Core Process Psychotherapie; in contact met de kern van de mens

Een trauma-geïnformeerde relationele benadering

Beeld van Saskia Ebus; voorzichtig in contact komen.

Dat de geestelijke gezondheidszorg in Nederland aan vernieuwing toe is, wordt door niemand meer ontkend. Core Process Psychotherapy (CPP) is in het Verenigd Koninkrijk een reguliere vorm van therapie en biedt voor cliënten een unieke combinatie van een langdurige therapeutische relatie en mindfulness-based ervaringsgericht/lichaamsgericht (trauma)werk. Dit artikel laat zien hoe uniek deze vorm van therapie is en hoe die naadloos aansluit op de wensen voor vernieuwing in de Nederlandse GGZ.

Door Saskia Ebus – 26 november 2022

Dat onze GGZ aan vernieuwing toe is, wordt door niemand meer ontkend. Professionals en ervaringsdeskundigen publiceren in hoog tempo boeken, blogs en podcasts vol met innovatieve uitgangspunten voor vernieuwing.

Twee van zulke uitgangspunten zijn:

  • Meer aandacht voor de helende werking van de relatie tussen cliënt en behandelaar.
  • Minder diagnose-denken maar nieuwsgierigheid naar de unieke aanpassingen van ieder mens aan diens vroege omgeving ‘Wie ben jij, hoe is het zo gekomen?’ Dit verwijst expliciet naar de wens om helen van/begrijpen van vroegkinderlijk trauma meer aandacht te geven.

Als neuroloog van origine werkte ik tijdelijk in de psychiatrie tijdens mijn opleiding en daarna 17 jaar met mensen met complexe vormen van epilepsie, vaak in combinatie met psychische problematiek. De reguliere geestelijke gezondheidszorg in Nederland ken ik dus redelijk. In 2015 ben ik in het Verenigd Koninkrijk in opleiding gegaan tot mindfulness-based Core Process Psychotherapeut. Ook ben ik ervaringsdeskundige met betrekking tot het doormaken van een ernstige depressie en PTSS. Dit alles veranderde mijn kijk op psychisch welzijn en therapeutische hulp volledig.

Core Process Psychotherapy is in het Verenigd Koninkrijk een reguliere vorm van therapie en biedt voor cliënten een unieke combinatie van

  1. een langdurige therapeutische relatie en
  2. mindfulness-based ervaringsgericht/lichaamsgericht (trauma)werk.

Met dit artikel wil ik laten zien hoe uniek deze vorm van therapie is en hoe die naadloos aansluit bij de bovengenoemde wensen voor vernieuwing in de Nederlandse GGZ. Ik hoop hiermee opleiders en therapeuten te inspireren om een nieuwe wind te laten waaien in de therapeutische wereld. Eerst bespreek ik de huidige therapeutische zorg in Nederland en vervolgens een andere kijk hierop. Daarna ga ik meer in detail in op de opleidingsprincipes van Core Process Psychotherapy.

Huidige therapeutische zorg in Nederland

In de reguliere zorg wordt veelal gewerkt met kortere, seriële trajecten: cognitieve gedragstherapie, schematherapie, EMDR, of een week ‘intensieve traumabehandeling’, met steeds wisselende behandelaars.

Een therapeut die opgeleid is om een langdurige therapeutische relatie aan te bieden en ook opgeleid is voor lichaamsgericht (trauma)werk, is een uitzondering binnen het reguliere maar ook in het aanvullende therapeutische circuit in Nederland. Vergoeding door de zorgverzekeraars is daarvoor beperkt.

Hoewel er steeds meer BIG-geregistreerde psychotherapeuten zich aanvullend opleiden als Sensorimotor Psychotherapist of Somatic Experiencing Practitioner, kunnen zij dit mindfulness-based lichaamsgerichte werk lang niet altijd toepassen binnen hun baan. Deze vormen van therapie worden gezien als ‘alternatief’ en vooral: ‘niet bewezen’.

Therapeuten in de niet-reguliere aanvullende zorg bieden vaak goede vormen van lichaamsgericht (trauma)werk aan, maar zijn niet altijd opgeleid voor langdurige therapeutische relaties en wat zich daarin voordoet aan overdracht en tegenoverdracht bij mensen met hechtingstrauma.

Mijn visie is dat vooral mensen met vroegkinderlijk trauma/hechtingstrauma gebaat zijn met de mogelijkheid om langdurig met een therapeut te werken die daartoe specifiek opgeleid is en die de uitgangspunten van lichaamsgerichte traumatherapie weet te hanteren.

