
“Misschien gaat de reis niet zozeer over wie je kunt worden. Misschien gaat het eerder over afscheid nemen van wat niet bij je hoort. dat je kan zijn zoals je oorspronkelijk bedoeld was.”
Paulo Coelho
Door Elisabeth Walter – 24 november 2023
Ik heb nooit psychotrope medicijnen willen nemen. Ik nam ze omdat ik wanhopig probeerde van mijn pijn af te komen. Niet van het soort pijn dat de meeste mensen associëren met psychiatrische medicijnen overigens. Ik had last van hoofdpijn, hersenmist, vermoeidheid en van astma en chronische sinusinfecties. Daarom bezocht ik arts na arts, totdat ik uiteindelijk bij een neuroloog kwam.
Als hersenarts focuste hij zich vooral op mijn hoofdpijnen. Zonder diagnose stelde hij Seroxat (paroxetine) voor, wetende dat ik pas 17 jaar was en me soms verdrietig voelde. Mijn zus nam al antidepressiva en mijn familie kende veel psychische problemen. Op basis daarvan werd ik in dezelfde categorie geplaatst.
Ik nam het medicijn zoals voorgeschreven en voelde me geweldig. Ik had meer zelfvertrouwen, meer energie en binnen twee weken voelde ik me helemaal (te) top. Ik begon sneller te praten, kwam met ideeën, startte creatieve projecten op en ik sliep niet meer. Alles voelde goed en verbonden en ik had theorieën over de wereld die ik anders nooit had kunnen bedenken. Het voelde alsof ik een magische pil had gekregen die ineens alles genezen had wat er ooit mis met me was…
…totdat ik crashte, paranoïde werd en in het ziekenhuis belandde.
Die magische pil, zo werd me later door een arts uitgelegd, had als een mogelijk neveneffect bipolariteit. Bij wie daar aanleg voor heeft, kan Seroxat het begin van de ziekte uitlokken. Dit zat me totaal niet lekker. Maar toen ik compleet onder de medicijnen en afgestompt thuiskwam uit het ziekenhuis was ik teveel in shock en te gedissocieerd, en dus totaal niet in staat, om de theorie van de dokter ter discussie te stellen.
Op weg terug van het ziekenhuis naar huis, kwam ik erachter dat ons huis ontruimd was vanwege zwarte schimmel. Tragisch genoeg zou de behandeling van mijn symptomen compleet anders zijn verlopen als we de schimmel een maand eerder hadden ontdekt.
De arts in het ziekenhuis die de diagnose stelde, heeft een grote invloed op mijn leven gehad gedurende de daaropvolgende jaren. Hij legde uit dat het scheidingspercentage voor mensen met bipolaire stoornissen rond de 90% lag, dat ze geen baan konden houden en dat het afhankelijk was van hun medicatie of ze kinderen mochten krijgen. Alle dromen die ik voor mijn leven had, om moeder te worden, te trouwen en een stabiel, gezond leven te leiden, vielen in duigen dankzij hem. Zijn woorden troffen me als een vloek. In de ban van zijn beperkende woorden gaf ik al mijn hoop en dromen op. Zonder enige twijfel geloofde ik hem volledig op zijn woord. Woorden die me diepgaand beïnvloedden in mijn keuzes en overtuigingen over mezelf.
Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik een keuze had in deze hele situatie. Ik gaf mijn macht over aan de moderne geneeskunde op de dag dat ik die eerste voorgeschreven Seroxat innam. De herinneringen aan het ziekenhuis waar ik opgenomen was, zijn wazig, maar ik herinner me dat ik op een nacht werd vastgezet en geïnjecteerd met een medicijn nadat ik niet kon slapen en ongelooflijk bang was. Ik werd uitgescholden door een van de RBT’s (Registered Behavior Technicians) en vervolgens door hen bedreigd. Ze zeiden dat als ik niet zou gaan slapen, ze me ertoe zouden dwingen. En dat deden ze. Mijn hospitalisatie was een mensonterende en gewelddadige ervaring. Er was geen medeleven of empathie. Ik had het gevoel dat ik gestraft werd omdat ik iets verkeerd had gedaan. De boodschappen die ik kreeg van de medische autoriteiten waren: dat een psychose slecht is, dat bipolair genetisch bepaald is of getriggerd kan worden door medicatie en dat als ik geen medicatie zou nemen, ik een soortgelijke ervaring opnieuw zou moeten meemaken, wat voor mij een angstaanjagend beeld was.
