waarderings-, en emotionele steun:

    “Informatieve steun kan bestaan uit logistieke (praktische) hulp bij het vinden van beschikbare faciliteiten na een overlijden en het mee doornemen van adviezen, informatie en gegevens die tijdens een moeilijke of stressvolle periode worden aangeboden. Instrumentele steun is bruikbare hulp bij specifieke taken of hulp die noodzakelijke fysieke ondersteuning biedt. Voorbeelden hiervan zijn voedsel, onderdak, vervoer en financiële hulp bieden. Waarderingssteun is een meer passieve vorm van zelfevaluatie die bijvoorbeeld vaak ontstaat uit lotgenotencontact. Het biedt een manier om jezelf te beoordelen in een bepaalde omstandigheid door middel van gelijkgestemden die gebruik maken van bevestiging, feedback en sociale gelijkheid.”

    Emotionele steun, de vierde categorie, laat zich lastiger kaderen. Binnen deze analyse werd het omschreven als het zorgen voor een ander door de actieve blijk van mededogen en empathie, tederheid, op waarde schatten van gevoelens, respect, luisteren, emoties toestaan ​​en het uiten van liefdevolle vriendelijkheid.

    In de huidige studie gaven de onderzoekers kwalitatieve enquêtes aan in totaal 372 volwassenen die traumatisch verdriet hadden meegemaakt. De interviews bestonden uit vragen over de beleving van de deelnemers ten aanzien van sociale steun, zowel direct na het verlies als op de lange termijn.

    De deelnemers waren overwegend blank (91,1%), getrouwd of partner (69%) vrouwen (91,4%) met een universitaire of academische graad (58,1%) die te maken hadden gehad met het verlies van een kind (75,1%). Bovendien had de meerderheid van de deelnemers het verlies meer dan vijf jaar geleden meegemaakt (43,3%) en was de doodsoorzaak meestal een ziekte of aandoening (25,8%).

    Op de vraag naar hun mening betreffende de algehele steun van anderen sinds het overlijden van hun dierbare, beoordeelde 35,7% van de deelnemers hun ervaring met steun als uitstekend of goed, 26,5% gaf aan voldoende steun te hebben ervaren. 37,9% beoordeelde de steun als slecht of zeer slecht.

    Het mortuariumpersoneel werd het meest doeltreffend bevonden in het verlenen van crisisondersteuning van mens tot mens bij rouw (65%). Het laagst hierop scoorden wetshandhavers met 37%, en artsen en maatschappelijk werkers in ziekenhuizen met 35%.

    Opmerkelijk is dat, toen de deelnemers gevraagd werd naar hoe zij sociale steun in het algemeen ervaarden, 89% van de 248 deelnemers die zelf huisdieren hadden of mogelijkheid tot interacties met dieren hadden, meldden dat ze zeer of zeer tevreden waren met de ontvangen steun. In feite werden dieren het hoogst gerangschikt binnen alle bronnen van sociale steun, die toch ook categorieën als vrienden, familie, gemeenschapsleden, religieuze leiders, therapeuten, counselors, steungroepen en religieuze leiders omvatten.

    Deze bevindingen komen overeen met research dat zorgboerderijen aanwijst als een nuttige interventie voor mensen die traumatisch verdriet meemaken en research dat aangeeft dat huisdieren een effectieve steun zijn voor mensen die worstelen met geestelijke gezondheidsproblemen en mentale nood.

    In hun open antwoorden op enquêtevragen noemden de deelnemers als meest positieve vorm van ondersteuning het ontvangen van emotionele steun in woorden (luisteren, ruimte geven) en daden (samen wandelen, een telefoontje).

    Sommige deelnemers beschreven hun ervaringen op dit vlak als volgt:

    “Mij vertellen dat mijn verdriet er mag zijn, dat mijn gevoelens echt zijn. Eigenlijk gewoon toestaan dat ik er ben.”

    “Mij gewoon zijn naam laten noemen zonder een ongemakkelijke stilte of een verandering van onderwerp als gevolg.”

    In hun beschrijvingen van ‘niet-helpend’ gedrag noemden de deelnemers vooral het gebrek aan emotionele steun of het ontbreken van meeleven als problematisch. Voorbeelden van niet-steunende gedragingen zijn het gevoel in de steek gelaten te worden door dierbaren, het gevoel alsof hun rouw werd opgejaagd, en het gevoel dat er niet naar hen werd geluisterd.

    Op de vraag hoe anderen hen beter zouden kunnen steunen, gaven de deelnemers aan dat ze juist die emotionele steun en daden uit medeleven nodig hadden. Ze benadrukten het belang van luisteren, aanwezig zijn en samen met hen aan hun dierbaren denken, zonder de behoefte te voelen om te proberen hun verdriet te verhelpen of op te lossen.

