ADHD-diagnose bij kinderen leidt tot verslechterde levenskwaliteit en meer zelfbeschadiging

    Jongetje met handen in het haar, verveeld gebogen over boeken, zich duidelijk afvragend:

    In een nieuwe studie werden kinderen die een diagnose ADHD kregen vergeleken met kinderen die dezelfde symptomen hadden maar geen diagnose kregen. Degenen die een diagnose kregen, hadden slechtere resultaten op vijf indicatoren van levenskwaliteit en hadden meer kans op zelfbeschadiging.

    Door Peter Simons – 24 Oktober 2022

    In een nieuwe studie, geleid door Luise Kazda van de Universiteit van Sydney, Australië, en gepubliceerd in JAMA Network Open, bleken bij vergelijking van kinderen met dezelfde symptomen degenen die de diagnose kregen een aantal slechtere resultaten te hebben. De onderzoekers schrijven:

    “Deze bevindingen suggereren dat de diagnose ADHD bij kinderen mogelijk niet leidt tot verbeteringen in de kwaliteit van leven bij adolescenten en een negatieve invloed kan hebben op sommige uitkomsten, zoals het risico op zelfbeschadiging.”

    “Onze studie breidt de huidige kennis dat kinderen met ADHD vaak een verminderde levenskwaliteit (QOL) ervaren uit door aan te tonen dat ten minste een deel hiervan samenhangt met de diagnose zelf.”

    De gegevens waren afkomstig van de langetermijnstudie van Australische kinderen, die een representatief aandeel van de Australische bevolking onderzoekt. Geen van de deelnemers had aan het begin van de studie een ADHD-diagnose. De studie begon toen de kinderen 6 of 7 jaar oud waren. De laatste gegevens dateren van toen ze 14 of 15 jaar oud waren.

    Bij de eindmeting hadden 393 adolescenten een ADHD-diagnose (72,2% mannen). Zij werden op leeftijd, geslacht en ADHD-symptomen vergeleken met 393 jongeren die geen ADHD-diagnose kregen.

    Beide groepen scoorden ongeveer hetzelfde op vrijwel alle metingen van QOL (Quality Of Life), gezondheid en geluk die de onderzoekers gebruikten. Maar er waren een paar opmerkelijke verschillen:

    Degenen die de diagnose kregen scoorden lager op het gevoel dat zij op school thuishoorden en academisch succes konden boeken. Zij hadden minder zelfredzaamheid en vertoonden negatief sociaal gedrag. Het meest verontrustend is dat ze een hogere mate van zelfbeschadiging vertoonden.

    Kinderen die de diagnose ADHD kregen, hadden zelfs 2,53 keer meer kans om zichzelf te verwonden dan kinderen die hetzelfde niveau van ADHD-symptomen hadden, maar de diagnose niet kregen.

    De onderzoekers merken op dat hun studie een waarnemingsstudie was, dus causaliteit kon niet worden vastgesteld. Zij hielden echter wel rekening met het niveau van de ADHD-symptomen. Zodoende werd bevestigd dat de verminderde levenskwaliteit en de toegenomen zelfbeschadiging van degenen die de diagnose ADHD wel ontvingen, niet te wijten was aan de “onderliggende stoornis”, zoals voorstanders van de diagnose ADHD vaak hebben gesteld.

    Concluderend schrijven de onderzoekers:

    “Helaas wijzen onze resultaten niet op een gunstige samenhang tussen een ADHD-diagnose en de levenskwaliteit van adolescenten, hetgeen zeer verontrustend is. Dit impliceert dat de nadelen van een ADHD-label (zoals stigma, vooroordelen, afleiding van andere problemen, of het ervaren onvermogen om te veranderen) niet worden gecompenseerd door de voordelen van de diagnose of behandeling. Dit is problematisch, want het geeft aan dat jongeren mogelijk schade ondervinden van de diagnose en dat interventies om hen te steunen niet het gewenste effect hebben.”

    Voorstanders van diagnose ADHD bij kinderen vermoeden het tegendeel

    Voorstanders van diagnose en behandeling van ADHD beweren dat niet-behandelde ADHD het leven van kinderen negatief beïnvloedt. Zij stellen dat de behandeling van ADHD-symptomen het leven van kinderen kan verbeteren. Eerder onderzoek heeft een dergelijk effect echter niet gevonden. In plaats daarvan heeft onderzoek aangetoond dat:

    Onderzoekers hebben ook steevast vastgesteld dat de jongste kinderen in een klas veel vaker de diagnose ADHD krijgen en stimulerende medicijnen voorgeschreven krijgen. Dit wijst erop dat het de leeftijd is – het relatieve gebrek aan volwassenheid van een vijfjarige vergeleken met de zesjarige naast hem – die verantwoordelijk is voor veel vermeende “ADHD-symptomen”.

    Uit het meest gewaardeerde en meest geciteerde onderzoek naar ADHD bij kinderen, het MTA-onderzoek van het NIMH, bleek dat bij de zes- tot achtjarige follow-up degenen die medicijnen kregen het niet beter deden dan degenen die geen medicijnen kregen. Bovendien was geen van de behandelingen succesvol bij die follow-up: de kinderen die behandeling kregen scoorden nog steeds slechter dan de normatieve vergelijkingsgroep op 91% van de geteste maatregelen.

    Verder noemde Keith Conners, die de eerste tests met methylfenidaat (Ritalin) uitvoerde en naar wie de meest gebruikte ADHD beoordelingsschaal is genoemd, in 2016 ons huidige gebruik van de diagnose ADHD “een epidemie van tragische proporties“.

    ***Gepubliceerd op Mad in America, 24 oktober 2022. Vertaald door MitN***

    Kazda, L., McGeechan, K., Bell, K., Thomas, R., & Barratt, A. (2022). Association of attention-deficit/hyperactivity disorder diagnosis with adolescent quality of life. JAMA Netw Open, 5(10), e2236364. doi:10.1001/jamanetworkopen.2022.36364 (Link)

    Meer over dit onderwerp op Mad in the Netherlands:

    • Deze pagina op Mad in the Netherlands gaat over stimulanten ingezet als behandeling van ADHD bij kinderen en adolescenten. Allereerst wordt informatie over de diagnose ADHD gegeven. Vervolgens wordt uitgelegd hoe ADHD-medicatie werkt op het brein, gevolgd door een beoordeling van de veiligheid en doeltreffendheid ervan (ook op lange termijn). Aan het einde wordt de richtlijnen voor klinische zorg voor ADHD geëvalueerd.
    • In dit artikel onderzoekt Robert Whitaker de vraag: “Hoe kwam de medische gemeenschap erbij te denken dat het voorschrijven van stimulerende middelen aan peuters op dagelijkse basis nuttig was?”
    Vorig artikelWat doet stress met onze hersenen?
    Volgend artikelWaarom detox-klinieken of psychiatrische afdelingen niet de juiste plek zijn om te stoppen met psychiatrische medicijnen