Deze cliënten/patiënten zijn juist diegenen die overal vastlopen. In hun relaties (ook met therapeuten) door hun begrijpelijke wantrouwen in contact.  Ze hebben langdurige en diverse (ook lichamelijke) klachten waarvoor ze terecht hulp blijven zoeken maar voor hun gevoel van kastjes naar muren worden gestuurd. Vaak worden ze als ‘te complex’ gezien voor een psychotherapeutisch traject.

Een in Nederland opgeleide psycholoog die een Core Process therapeut aan het werk zag: “Ik ben verrast en ook een beetje geschokt. Een dergelijke gelijkwaardigheid heb ik nog nooit gezien. En nu denk ik: zo wil ik het ook graag doen. Niet meer vanuit dat idee: ik ben de deskundige en jij bent de cliënt”.  

Een andere kijk

Wat ik in het Verenigd Koninkrijk leerde, was totaal anders dan de gangbare kijk op ‘diagnosticeren’ en ‘behandelen’ van mensen met psychische klachten die ik tot nu toe kende.

Ik leerde:

…geen diagnose-denken maar een compassievolle nieuwsgierige blik op de vorming van iemands persoonlijkheid en manier van reageren. Het meeste theoretische onderwijs was gericht op persoonlijkheidsontwikkeling en was gebaseerd op Westerse én Oosterse (vnl. Boeddhistische) psychologie.

…weinig technieken, maar vooral wat nodig is om in een sessie en in een (langdurig) therapeutisch traject zo goed mogelijk bij iemands ervaringen aanwezig te blijven met de kwaliteit van mindfulness: nieuwsgierig, niet oordelend en vriendelijk.

…met mijn aanwezigheid een sterk ‘holding field’ te creëren: een veld waarbinnen de cliënt zich geborgen en veilig genoeg voelt om zichzelf te kunnen herorganiseren en helen.

…dat het beste wat een aanstaande therapeut kan doen, is zelf ook intensief en langdurig in therapie te gaan. Alleen zo ervaar je aan den lijve wat het betekent als je oude veilige verdedigingspatronen gaan verschuiven en je beseft dat we allemaal gelijkwaardig, menselijk en kwetsbaar zijn.

Een cliënt tijdens de intake: “Wat is eigenlijk jouw behandelmethode?” Core Process therapeut: “Ik werk niet met een specifiek plan. Je hoeft niets voor te bereiden, alleen maar wekelijks hierheen te komen. Er is altijd wel iets wat er gebeurt, wat je ervaart of wat er opkomt en waar we mee kunnen werken. Iets wat je wil vertellen of iets wat je lichaam laat weten. En ik wil je gewoon goed leren kennen, misschien is dat nog wel het meest het behandelplan”. Cliënt (ontroerd): ”Ik geloof niet dat er tot nu toe iemand echt geïnteresseerd is geweest in wie ik ben”.  

Opleidingsprincipes bij Core Process Psychotherapy

De opleidingsprincipes van CPP zijn:

  1. Leren om minder te doen
  2. Leren je te laten raken
  3. Leren van de verhaallijn af te gaan
  4. Leren om ervaringsgerichte vragen te stellen
  5. Leren werken met het verhaal van het lichaam
  6. Leren om compassievolle psycho-educatie te geven
  7. Leren werken met de relatie
  8. Leren werken met spiegelen
  9. Leren werken met (zeer) jonge delen
  10. Leren werken met spirituele thema’s

A.     Leren om minder te doen

Als we gewend zijn te werken met een diagnose/behandel-model is er vooral de intentie om iets met iemand te gaan doen binnen een afgebakende termijn en bijpassend kostenaspect.

Daar tegenover staat met iemand te zijn. Zodat in jouw gezelschap het helende principe dat in ieder mens werkzaam is, kan ontwaken en zijn eigen weg vinden.

Als we leren gewoonweg aanwezig te zijn bij iemand en met iemands proces, betekent het dat we houvast verliezen. We gaan uit van ‘niet weten’. Er is geen vooraf bedachte structuur van sessies of van het traject. Sessies zijn explorerend in het hier en nu en in contact met elkaar.

Een vraag van mijn supervisor is vaak: hoe kan je hiermee (met deze cliënt, met deze problematiek, met je eigen ervaring in relatie ermee) aanwezig zijn zonder te veel te willen doen? Het belangrijkste ingrijpen is het op het juiste moment helpen reguleren van emoties en adequaat afremmen van te snel verlopende trauma-gerelateerde processen.