De enige medicatie die ik hierna nog kon verdragen was lithium. Ik probeerde eerst Depakote (divalproex sodium) en Zyprexa (olanzapine), maar die zorgden voor een enorme gewichtstoename. Vervolgens probeerde ik Lamictal (lamotrigine), wat uitslag veroorzaakte. Uiteindelijk nam ik lithium, dat de minste bijwerkingen had. Ik kon het verdragen, wat het doel was.
Terwijl iedereen van mijn leeftijd aan het daten was, naar feestjes ging en aan de universiteit begon te denken, was ik druk aan het praten met mijn psychiater, aan het omgaan met symptomen en aan het uitzoeken hoe ik een leven met bipolariteit kon leiden. Een leven waarin ik mijn stemmingen onder controle hield, ervoor zorgde dat ik niet te opgewonden of te depressief werd. Een leven dat op die manier heel beperkend begon te voelen.
Ik verzon verhalen over wat er in dat jaar allemaal met me gebeurd was. Ik legde aan mensen uit dat ik medicijnen had genomen en bijwerkingen had ondervonden, wat ook waar was, maar ik vertelde nooit iemand van hen over mijn diagnose of het geweld dat ik dat jaar in het ziekenhuis had meegemaakt. Ik besloot in te stemmen met het medische model, dat het een genetische ziekte was die, net als diabetes, met medicijnen kon worden behandeld. Ergens wist ik wel dat ik geen last had van stemmingswisselingen, maar omringd door familie en artsen die het er allemaal over eens waren dat ik medicijnen moest nemen, had ik niet het gevoel dat ik veel keuze had. Ik was slechts 17 jaar oud. Ik wilde gewoon een normaal leven leiden en deze ervaring zo snel mogelijk achter me laten.
Dus deed ik mijn best om binnen de veiligheidsmarges te blijven door te leven zoals de artsen dat voorschreven: geen feestjes, vaste routines voor het slapen gaan en sporten. Ik werd gedreven door angst. Ik was bang voor het deel van mij dat in de schaduwen van mijn psyche leefde. Het was daar zo donker en ruig. Het voelde wel krachtig en zelfverzekerd, maar ook onbeheersbaar. Psychose, dat is iets waar ik niets meer van wilde weten. Dan was het toch makkelijker om gewoon te geloven dat het iets slechts was en het zo diep mogelijk in me weg te stoppen. Mijn leven draaide zodoende om zelfmanagement, controle en mijn best doen om erbij te horen.
Toen ik opgroeide, wendde mijn familie zich tot artsen en de wetenschap om verklaringen te vinden voor elk symptoom dat ik of mijn broers en zussen ervoeren. Ze begonnen zich tot de psychiatrie te wenden toen het gedrag van mijn oudere zus uit de hand liep. Vanaf mijn vijfde herinner ik me dat ik bang voor haar was. Ze was drieënhalf jaar ouder dan ik en had last van woedeaanvallen en stemmingswisselingen. Meestal haalde ze uit naar mij. Ik groeide op met een onveilig gevoel in huis, dus bracht ik de meeste tijd door in het bos of met spelen met vriendjes. Mijn zus werd onder andere gediagnosticeerd met een bipolaire en borderline persoonlijkheid en op basis van haar gedrag was dat logisch. Ze was onvoorspelbaar en ik wist nooit wanneer ik het slachtoffer zou kunnen worden van haar mishandelingen. Mijn ouders wisten niet wat ze moesten doen, dus wendden ze zich tot de psychiatrie en al op 14-jarige leeftijd begon mijn zus medicijnen te slikken.
De les dat je bij de psychiatrie moest zijn als je vreemd gedrag vertoont of gedachten of gevoelens hebt die buiten de norm vallen, had ik goed begrepen. Ik bezocht mijn psychiater regelmatig en nam mijn pillen zoals voorgeschreven. Ik was een brave patiënt.