    Ofschoon emotionele steun en emotionele zorg door de deelnemers het vaakst werd aangehaald in de enquêtevragen, werden zowel instrumentele steun als waarderingssteun ook als behulpzaam bestempeld. Informatieve steun werd zelden genoemd door respondenten. Dit komt overeen met eerdere onderzoeksresultaten dat deze vorm van steun over het algemeen weinig helpend is voor rouwende mensen.

    De onderzoekers vatten hun bevindingen samen met betrekking tot specifieke vormen van instrumentele en waarderingssteun (appraisal) die door de betrokkenen als bijzonder nuttig werden ervaren:

    “Instrumentele steun was effectief wanneer die tot uiting kwam in hulp bij eten koken of verstrekken, de zorg voor de kinderen, huishoudelijke hulp, en geschreven briefjes of geschenken. Een belangrijk aspect van instrumentele steun dat aandacht verdient, is de klassieke fout om te zeggen: “…bel als je iets nodig hebt,” zonder enige vorm van vervolg. De deelnemers stelden het op prijs dat anderen actief naar hun hand uitstaken om praktische hulp te bieden. Waarderingssteun (appraisal support) betekende contact maken met gelijkgestemden via rouwsteungroepen, ter plekke, online, en via sociale media. Tijd spenderen met lotgenoten, zowel online als fysiek, die een vergelijkbare tragedie door verlies meedragen, werd in deze studie als steunend gerapporteerd.”

    Dat dieren zeer effectief zijn in het bieden van steun, vinden de onderzoekers bijzonder belangrijk, omdat dieren doorgaans niet worden genoemd als het gaat om rouwbegeleiding. Erkenning van de rol die dieren kunnen spelen bij het bieden van steun in een rouwproces is van cruciaal belang, zeker in een tijd waarin lockdown, sociale afstand (1,5 meter) en/of quarantaine vereist wordt.

    De bevindingen hebben ook gevolgen voor zorgverleners en rechtshandhavers, die het hoogst scoorden in ontevredenheid over sociale steun. Aangezien deze personen het vaakst te maken krijgen met mensen in crisis, moet verder onderzoek uitwijzen waarom de steun door deze professionals als zo laag wordt ervaren.

    Verder benadrukken Cacciatore en haar collega’s hoe emotionele steun werd bestempeld als een sleutelelement in het rouwproces. Nochtans bleek dat hulpverleners moeite hadden om op dit gebied voldoende steun te bieden. Daarom pleiten zij voor scholing van mensen die rouwenden ondersteunen om hen te helpen beter te kunnen inspelen op de emotionele behoeften van de rouwenden.

    Beperkingen van deze studie zijn een gebrek aan diversiteit onder de deelnemers en de focus van de studie op traumatische rouw, waarvan de bevindingen zich mogelijk niet volledig laten vertalen naar rouwende mensen in de algemene bevolking.

    De onderzoekers besluiten met hun bevindingen over het belang van dierenondersteuning te benadrukken. Ze kunnen ingezet worden om rouwenden te helpen. Daarom zou dit in toekomstig onderzoek meer aandacht moeten krijgen:

    “Dieren kunnen een bijzonder belangrijke bron van emotionele steun zijn tijdens omstandigheden waarbij sociale isolatie een rol speelt, zoals bij de COVID-19 pandemie, wanneer het contact met andere mensen beperkt is. Of tijdens situaties waarbij dit soort ervaring vaak voorkomt, zoals de eenzaamheid tijdens een rouwproces. Verder onderzoek zou dieper kunnen ingaan op de manieren waarop dieren als heilzaam worden ervaren bij rouw. De ‘omarming’ van huisdieren zou evenwel een manier kunnen zijn om het welzijn te bevorderen en de eenzaamheid tijdens de pandemie te verminderen, vooral voor diegenen die geen toegang hebben tot sterke sociale ondersteuningsnetwerken. Als het op goede rouwondersteuning aankomt, kunnen we wellicht nog veel leren van onze daarin gespecialiseerde dierenvrienden.”

    ***Gepubliceerd op Mad in America, 22 juni 2021. Vertaald en bewerkt door MitN, illustratie door Annemarie van Essen***

    Cacciatore, J., Thieleman, K., Fretts, R., & Barnes Jackson, L. (2021). Wat is goede rouwondersteuning? Verkenning van de acteurs en acties in sociale steun na traumatische rouw. PLOS Een, 16 (5), 1-17. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0252324 (Link)

    Vorig artikelOproep WHO radicale verandering
    Volgend artikelVier onderzoeken over afbouwen van antidepressiva die elke voorschrijver beslist moet kennen