B.     Leren je te laten raken

Wanneer we ervaren dat een ander geraakt wordt door ons lijden kan dit een wereld van verschil maken. Core Process therapeuten leren zich te laten raken maar daar ook mee te kunnen dealen. ‘Soft front, strong back’ betekent: je hart openen voor het meevoelen met de ander. Maar ook: dat wat je voelt in relatie met de cliënt aankunnen zodat de kans op onbehulpzame acties vermindert.

Je diep geraakt voelen maar zelf niet overweldigd worden is een voorwaarde voor compassievolle reacties die zo helend kunnen zijn voor de ander. De moeilijkste vorm van compassie is het lijden (de wanhoop, angst, woede) van iemand mee te voelen, zelfs als die ook op jou geprojecteerd wordt, terwijl je niets anders kunt doen dan bij die persoon aanwezig te blijven en niet weg te gaan (daadwerkelijk of innerlijk).

Zorgprofessionals kunnen zich door hun leer/werkcultuur of door lastige ervaringen resonerend met hun eigen traumata, gaandeweg gaan afsluiten voor het lijden van anderen, waardoor ze zich automatisch een meer ‘professionele alwetende distantie’ zullen gaan aanmeten.

Om innerlijk afschermen en daardoor een gemis aan heling binnen de therapeutische relatie te voorkomen wil men binnen de opleiding tot Core Process Therapeut een grotere veerkracht ontwikkelen waardoor het mogelijk is om zoveel mogelijk authentiek, gelijkwaardig en compassievol aanwezig te zijn bij iemand: het belangrijkste instrument in de therapeutische relatie.  

Wat zijn de ingrediënten voor dit ‘aanwezigheids-instrument’?

  • Veruit op nummer 1 staat: compassievol aanwezig kunnen zijn bij jezelf!  Een intensieve mindfulness based/lichaamsgerichte leertherapie en beoefening van mindfulness/compassie is daarbij zeer behulpzaam.
  • Je te leren gronden in, en je verbonden te weten met een groter steunend veld dat zowel jou als de cliënt draagt.
  • Altijd werken met een supervisor die je ondersteunt en je veerkracht monitort.
  • Verantwoordelijkheid nemen voor je veerkracht om dit werk te kunnen doen. Dit betekent dat je vanwege eventuele persoonlijke omstandigheden uitdagende cliënten tijdelijk moet (kunnen) doorverwijzen naar een ander.  
  • Last but not least: heel veel oefenen

Voor mij is dit werk een grote verrijking. Om zo aanwezig te kunnen zijn met een cliënt en de kwaliteiten van mijn hart te kunnen gebruiken, is elke keer weer een diepgaand vervullende relationele ervaring. Hiernaar heb ik altijd verlangd, maar het vaak zo gemist in mijn rol als neuroloog. Bij CPP worden de termen ‘mutual healing’ (wederkerige heling) en ‘joint practice’ (gezamenlijke onderneming) gebruikt: de processen van de cliënt en de therapeut zijn niet van elkaar gescheiden. Uiteraard blijft de therapeut de professional en diegene die het proces en de grenzen bewaakt.

C.     Leren van de verhaallijn af te gaan

Studenten CPP oefenen frequent op elkaar om de fijngevoeligheid te ontwikkelen die nodig is om steeds subtielere signalen op te pikken bij zichzelf en de ander. Dit zijn sensaties en veranderingen in het eigen lichaam, veranderingen in de lichaamshouding of intonatie van de ander, de ‘atmosfeer’ in het contact, alles wat bijkomende informatie is voor het gezamenlijk begrijpen van het proces van de cliënt.

Ervaringsgerichte exploratie wil niet zeggen dat elk verhaal van de cliënt onderbroken wordt, maar we zoeken naar het juiste moment om ook het verhaal van het lichaam en de ‘gevoelde betekenis’ van het verhaal de ruimte te geven.

We helpen met het handhaven van een niet-oordelende, vriendelijke, nieuwsgierige, compassievolle, observerende attitude (de kwaliteiten van mindfulness). We helpen de cliënt ook om lichamelijke reacties tijdens het vertellen van ‘verhalen’ waar te nemen. Dit gebeurt met kleine stapjes en met vertraging, ook ter preventie van ontregeling (zie ook verder onder ‘E. Leren werken met het verhaal van het lichaam’).

Ik ben als therapeut niet diegene die ‘erbuiten’ staat, maar ik ben volledig, ook lichamelijk, betrokken. Ik probeer niet diegene te zijn die vanuit autoriteit weet wat goed is voor de ander. Ik ga mee op reis in de ervaring. Dit gelijkwaardigheidsprincipe in de ervaring benadrukt het relationele aspect van Core Process Psychotherapy. 