Ik ging naar de universiteit, haalde een graad in de vrije kunsten en ging werken. In de tien jaar daarna werd ik verhuurcoördinator bij een appartementencomplex en later recruiter voor een adviesbureau. Ik werd yogadocente toen ik bij een wervingsbureau werkte en wilde mijn carrière verder in de richting van gezondheid en welzijn sturen. Gedurende die periode zou ik twee keer stoppen met lithium en, als gevolg daarvan, twee manische episodes meemaken. Ik stopte destijds met lithium overigens op aanraden van psychiaters die dachten dat je er gewoon mee kon stoppen. Het was duidelijk dat ze niet veel wisten over lithium. Ik toen ook niet…
Bij elke afbouwpoging maakte ik een traumatische ziekenhuisopname mee, inclusief mishandeling, gedwongen medicatie en het getuige zijn van andere mensen in hun psychologische nood. Ik blokte het natuurlijk en deed alsof het nooit gebeurd was.
Na de tweede ervaring besloot ik dat ik voortaan lithium zou blijven gebruiken en dat ik vrede moest zien te sluiten met de diagnose bipolair. Hoewel ik wat lichamelijke problemen begon te krijgen, zoals voedselallergieën, Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) en angsten, moest ik een manier vinden om oké te zijn met het idee dat ik de medicatie nodig had. Het moest afgelopen zijn met de pogingen om ervan af te komen.
Ik ging weer aan het werk en bouwde mijn leven opnieuw op. Ik spaarde om te kunnen reizen. In 2015 verkende ik Colombia en Nicaragua, gaf ik yogalessen en ontmoette ik inspirerende mensen. Ik had mijn Seroquel (quetiapine) en lithium bij me en nam het regelmatig in terwijl ik yogales gaf. Op dat moment nam ik 50 mg Seroquel en 300 mg lithium.
Tijdens mijn tweede reis naar Nicaragua ontmoette ik een vrouw die vertelde over haar ervaring met bipolaire stoornissen en hoe ze in staat was geweest om met het trauma in haar familielijn om te gaan en haar ervaring in eigen hand te nemen, zonder medicatie. Ze vertelde me verhalen over Will Hall en Laura Delano en het boek Anatomy of an Epidemic van Robert Whitaker. “Wel verdraaid”, dacht ik bij mezelf. De waarheid die ik altijd al gevoeld had, werd mij nu duidelijk uitgelegd met feiten die het geheel ondersteunden.
Een paar maanden later kwam mijn vader bij me, zich verontschuldigend precies dezelfde informatie met me delend. Toen wist ik zeker dat het verhaal dat ik had geloofd over mijn ervaring, mijn diagnose en mijn medicatie een leugen was. Mijn wereld lag aan diggelen.
Hiermee begon een reis van acht jaar van ontrafeling en heling. Ik was 32 jaar oud toen ik mijn eerste stapsgewijze afbouw (taper) van lithium begon. Ik was boos. Ik voelde me verraden door mijn familie, de psychiatrie en de farmaceutische industrie. Ik was boos op het systeem van de geestelijke gezondheidszorg en de leugens die ik geloofd had als gevolg van het aanvaarden van de diagnose bipolair. Ik wilde ontdekken wie ik werkelijk was.
Terugkijkend, nu ik op 40-jarige leeftijd medicatievrij ben, zou ik willen dat ik op dat moment een pauze had ingelast. Ik wilde toen vooral ontdekken wie ik werkelijk was, zonder de medicatie. Ik weet nu dat jezelf vinden veel meer te maken heeft met het helen van het onderliggende trauma dan simpelweg loskomen van de medicatie. Ik schoof de traumatische ervaringen van mijn opnames in een met schaamte omwikkelde identiteit. Ik had ook geleerd om me te verhouden tot mezelf op basis van het dokter/patiënt-model. Als ik een gevoel of symptoom ervoer, dacht ik dat ik naar iets buiten mezelf moest grijpen om het op te lossen. Ik analyseerde mezelf voortdurend en hield symptomen in de gaten, of ze nu lichamelijk of emotioneel waren. Ik wist niet wat normaal was. Ik realiseerde me niet dat mezelf vinden inhield dat ik mijn vreugde en passies moest ervaren, dat ik die moest beleven en dat ik moest leren om mezelf vanuit een andere houding in de wereld staande te houden. Ik zag de wereld eerder vanuit een slachtofferrol dan dat ik leerde er te functioneren vanuit mijn eigen kracht. Mijn eerste taper werd gevoed door slachtofferschap en de mogelijkheid om alle schuld volledig buiten mezelf te leggen, namelijk vol bij de psychiatrie.
