Q&A: Hoe geef ik mijn kind optimale steun bij het afbouwen en ontwennen van psychiatrische medicijnen?

Moeder geeft een warme knuffel aan haar dochter die het nodig heeft.

Carina Håkansson, ervaren begeleider van gezinnen bij het afbouwen van psychofarmaca en Nicole Lamberson, ervaren in het afbouwen en langdurig ontwennen van psychofarmaca, delen hun kennis. Hoe geef je een naaste optimale steun bij het ontwennen van psychiatrische medicijnen en wat kun je beter niet doen? De vraag kwam van een ouder. Het antwoord is zowel interessant voor ouders, familie, naasten als behandelaren. Het belang van een goedwerkend steunsysteem bij het onttrekken van voorgeschreven psychiatrische medicijnen kan niet genoeg benadrukt worden.

Door Carina Håkansson en Nicole Lamberson 17 oktober 2022

Vraag: Wat is de beste manier om een kind of familielid te ondersteunen die onttrekt (afbouwt) van psychofarmaca?

Noot vooraf van de redactie: Deze vraag hebben we voorgelegd aan twee verschillende deskundigen: Carina Håkansson, Ph.D., die als therapeut met gezinnen heeft samengewerkt om van zulke medicijnen af te komen en Nicole Lamberson, die zelf ervaring heeft met het ontwennen van een medicijncocktail.  Beiden zijn bestuurslid van het International Institute for Psychiatric Drug Withdrawal (IIPDW).  Beiden waarschuwen ook dat ieders ervaring met ontwenning uniek is en gedurende het onttrekkingsproces kan veranderen.

Antwoord van Carina Håkansson

Al vele jaren werk ik met kinderen en volwassenen die willen stoppen met het nemen van psychofarmaca. Hoewel elke casus anders is, hebben mijn ervaringen me geleerd dat bepaalde adviezen op de meeste mensen van toepassing zijn.

Het belang van een steunsysteem

Om te beginnen, of het nu gaat om een volwassene of een kind, het is van groot belang dat de persoon die afbouwt, omringd wordt door mensen die bereid zijn deel te nemen aan het proces en hem of haar tijdens het hele proces te steunen. Mensen die bereid zijn te luisteren en zin te geven aan gevoelens en gedachten die zich kunnen voordoen.  Meestal zijn dit familie en vrienden, maar soms ook een professional.

Deze steun is vooral belangrijk wanneer de persoon of zijn familie van een arts te horen heeft gekregen dat medicatie absoluut noodzakelijk is om diens problemen te behandelen, mogelijk levenslang. We kunnen ons allemaal de kwellende twijfels voorstellen die kunnen optreden bij de beslissing om van de medicatie af te stappen. Wat als de dokter gelijk heeft? Wat als ik niet kan functioneren zonder medicijnen? Wat als ik slechter word dan voorheen? Deze en soortgelijke gedachten komen vaak voor, en het is van het grootste belang om ruimte te maken voor deze en andere vragen.

Het verhaal van Eliza

Ik werd bijvoorbeeld benaderd door een vader die de beslissing van zijn 23-jarige dochter om te stoppen met antidepressiva wilde steunen. Ik noem haar Eliza. Eliza gebruikte al vier jaar antidepressiva. Ik nodigde haar samen met haar familie uit in mijn therapieruimte. Ik nodigde de hele familie uit voor deze eerste bijeenkomst omdat Eliza’s ontwenning impact zou hebben op iedereen.

Een week later ontmoetten Eliza, haar vader, moeder, oudere zus en ik elkaar. Eerst sprak ik met haar over haar ervaringen met de medicatie en wat haar ertoe gebracht had om ervoor te kiezen om ermee te willen stoppen. Daarna vroeg ik elk gezinslid na te denken over hoe ze Eliza konden steunen. Ik vroeg ook of er vandaag iemand ontbrak die belangrijk voor haar zou kunnen zijn. Ze zei dat haar beste vriendin haar zou kunnen steunen, maar ze wist niet of ze haar ermee wilde “lastigvallen”. Ik stelde voor dat we zouden afwachten; misschien zou Eliza haar op een ander moment vragen mee te doen.

We bespraken ook hoe de familie dacht over Eliza’s beslissing om te gaan afbouwen. Haar moeder was in tweestrijd. Ze merkte op dat Eliza minder verdrietig leek dan vier jaar geleden. Vervolgens vroeg ik Eliza hoe de reactie van haar moeder haar beïnvloedde. Was ze het ermee eens – was ze minder verdrietig sinds ze met de medicijnen begon? Eliza was het daar niet mee eens en zei dat het leven nu anders was en dat ze daarom minder verdrietig was. “En,” beweerde ze, “ik wil zien wie ik ben zonder de pillen. Hoe ik dan in het leven sta.”

Ik wendde me tot de moeder en vroeg wat zij zelf nodig had om zich veilig te voelen bij deze verandering. Had ze vragen waarover we zouden kunnen praten? Had ze specifieke vragen voor haar dochter?

Het bleek dat Eliza’s moeder vragen had over ontwenning in het algemeen. Vervolgens spraken we over angst, omdat dat het meest aan de orde leek te komen in ons gesprek. Ik vroeg de moeder en daarna de andere aanwezigen waar ze het meest bang voor waren. Wat is het ergste dat zou kunnen gebeuren? Wat had ieder van hen nodig om zich veilig genoeg te voelen?