D.     Leren om ervaringsgerichte vragen te stellen

Studenten CPP werken aanvankelijk met slechts enkele basisvragen voor ervaringsgerichte exploratie. Deze vragen lijken simpel maar in de praktijk zijn ze heel uitdagend.

De basisvragen zijn:

  • Wat gebeurt er nu? (terwijl je me dit net hebt verteld, terwijl je nu zo rondkijkt, terwijl ik zie dat je een grimas op je gezicht krijgt, terwijl je benen uitstrekken etc. etc.)
  • Hoe is dat voor je?
  • Wat merk je nu op in je lichaam? (Waar, hoe groot, afgrensbaar, waar naartoe, etc. Voelt het nu meer beklemd of meer ontspannen in je borst/buik/…?)
  • En hoe is dat voor jou?
  • En wat gebeurt er nu?
  • Etc. etc.

    Aanvullende exploraties kunnen zijn:
  • Ervaringsexperimenten met de regie bij de cliënt en respect voor afweer als het nog te vroeg is. (“Zullen we observeren wat er verandert met dat gevoel in je buik als …we er wat langer bij blijven, … als je je voorstelt dat..” , “Zullen we eens bekijken wat je opmerkt als ik een tijdje niet naar jou kijk/ wat dichterbij je kom zitten/als je je voeten tegen die van mij zet/als je je hand op je hartstreek legt? Als we gaan staan en wat gaan bewegen?”)
  • Je eigen lichamelijke ervaringen eventueel benoemen. (“Terwijl je dit vertelt, voel ik een druk op mijn keel. Wat gebeurt er bij jou?” “Wat je nu vertelt raakt me, zullen we even pauzeren en samen een paar keer een diepe zucht nemen?”)

E.     Leren werken met het verhaal van het lichaam

Core Process therapeuten geven de lichamelijke ervaring voorrang. Gedachten en ideeën die opkomen worden uiteraard ook met de kwaliteit van mindfulness geëxploreerd: Core Process therapie is dus ook geschikt voor het werken met cognities en gedrag. De aandacht gaat echter primair uit naar de ervaringen van emoties en de gevoelde betekenis van ‘het verhaal’ in het lichaam. De technische term hiervoor is ‘bottom-up’-benadering.

Werken met het lichaam is een enorme uitdaging voor mensen met trauma. Zij zijn juist diegenen die door eerdere ervaringen begrijpelijkerwijs hun lichaam ‘uit zijn geschrokken’. Voor hen doet elke lichamelijke sensatie een alarm afgaan. Zij zullen de verhaallijn veiliger terrein vinden. Therapeuten overigens vaak ook, om dezelfde reden. Core Process therapeuten hebben leren werken met deze begrijpelijke afweer van zichzelf en de ander en leren manieren te vinden om de verhaallijn te volgen maar toch ook te blijven uitnodigen om voorzichtig korte kijkjes in het lichaam te nemen. Het daarbij leren reguleren van het lichaam van een geactiveerde, overweldigde toestand naar een rustigere toestand, zal een cliënt helpen om steeds meer kracht en regie te ervaren. Deze kracht komt in de plaats van het gevoel van hulpeloosheid die overweldiging altijd met zich meebrengt. Uiteindelijk is het gaandeweg gaan ervaren van meer veiligheid en levendigheid in het lichaam, het meest helend voor iemand met trauma.

Het leren waarnemen van prettige sensaties en lichaamsreacties van blijheid of speelsheid is een goed beginpunt. (“Ik zie aan je gezicht dat je enthousiast bent, voel jij die glimlach ook? Wat merk je nog meer op?”)

Het stimuleren van zelfaanraking en zelfzorg is in de sessie zelf direct toepasbaar. (“Hoe is het om je hand die je net op je voorhoofd legde, daar even te houden of wat over je hoofd te wrijven?” “Hoe is de warmte van de kruik”? “Hoe is het om nu even te oriënteren in de ruimte door wat rond te gaan kijken, of even naar buiten te kijken naar de boom?”. “Wat zou nu het fijnste kunnen zijn dat je nu voor jezelf kan doen?” “Hoe zou ik je kunnen helpen”?)

Het leren voelen van de ondersteuning van de stoel, het leren voelen van de positie van de benen (terwijl je er niet naar kijkt), het leren voelen van de omtrek en grootte van het lichaam (eventueel door het gebruik van materialen zoals zandzakjes, kussens of een (verzwaarde) deken, zijn allemaal manieren om te beginnen te werken met het lichaam. Ook door eigen keuzes hierin aan te moedigen zal iemand door meer regie ook meer veiligheid ervaren.