Interessant genoeg hebben maar weinig psychiaters de tijd genomen om de werkelijke effecten van lithium te leren kennen. Psychiater en schrijfster Joanna Moncrieff legt op haar website wel duidelijk uit dat lithium een neurotoxine is en dat het iemands cognitie vertraagt. Ik werd er gevoelloos van en het tastte mijn smaakpapillen aan. Langdurig gebruik veroorzaakt schade aan je nieren en schildklier. En plotseling stoppen met lithium veroorzaakt manie en psychose door de effecten die het heeft op het zenuwstelsel. De hersenen proberen gewoon een balans te vinden. Het feit dat het staken van lithium manie kan uitlokken bij iemand die het nog nooit heeft meegemaakt, was verbijsterend voor mij. Het was beangstigend om deze informatie te lezen en om er over na te denken hoe dit medicijn mijn leven beïnvloedde en de gevaren die het met zich meebracht als ik het volgens voorschrift zou blijven gebruiken.
In het voorjaar van 2017 begon ik aan een missie. Ik wilde stoppen met lithium, de wereld bewijzen dat ik geen bipolaire stoornis had en de cirkel van trauma’s in mijn familie doorbreken. Ik richtte mijn leven in zoals ik dacht dat het moest om te kunnen slagen in mijn missie. Mijn ouders stemden ermee in om me tijdens deze ontwenningsperiode te steunen en we gingen er allemaal vanuit dat het een proces van wel 8 tot 12 maanden zou kunnen worden. Ik trok bij mijn ouders in en kreeg een parttime baan. Ik vertelde een paar vrienden waar ik mee bezig was, maar die begrepen het niet echt. Ik had dan ook nooit iemand verteld dat ik bipolair ben. Ik legde gewoon uit dat ik wat tijd nam om te helen en dat ik wilde afkicken van een medicijn dat niet langer hielp. Ik wist toen nog niet hoe zwaar de reis zou zijn die ik op dat punt stond om aan te vangen.
Ik ging werken met een kruidendokter en ging naar ecstatic dance circles. Ik verlaagde mijn dosis probleemloos in ongeveer zes weken van 300 naar 150 mg. Daarna ging ik van 150 naar 75 mg in nog eens ongeveer zes weken. Ik verdiepte me in informatiebronnen aangaande veilige ontwenningsprotocollen maar bleef intussen de dingen op mijn eigen wijze doen. Ondanks de aanmoedigingen van de kruidendokter om het proces vooral langzaam te doorlopen, bekroop me een dringend gevoel van urgentie. Ik wilde deze medicatie uit mijn lichaam. Ik wilde vrijheid. Ik was onafhankelijk en ik kon zonder problemen zelf mijn reis uitstippelen, dus ik besloot dat dit slechts een korte tijd van mijn leven hoefde te kosten. Tjonge, wat had ik het mis!
Juist omdat ik véél moeite had met het afbouwen van de tabletten, nam ik er minder en minder van in en wisselde ik de dagen af waarop ik het medicijn nam. Binnen een paar maanden gebruikte ik bijna niets meer. Al snel diende zich een hele reeks nieuwe symptomen aan. Het begon met duizeligheid en groeide uit tot voortdurende angst. Op dat moment kon ik niet meer werken, maar maakte ik mezelf nog steeds wijs dat dit onderdeel was van het proces. Vervolgens kreeg ik last van slapeloosheid. Binnen een paar weken kreeg ik ook problemen met het verteren van voedsel, wat uiteindelijk uitmondde in een lekkende darm. Vervolgens raakten mijn hormonen helemaal van slag, waardoor ik perimenopauzaal werd. Ik herinner me ook nog hoe alles in me leek te versnellen. Ik had altijd honger en mijn hart ging als een razende tekeer. Wat er echter niet was, waren op hol geslagen gedachten of stemmingswisselingen.
