Start Onttrekking-Ontwenning Hoe ontwenning van antidepressiva onderscheiden van terugval?

Hoe ontwenning van antidepressiva onderscheiden van terugval?

Twee dezelfde plaatjes in omgekeerde kleurstelling. Het lijkt op elkaar maar toch net anders.

We weten inmiddels dat ontwenningsverschijnselen van antidepressiva veel voorkomen en bij sommige mensen ernstig en langdurig kunnen zijn. Veel ontwenningsverschijnselen komen nagenoeg overeen met symptomen van angst of depressie. Dit maakt het lastig om ontwenning te onderscheiden van terugval. Onderzoekers Horowitz en Taylor adviseren hoe het verschil te zien.

Door Peter Simons – 2 mei 2022

In een nieuw artikel in BJPsych Advances geven onderzoekers Mark Horowitz en David Taylor advies over hoe je het verschil kunt zien tussen ontwenning (withdrawal) van antidepressiva en terugval (relapse) in depressie. Zij veronderstellen dat ontwenning en terugval vaak door elkaar worden gehaald door zowel patiënten als hun behandelaars. Dit leidt tot onnodig gebruik van antidepressiva, het niet adequaat helpen van patiënten bij het stoppen met de psychiatrische middelen, alsmede tot misleidende resultaten van terugvalpreventie studies.

«We weten nu dat ontwenningsverschijnselen van antidepressiva veel voorkomen en bij sommige mensen ernstig en langdurig kunnen zijn”, schrijven Horowitz en Taylor. “Veel ontwenningsverschijnselen overlappen met symptomen van angst of depressie, waardoor het moeilijk is om ontwenning te onderscheiden van terugval.»

Dus hoe kunnen we het verschil zien? Horowitz en Taylor geven aan dat er een paar manieren zijn. Ten eerste, als de symptomen optreden binnen een paar dagen na het stoppen van de medicatie of het verlagen van de dosis, zijn ze waarschijnlijk eerder ontwenningsgerelateerd dan gevolg van een terugval. Bovendien omvatten ontwenningsverschijnselen vaak lichamelijke sensaties zoals duizeligheid, misselijkheid en “brain zaps” (een gevoel van elektrische schokken in het hoofd). Als deze sensaties zich voordoen naast een toenemende angst en depressie, is het waarschijnlijk dat deze psychologische ervaringen ook worden aangedreven door de ontwenning.

Een andere manier om het verschilt te zien: veel mensen melden zelf dat de psychologische symptomen van de ontwenning uniek zijn – een andere versie van angst of depressie dan die ze nooit eerder hebben gevoeld of die erger is dan voordat ze het middel probeerden. Tot slot verdwijnen de ontwenningsverschijnselen vaak snel (vaak binnen een paar dagen) wanneer terug met het afgebouwde middel wordt begonnen.

Ontwenningsverschijnselen komen vaak voor na het stoppen met antidepressiva. Eén onderzoek rapporteerde dat 56% van de mensen die stoppen met het gebruik van antidepressiva deze verschijnselen ervaart. Bovendien beoordeelde bijna de helft van de mensen met dergelijke symptomen deze als ernstig. Deze bevindingen zijn beginnen door te dringen tot de officiële richtlijnen voor het gebruik van antidepressiva. In 2019 werden bijvoorbeeld de Britse NICE-richtlijnen bijgewerkt om te erkennen dat ontwenningsverschijnselen ernstig en langdurig kunnen zijn.

Volgens de onderzoekers is de beste manier om ontwenningsverschijnselen te voorkomen het langzaam afbouwen van antidepressiva. Vooral bij de kleinste doseringen moet men voorzichtig zijn, omdat kleine aanpassingen een groot verschil kunnen maken vanwege de hyperbolische curve van de effecten van de psychofarmaca op de hersenen. Mad in America interviewde Mark Horowitz over deze techniek en de neurobiologie die betrokken is bij 2019. Taperingstrips werden voorgesteld als een manier om de juiste dosering te garanderen tijdens dit proces.

In het huidige artikel stellen Horowitz en Taylor ook dat de verwarring rond ontwenningsverschijnselen (versus terugval) heeft geleid tot slecht opgezette studies van antidepressiva voor terugvalpreventie. In deze onderzoeken wordt plotseling gestopt met antidepressiva, wat ontwenningsverschijnselen veroorzaakt, en vervolgens worden de antidepressiva weer toegediend, waardoor de ontwenningsverschijnselen verdwijnen, en dat wordt dan bewijs genoemd dat de medicijnen “terugval” voorkomen.

Horowitz en Taylor schrijven:

«In deze stopzettingsstudies worden mensen abrupt of te snel stopgezet van hun antidepressiva, waardoor ontwenningsverschijnselen zeer aannemelijk worden. Daarbij wordt weinig moeite gedaan om ontwenningsverschijnselen te meten of om ze te onderscheiden van terugval. Wij concluderen dat er op dit moment geen sterk bewijs is voor de terugvalpreventieve eigenschappen van antidepressiva, en dat de huidige richtlijnen wellicht opnieuw geëvalueerd moeten worden.»

Horowitz en Taylor schrijven dat onderzoekers die proberen antidepressiva te bestuderen voor terugvalpreventie er in de toekomst voor moeten zorgen dat ze de psychiatrische medicijnen op de juiste manier verminderen (taperen) en zorgvuldig onderscheid moeten maken tussen ontwenning en terugval.

***Gepubliceerd op Mad in America, 2 mei 2022. Vertaald door MitN.***

Horowitz, M. A. & Taylor, D. (2022). Distinguishing relapse from antidepressant withdrawal: clinical practice and antidepressant discontinuation studies. BJPsych Advances. DOI: 10.1192/bja.2021.62 (Link)