Het verhaal dat het lichaam vertelt, wordt door trauma expert Janina Fisher ‘de levende erfenis van trauma’ genoemd. Dit verhaal bestaat uit vaak invaliderende, verwarrende en angstopwekkende innerlijke sensaties. Het bestaat uit toestanden van opwinding plotseling weer afgewisseld met energieverlies en emotionele en fysieke instorting. Het bestaat uit spieraanspanningen of bewegingen van het lichaam. Dit alles als gevolg van triggering van trauma-herinneringen, waarbij de triggers soms niet eens duidelijk worden.

Deze ‘levende erfenis’ kan alleen tot rust komen als we via het lichaam gaan werken. Uiteindelijk zal het lichaam onder de goede omstandigheden (als het veilig genoeg is) zelf een weg weten te vinden voor verwerking. Dit kan gaan via stapsgewijze, rustig gedoseerde ontlading van spanningen, schokken, trillingen of emoties, of via het (in gedachten of daadwerkelijk) afmaken van bepaalde afweer- of vluchtbewegingen. Het belangrijkste is het afremmen van te snelle traumatische activering en het ondersteunen van het natuurlijke proces. Er is altijd een beweging naar ‘inherente gezondheid’ en naar heling waarop vertrouwd kan worden.

Om uiteindelijk trauma te kunnen gaan verwerken zal eerst aan een aantal voorwaarden voldaan moeten worden. Het opbouwen van deze voorwaarden kan maanden tot jaren in beslag nemen. Een van de belangrijkste voorwaarden is dat een cliënt zich in de therapeutische relatie veilig voelt. Daarnaast is het belangrijk dat de cliënt wat meer met een waarnemende observerende nieuwsgierige attitude kan werken (het zogenaamde getuige-bewustzijn) en beginnende opkomende traumatische activering in het lichaam zelf ook leert herkennen.   

Cliënt (nadat hij de regie kreeg om zijn eigen stoel te veranderen van positie/draaiing): Na een spontane diepe zucht: “Ongelofelijk, zo voel ik me echt veel rustiger! Voortaan ga ik de stoel altijd zo neerzetten, bij iedereen. Nu snap ik ook dat ik nooit goed kan doorademen bij gesprekken bij mijn huisarts. De stoelen staan precies recht tegenover elkaar en ik zit veel te dichtbij”. 

 F.     Leren om compassievolle psycho-educatie te geven

In de uitleg naar de cliënt volgt CPP de uitgangspunten van mindfulness en compassie. Een tip voor psycho-educatie is het model van de polyvagaal theorie. Dit model nodigt uit tot het leren waarnemen van de fysieke en mentale staten van:

  1. in rust/veiligheid zijn
  2. in activering/hyperarousal zijn
  3. in een staat van totale instorting, soms ook met verlies van aanwezigheid in het moment (dissociatie) zijn

Het model nodigt uit om de staten b. en c. te leren herkennen als reacties op triggers in de sessie en/of in het leven zelf. Het leidt tot inzicht dat deze reacties, met bijbehorende gedachten en (relationeel) gedrag logisch en (neuro)fysiologisch zijn, namelijk voortvloeiend uit eerder geleerde aanpassingen op de vroege omgeving en gebruik makend van het zenuwstelsel. De opluchting als iemand deze staten leert herkennen, erkennen en compassievol leert benaderen is vaak groot. De voldoening als iemand rondom deze reacties meer regie, meer inzicht, en dus minder hulpeloosheid gaat ervaren, is enorm. De polyvagaal theorie is in mijn ogen een destigmatiserend en normaliserend uitlegmodel dat diagnoses overstijgt.

G.     Leren werken met de relatie

Bij Core Process therapie is het uitgangspunt dat de therapeutische relatie zelf de belangrijkste helende pijler is. In de opleiding worden praktische en ethische spelregels voor relationele veiligheid voortdurend benadrukt. Dit gaat over begrenzing:

  • Therapeut en cliënt werken niet met elkaar als zij ook een andere relatie met elkaar hebben (bijv. cliënt is dochter van een vriendin van de therapeut). Ze ontmoeten elkaar nooit op sociale gelegenheden of op sociale media.
  • De therapeut zorgt voor continuïteit in wekelijkse beschikbaarheid met goede afbakening van de duur van de sessies en duidelijkheid over welk contact tussendoor wel of niet mogelijk is.
  • De therapeut is zich bewust dat hij/zij een rolmodel is t.a.v. het aangeven van grenzen.
  • De therapeut weet wanneer supervisie noodzakelijk is om de therapeutische relatie door optredende fasen met ‘relationele grensperikelen’ heen te begeleiden. Bijvoorbeeld bij thema’s als verliefdheid of boosheid (van cliënt naar therapeut of andersom), bij frequent niet komen opdagen voor sessies of juist voortdurend contact willen vragen.