Ik weet nu dat mijn lichaam destijds een extreme vecht- of vluchtsituatie ervaarde. De angst was overweldigend. De buikpijn was ondraaglijk en de slapeloosheid, met elke nacht maar een uur of minder slaap, was uitputtend. Ik zocht hulp bij een chiropractor en een acupuncturist om de symptomen aan te pakken, maar ik onderkende niet dat mijn lichaam hunkerde naar lithium.
Wat een helende reis had moeten worden, veranderde binnen ongeveer vijf maanden in een nachtmerrie. Ik bleef dansen en yoga beoefenen waarbij ik me concentreerde op het terugwinnen van mijn lichaam. Ik wilde meer kunnen voelen dus ik dacht dat ik gewoon moest leren omgaan met wat ik ervoer. Na het lezen van verhalen over de chronische ziekten die anderen meemaakten als gevolg van ontwenningsverschijnselen, begon ik te geloven dat ik ook één van die mensen zou worden. Terwijl mijn lichaam uit elkaar viel, bleef ik steun zoeken bij healers. De angst dreef me naar christelijke gebedsgenezers die me via gebeden begeleidden om generatievloeken te verbreken. Hoewel ik hierdoor enige opluchting ervoer, werd ik ook paranoïde omdat ik mezelf spiritueel wilde beschermen, bang voor mensen, plaatsen en dingen die kwade geesten zouden kunnen uitnodigen. Ik was een puinhoop.
Het was zo uit de hand gelopen dat ik het gevoel had dat ik een dokter moest raadplegen, maar beslist geen psychiater. In plaats daarvan ging ik naar een bevriende huisarts die onderzoek deed naar ketamine en deze gebruikte voor een aantal gezondheidsproblemen. Het was de inbreng van deze arts die me in een psychose bracht. Ik stemde ermee in om ketamine te nemen met het idee dat het mijn zenuwstelsel zou resetten. Ik stemde ermee in zonder dat ik zelf enig vooronderzoek had gedaan, Will Hall had geraadpleegd of met andere psychiatrische hulpverleners had gesproken, die me waarschijnlijk zouden hebben aangeraden om weer een hogere dosis lithium te gaan gebruiken. De ketamine veroorzaakte een psychose en ik belandde wederom in een opname.
Mijn lichaam herstelde zich niet volledig. Ik zocht hulp in de vorm van kruiden, supplementen en een acupuncturist. Hoewel ik problemen bleef houden met mijn spijsvertering en hormonen, moest ik een manier vinden om weer aan het werk te gaan. Ik kon er niet tegen om bij mijn ouders te wonen. Nadat we dit trauma samen hadden doorgemaakt, ook al was het de bedoeling om elkaar te steunen, begon het meer te voelen als een soort van controle en machtsstrijd. Niemand van ons was toegerust om adequaat met het trauma dat ik ervoer om te gaan.
Van 2018 tot eind 2019 ging ik van Austin naar Colorado naar Oregon naar Costa Rica naar Nicaragua naar West-Texas naar Austin. Ik werd nog drie keer opgenomen in het ziekenhuis, had verschillende banen en zocht naarstig naar een gevoel van veiligheid. Ik probeerde terug te gaan naar Oregon en Colorado om mijn leven daar opnieuw op te pakken, maar mijn zenuwstelsel zat vast in een continue staat van vechten of vluchten en ik kon niet lang genoeg blijven zitten om iets zinvols teweeg te brengen. Ik trilde letterlijk de hele tijd, kon me niet concentreren of aanwezig zijn in het moment. In oktober 2019 werd ik opgenomen in het ziekenhuis in Austin nadat ik als voetganger was aangereden door een auto. Op dat moment had mijn zenuwstelsel er genoeg van. Ik kon niet langer verschuilen in het nomadebestaan en zo vond ik een somatische coach om me te helpen verwerken en genezen en om me zelfregulerende vaardigheden te leren.