De therapeutische relatie is een onderwerp om te bespreken  

  • Periodiek evalueren therapeut en cliënt over de voortgang van de therapie inclusief de therapeutische relatie. (“Hoe voelt ons contact aan?”)
  • Preventief wordt het ‘rupture and repair’ principe besproken.  Al vroeg benadrukken we dat op een zeker moment in de therapie, we als therapeut iets zullen doen, zeggen of nalaten wat bij de cliënt schrik, verdriet of boosheid veroorzaakt. (“We kunnen tevoren afspreken dat we dan zullen proberen naar elkaar te luisteren en weer tot elkaar te komen. Het is niet de breuk maar vooral het herstellen van de relatie hierna, wat helend zal zijn.”)

H.    Leren werken met spiegelen

Wat verwond is in relatie, heelt in relatie. Het ‘gelaat’ van de therapeut (dat de cliënt waarneemt), zal datgene wat in vroegere levensfasen is ‘gezien’, mogelijk voor een deel kunnen herstellen. Therapeuten leren de basale goedheid (basic goodness) en de ongeschonden, ongebroken krachtige kern in een cliënt te blijven zien en aan te moedigen. De term ‘Core’ in ‘Core Process Psychotherapy’ verwijst naar deze kern.

Therapeuten leren ook werken met het spiegelen van gelaatsuitdrukkingen en synchroon uitvoeren van bewegingen: de fysieke uitdrukkingen van verdriet, angst, blijheid of speelsheid. Voor zowel therapeut als cliënt is het spiegelen een verbindende ervaring. Wat de cliënt kan ervaren over zichzelf aan de hand van reacties van de therapeut kan ervaringen op jonge leeftijd met daaraan gekoppelde overtuigingen zoals: ik ben niet welkom, niet goed genoeg, geen liefde waard, etc. langzamerhand corrigeren.

I.       Leren werken met (zeer) jonge delen

Jonge delen zijn delen in iemands persoonlijkheidsstructuur of persoonlijkheidservaring, die op een manier blijven reageren die meer past bij het voorbije verleden dan bij het heden. Deze jonge delen hebben zich nog niet aangepast aan het heden. Ze blijven eerder aangeleerde visies op de wereld en op zichzelf toepassen. Ze blijven reageren met eerder aangeleerde methoden. Daar hadden ze vroeger succes mee om zichzelf te beschermen en om het leven destijds aan te kunnen.

Tijdens sessies zullen deze delen in de relatie met de therapeut ook ‘hun ding’ willen blijven doen. Bijvoorbeeld wantrouwen handhaven of steeds voor de therapeut willen zorgen. Het is een uitdaging voor de cliënt en de therapeut om deze delen te leren kennen en ze tegelijkertijd te eren/respecteren maar ook hun kracht af te doen nemen.

Tijdens ervaringsgericht werken kunnen daarnaast ook puur lichamelijke en emotionele ervaringen opkomen, die verbonden zijn aan vroegere tijden, soms zelfs tijden waar geen expliciete herinnering aan is. Denk bijvoorbeeld aan ervaringen van voormalige couveusekinderen of van jonge kinderen in een onveilige gezinssituatie. De grootste invloed op de persoonlijkheid, hebben juist de ervaringen voor het 3e levensjaar, dus in de pre-verbale periode. Therapeuten leren zich altijd bewust te zijn van dergelijke zeer jonge delen in het veld van de therapeutische relatie, ook al worden ze niet altijd benoemd naar de cliënt. Maar wanneer ook deze bewust gemaakt kunnen worden en het mogelijk wordt om hun (vaak primitieve en sterk op overleven gerichte) overtuigingen over zichzelf en de wereld met getuige-bewustzijn te observeren, kunnen compassievolle reacties van therapeut en cliënt samen voor deze delen heel waardevol en helend zijn.

Het opkomen van zeer jonge delen is meestal op te merken als de intensiteit van emoties zeer groot is en verbale reacties verdwijnen. Veelal is er bij (zeer) jonge delen een intens verlangen en tegelijkertijd intense (doods-)angst voor toenadering, tegelijkertijd met een intense (doods-) angst voor verlating. Dit ‘interne conflict’ tussen de delen, kan op zichzelf staand de intensiteit van de lichamelijke reacties van overweldiging verder doen toenemen.

Core Process psychotherapeuten leren de intensiteit van de lichamelijke reacties af te remmen, zodat de cliënt zoveel mogelijk kan werken met de reacties van jonge delen in een staat van zo weinig mogelijk overweldiging. Therapeuten leren ook te balanceren tussen verlangens van (de delen van) de cliënt naar nabijheid en die delen die behoefte hebben aan afstand in het contact. Ze leren hoe belangrijk het is om hierover af te stemmen en iemand hier zelf inzicht in, en regie over te laten hebben. Bij vroegkinderlijk trauma is begeleiding met zachte stem en met veel vertraging en eventueel werken met accepteren van fysieke nabijheid of ook (afgestemde en onderhandelde) aanraking belangrijk.

J.       Leren werken met spirituele thema’s

Vroeg of laat heeft iedereen op enig moment een ervaring van leegte en afgescheidenheid. Niet alleen door eerdere ervaringen van onvoldoende afstemming, niet altijd op de schokkende manier waarop mensen met psychische ontregeling dit kunnen ervaren, maar gewoonweg omdat het hoort bij het mens zijn. Een helend proces omvat de zoektocht naar verbinding met onszelf, anderen, met de natuur om ons heen en met de ‘bron’, of God.

Een therapeutisch proces dat diepgaander exploreert, zal steeds meer van existentiële aard gaan worden. Het verlangen naar begrip van waar we vandaan komen, het verlangen naar verbinding met ‘iets of iemand groters’ dat ons leidt en ziet, het verlangen naar allesomvattende liefde, te willen weten waarom we bestaan, het verlangen om onze ‘zielsmissie’ te leren kennen, ons bestaan in het grotere geheel, deze verlangens komen allemaal tevoorschijn bij een proces van persoonlijke en spirituele ontwikkeling en vooral als een therapeutisch proces jarenlang in beslag neemt.

Core Process psychotherapeuten leren met deze vraagstukken te werken binnen hun eigen langdurige, leertherapeutische proces van wekelijkse sessies gedurende 4 jaar en door hun beoefening van mindfulness/meditatie. Zo leren ze hun cliënten ook hierin te ontmoeten en de spirituele thema’s te herkennen.

Ik wil mijn artikel eindigen met een ervaring van een van mijn cliënten in een sessie. Een cliënt die zich bij aanvang van de therapie zo klein voelde en zo vaak in paniek. Om bij zo’n ervaring aanwezig te kunnen zijn, maakt mij stil en dankbaar.

“Ik kijk naar mijzelf nu. Ik kijk in de spiegel. En mijn lichaam voelt zo groot en alles in mij is vibrerend”, zei mijn cliënt, nadat hij lang, intensief en stil naar een door hem meegebrachte vakantiefoto van een wijds berglandschap had gekeken.

Conclusie en discussie

In lijn met de geluiden van innovatieve denkers binnen de GGZ (minder aandacht voor diagnoses en pillen, meer aandacht voor de mens en de therapeutische relatie) heb ik dit artikel geschreven.

Met dit artikel wil ik een lans breken voor nieuwe elementen in een opleiding voor psychotherapeuten die op een andere manier heling willen bieden binnen een therapeutische relatie. De opleiding tot Core Process Psychotherapeut in het Verenigd Koninkrijk heb ik als model gekozen.

Natuurlijk zijn langdurige therapeutische behandelrelaties kostbaar, maar in mijn visie zijn deze juist voor mensen met hechtingstrauma essentieel, omdat eerst én een veilige relatie met de therapeut, én meer lichaamsbewustzijn gecreëerd zal moeten worden om uiteindelijk veilig met trauma te kunnen gaan werken.

Gezien de tegenvallende resultaten van de huidige behandelstructuren in de GGZ lijkt het op zijn minst interessant om een model met langdurige intensieve therapeutische relaties als basis voor herstel van functioneren ter discussie te stellen. Het zou interessant zijn het effect hiervan op het welzijn en maatschappelijk functioneren inclusief kosten/baten prospectief te gaan onderzoeken.

Mijn inschatting is dat het uiteindelijke functioneren en het gevoel van welzijn, na enkele jaren een dergelijk relationeel en lichaamsgericht therapeutisch traject gevolgd te hebben, groter is dan met jarenlange, eveneens dure, huidige ‘care as usual’ behandelingen.