Ik zou willen dat ik kon zeggen dat vanaf dat moment mijn leven beter werd. In sommige opzichten was dat werkelijk wel het geval. Ik had meer bewustzijn. Ik wist dat ik niet langer kon vertrouwen op medicijnen of artsen, maar ik bleef het moeilijk vinden om naar mezelf en mijn lichaam te luisteren. Het werken met een somatische coach was enorm zinvol omdat het me sterker maakte. Ze leerde me handvatten en hielp me om veel van mijn trauma’s te verwerken. Ik voelde me veilig bij haar omdat ze zich richtte op het helen van het zenuwstelsel en haar cliënten hielp om in hun ware identiteit te stappen. Ze inspireerde me om harder te werken en mijn kracht terug te winnen. In 2020 en in het voorjaar van 2021 werkte ik met een arts aan mijn auto-immuunsymptomen die zich manifesteerden als hersenontsteking. Dat was wél echt de laatste keer. Ik deed de supplementen, de zuurstofkamer, de roodlichttherapie én de neurofeedback, en… uiteindelijk stopte ik er gewoon mee. Ik wilde geen patiënt meer zijn. Ik had het gevoel dat ik genoeg geheeld was en dat het tijd was om verder te gaan met mijn leven.
Om de volgende jaren van mijn leven samen te vatten: ik worstelde met zelfregulatie en veranderde staten van zijn. Ik voelde me aangetrokken tot mensen, banen en plaatsen die me triggerden. Van het werken voor chaotische en intense start-ups tot het daten met intense en wispelturige persoonlijkheden. Ik vond allerlei manieren om mijn slachtofferrol uit te leven. Na een intense ervaring met het ontwenningsproces van Clonazepam, kwam er een diepe wrok en woede jegens mijn familie naar boven.
Mijn somatische coach leidde me naar ACA, wat staat voor Adult Children of Alcoholics and Dysfunctional families (Volwassen kinderen van alcoholisten en disfunctionele gezinnen). Ik had in het verleden andere 12-stappengroepen geprobeerd, maar ik had nooit het gevoel dat ik echt bij alcoholisten of het codependent gedrag van hun partners hoorde. De gedragingen van mijn veranderlijke staat en wanen en mijn automatische reacties als ik getriggerd werd, waren dezelfde gedragingen van volwassenen die als kind misbruik meegemaakt hadden of verwaarloosd waren. Het gedrag, het weglopen, de angst en het gebrek aan een innerlijk gevoel van veiligheid, waren zaken die ik met iedereen in de groep deelde.
Door al deze ervaringen heb ik geleerd dat wanneer ik het voorrecht wil ervaren om een heel scala aan emoties te voelen en te uiten terwijl ik onafhankelijk van de geestelijke gezondheidszorg of medische systemen wil functioneren, ik mijn eigen verantwoordelijkheid zal moeten nemen.
Verantwoordelijkheid nemen voor mezelf vraagt om een intentioneel en bewust besef van mijn patronen en gedragingen die in stressvolle situaties een automatisme volgen. Hoewel ik een grens wil stellen aan hoe lang ik aan mijn helingsproces zal werken, weet ik nu dat mijn shit aankijken tijd kost, en een bereidheid vraagt om verschillende benaderingen uit te proberen. Maar zoals een wijze chiropractor me onlangs leerde, minder is meer als het gaat om het zenuwstelsel. Voorzichtig (zacht) en langzaam zijn de beste manieren om te genezen.
Ik leer steeds meer op mezelf te vertrouwen. Dat doe ik door de signalen die mijn lichaam met me deelt, de sensaties en gevoelens, zo goed mogelijk te interpreteren. Langzamere en zachtere bewegingspraktijken zoals restorative yoga en non-lineaire beweging hebben me hierbij geholpen. Terwijl ik worstel met het vastzitten in traumareacties, leer ik hoe ik daar doorheen kan bewegen. Ik heb de voordelen ervaren van ademwerk om me te helpen uit mijn bevriezingsreactie te navigeren. Zoals Brené Brown zegt: “Vertrouwen bouw je op in kleine momenten.” Door oefening kan ik vertrouwen blijven opbouwen in mijn brein en in en het vermogen van mijn lichaam om mezelf te genezen, te beschermen en te leiden.