Helaas kunnen Nederlanders deze opleiding niet meer volgen in het Verenigd Koninkrijk: ze is momenteel niet meer toegankelijk voor buitenlandse studenten. Daarom geef ik hieronder tips voor aanvullende informatie, ook over opleidingen die voor Nederlanders toegankelijk zijn.

Al met al hoop ik dat dit artikel inspireert om bij opleidingen voor therapeuten meer aandacht te gaan besteden aan de helende werking van de therapeutische relatie in combinatie met lichaamsgericht, bottom-up werken.

“In Core Process Psychotherapy, we believe that healing occurs within embodied fields and states of spaciousness and coherency. As the therapist develops a relational field that is still, warm, empathic and resonant, implicit information is subliminally conveyed and known silently with clear comprehension. Within this kind of relational field, a client might truly hold their suffering in balance and open to an experience of their human beingness that is beyond words.”

“Bij Core Process Psychotherapie geloven we dat heling plaatsvindt in belichaamde velden en staten van verruiming en samenhang. Wanneer de therapeut een relationeel veld ontwikkelt dat stil, warm, empathisch en resonerend is, dan wordt impliciete informatie onderbewust overgebracht en toch duidelijk begrepen. Binnen een dergelijk relationeel veld, zou een cliënt zijn lijden werkelijk meer in balans kunnen houden en dan kunnen openen naar een ervaring van mens zijn die de woorden overstijgt”.  

Maura Sills (oprichter van de stroming Core Process Psychotherapy).  
Bron: In this body, a fathom long Hfdst 13, in ‘About a Body-Working with the Embodied Mind in Psychotherapy. Coriggall e.a. editors. Routledge, London, 2013

Tips voor verdere informatie

Geïnteresseerde opleiders kunnen verdere informatie inwinnen bij het opleidingsinstituut voor Core Process Psychotherapy: het Karuna institute of ze kunnen mogelijk via dit instituut de contactgegevens opvragen van Maura Sills, de oorspronkelijke oprichter van de opleiding in de 80er jaren.

  1. Veranderwensen in de GGZ: lees de boeken, websites, podcasts en andere bijdragen van Jim van Os (hoogleraar, psychiater), Myrrhe van Spronsen (arts, onderzoeker en ervaringsdeskundige), Ewout Kattouw (ervaringsdeskundige en voorzitter van Stichting Pill), Remke van Staveren (psychiater), Floortje Scheepers (hoogleraar, psychiater) en Menno Oosterhoff (psychiater).   
  2. De diesrede van hoogleraar psychiatrie Jim van Os over vernieuwingen in de GGZ is een aanrader op youtube: Jim van Os Diesrede 2022 – YouTube.
  3. Begeleiden van cliënten met innerlijk werk: Inner navigation, door Johannes Schmidt. Focussing, door Eugene Gendlin.
  4. Ervaringsexperimenten/mindfulness-based lichaamsgerichte therapie: Body-centered psychotherapy-The Hakomi Method, door Ron Kurtz.
  5. Werken met traumadelen met mindfulness: Innerlijke zelfvervreemding overwinnen na trauma door Janina Fisher. (Janina Fisher is een van de oprichters van de internationale opleiding tot Sensorimotor Psychotherapist).
  6. Polyvagaal theorie: boeken van Deb Dana.
  7. Compassievol en ook deels lichaamsgericht boek over persoonlijkheidsontwikkeling: Character Styles, door Stephen Johnson.
  8. Achtergrondinformatie over trauma en het lichaam: boeken van Peter Levine en boeken van Bessel van der Kolk. (Peter Levine is de oprichter van de internationale opleiding tot Somatic Experiencing Practitioner).
  9. Een fraaie beschrijving van een langdurig therapeutisch traject waarin werken met persoonlijkheidsdelen, deelpersoonlijkheden en lichaamsgericht werk goed beschreven wordt, inclusief goede psycho-educatie: Van waanzin naar Wijsheid – Het autobiografische levensverhaal van Iris van Zomeren
  10. Betaalde cursussen met demosessies Somatic Experiencing: Auditorium-netzwerk.de  Zoek op streaming: Peter Levine.
  11. Websites van opleidingen voor lichaamsgericht traumawerk in Nederland:

***Deze blog verscheen voor het eerst op Mad in the Netherlands, 25 november 2022***

Mad in the Netherlands host blogs van een diverse groep schrijvers. Deze berichten zijn bedoeld als een openbaar forum voor een discussie over de psychiatrie en haar behandelingen. De geuite meningen zijn van de schrijvers zelf.

Vorig artikelSchaf begrip ‘ziekte-inzicht’ af
Volgend artikel120 Opties om te proberen vóór psychiatrische medicijnen