Ik heb me dit jaar gericht op het doen van dingen die voelen als passend bij mij om zo weer in contact te komen met mijn ware zelf. Ik heb dit voorjaar wat neurofeedback gedaan, ben doorgegaan met somatische coaching en heb met een therapeut gewerkt aan Accelerated Resolution Therapy, wat vergelijkbaar is met EMDR. Ik heb een cursus somatische coaching gevolgd en ik heb deze zomer yogales gegeven in Wyoming. Ik wist dat ik tijd nodig had, weg van de stad en alles wat vertrouwd was, om wat helderheid te krijgen. Deze ervaring herinnerde me aan mijn waarden en de noodzakelijke ingrediënten voor mijn geluk, waaronder, maar niet uitsluitend, dansen, live muziek luisteren, hondenparken bezoeken en etnisch eten.
Sindsdien ben ik in Colorado, waar ik wil gaan settelen, wat een persoonlijke uitdaging voor me is, om daar te blijven en te investeren in het gemeenschapsleven. Ik blijf deelnemen aan ACA, waar ik leer hoe ik een ondersteunend netwerk kan opbouwen en anderen kan bereiken in plaats van heel erg alleen op mezelf te vertrouwen. Ik heb mijn doel bereikt om medicatievrij te leven en ik houd lithium en trazodon beschikbaar als dat nodig is. Ik gebruik ook kruiden voor slaap en ondersteuning van het zenuwstelsel. Als ik me angstig, bang of verdrietig voel probeer ik de impuls om naar een middel te grijpen in te perken en me in plaats daarvan te concentreren op beweging, in mijn dagboek schrijven of contact met een vriend of vriendin opnemen.
Ik weet nu dat de psychose waar ik zo bang voor was toen ik 18 jaar oud was, eigenlijk mijn innerlijke kind was dat me iets probeerde te vertellen. Ik was bang voor haar. Ik ben bezig mezelf te heropvoeden en bevriend te raken met het bange kleine meisje dat zich nooit veilig voelde in haar eigen huis toen ze opgroeide. En ik leer het gedrag te herkennen wanneer mijn innerlijke kind zich niet gehoord voelt, zich wil uiten en behoefte heeft aan geborgenheid.
Het opheffen van de schaamte, mezelf toestaan om gezien te worden en leren om weer plezier te hebben, maken allemaal deel uit van het helen van mijn innerlijke kind en helpen me om uiteindelijk de stap te maken van het slachtoffer naar de held in mijn verhaal.
Mijn helende reis gaat tegenwoordig steeds minder over vrij zijn van medicatie en psychiatrie en steeds meer over het in contact komen met mezelf. Ik ben dankbaar omdat ik de vrijheid heb om te kunnen voelen. Ik begrijp dat er onder de gevoelens behoeften en boodschappen zitten waar ik naar kan luisteren of die ik kan negeren. Ik heb geleerd om iets te doen wat me blij maakt als ik merk dat ik vast begin te lopen in verdriet. Het is een voorrecht om pijn te voelen en me er doorheen te kunnen bewegen. Ik ben vrij om te huilen en te rouwen zonder de angst voor depressie te ervaren. Ik mag vreugde en plezier ervaren zonder angst voor manie te voelen. Op momenten dat ik mijn diepste pijn ervaar, herinner ik mezelf eraan dat dit is waar ik voor gewerkt heb: de keuzevrijheid om te voelen.
***Gepubliceerd op Mad in America, 24 november 2023. Vertaald en bewerkt door MitN***
Mad in the Netherlands presenteert blogs van een diverse groep schrijvers. Deze berichten zijn bedoeld als een openbaar forum voor discussie over de psychiatrie en haar behandelingen. De geuite meningen zijn die van de schrijvers zelf.