De vraag riep gevoelens en gedachten op over een terugkeer naar een verleden waarin Eliza het moeilijk had, maar ook zorgen over de toekomst. Ik herinnerde de familie eraan dat we elkaar weer zouden ontmoeten en dat we dit proces niet moesten overhaasten. Onttrekking kost tijd.

Voordat we afscheid namen, probeerde ik me te richten op hoop. Ik vroeg Eliza: “Hoe ziet het leven er over een jaar of twee uit? Wat doe je dan? Hoe voelt het dan om jou te zijn? Hoe zit het met je relatie met je familie?”

Ik stelde ook een opzet voor van het werk dat we samen zouden doen, inclusief hoe vaak we elkaar zouden ontmoeten en wie er dan zou deelnemen. Misschien wilde Eliza alleen komen en zou de familie later regelmatig meedoen, of misschien wilde de familie liever elke keer samenkomen. Uiteindelijk besloten zij dat Eliza mij één keer per week alleen zou ontmoeten. Om de maand zou haar familie ook aanschuiven.

In het begin sprak ik, met haar toestemming, zo nodig met haar ouders per telefoon en liet Eliza weten dat ze contact met me kon opnemen als er iets dringends was. Ze deed dit één keer, op een moment dat het emotionele en fysieke ongemak van de ontwenning bijzonder moeilijk aanvoelde. Dit proces duurde een jaar en toen namen we afscheid van elkaar. Eliza vertelde mij en haar familie (die haar zeer had gesteund) dat ze zich goed genoeg voelde om het leven voortaan zonder professionele steun aan te kunnen. Ik zei haar, zoals ik gewoonlijk doe, dat ze contact met me mocht opnemen als ze daar behoefte aan had. Dat heeft ze nooit gedaan.

Voorbereiding op gezamenlijk optreden

Zoals ik al zei, besteed ik bij aanvang van dit gezamenlijk overleg meestal aandacht aan het aanpakken van angsten, omdat vele mensen die afbouwen overwegen dergelijke angsten ervaren. Er is angst voor wat er zal gebeuren in termen van fysieke en emotionele reacties op het afbouwen van de medicatie, angst om er nooit meer vanaf te komen, en zoveel meer.

Ik probeer mensen voor te bereiden op het proces door hen te vertellen over de lichamelijke symptomen die men vaak heeft tijdens de ontwenning: vermoeidheid, lichaamspijn, lichtflitsen in de ogen, duizeligheid, en belichaamde gevoelens van verdriet, woede en angst. Het komt ook vrij vaak voor dat mensen het gevoel hebben dat hun “echte ervaringen” zijn gestolen in de jaren dat ze medicijnen gebruikten, en dat ze zich realiseren hoe de medicijnen zelf lijden en bijwerkingen veroorzaakten.

Ik stel de persoon die zich terugtrekt ook voor zijn dosis heel langzaam af te bouwen. Dit is niet alleen omdat het lichaam tijd nodig heeft om zich aan te passen aan de verandering, maar ook vanwege de emotionele en psychologische reacties die kunnen optreden. Het duurt vaak een tijdje om te leren kennen wie je bent zonder psychiatrische medicatie, en hoe je op verschillende situaties reageert.  Daarom is geduld nodig.

Het gebeurt soms dat ik mensen een paar jaar zie terwijl ze door het ontwenningsproces gaan, maar op andere momenten zien we elkaar minder dan een half jaar. Sommige mensen willen slechts één of twee uur consulteren. In dat geval stel ik voor dat de jongere en zijn ouders regelmatig steun zoeken bij een goede vriend of een professionele hulpverlener die zelf ervaring heeft met het stoppen met deze middelen en het levende bewijs is dat het mogelijk is om ervan af te komen. De ervaringen van anderen horen is cruciaal, want dat biedt hoop.

Luisteren en bijstellen

Omdat er nog weinig formeel onderzoek is gedaan naar de beste manier om af te bouwen, is het van vitaal belang te luisteren naar de persoon die het proces ondergaat. Vraag hem of haar welke steun hij of zij van jou nodig heeft. En vraag jezelf af wat jij van anderen nodig hebt om je kind op deze manier te kunnen steunen. Het is ook belangrijk om na te gaan wat het beste is voor zowel de gezinseenheid als elk individueel gezinslid. Er zijn veel factoren waarmee rekening moet worden gehouden: persoonlijkheid, de aard en kwaliteit van iemands relaties en persoonlijke netwerken (vooral de aan- of afwezigheid van vertrouwen), culturele context, de algemene gezondheid van de persoon die zich terugtrekt, (financiële) middelen, enzovoort.

Uit mijn ervaring blijkt dat het kind, ongeacht zijn leeftijd, meestal een veilige ruimte nodig heeft om zijn gevoelens en gedachten te uiten en te aanvaarden. De ontwenningsperiode kan een moeilijke tijd zijn, niet alleen voor de jongere maar ook voor de ouders. Vaker wel dan niet zal uw kind zeggen hoe boos, teleurgesteld of verdrietig het is dat u er ooit mee ingestemd hebt om hem of haar medicijnen te geven. Als u het moeilijk vindt om met dergelijke wrok of schuldgevoelens om te gaan, zou het goed zijn om erover te praten met een vriend of een therapeut in plaats van ruzie te maken met het kind, of erger nog te ontkennen wat er is gebeurd.

Zoals in het geval van Eliza is steun van de familie alleen soms niet genoeg. Als het financieel mogelijk is, zou ik voorstellen dat het kind extra steun krijgt van een therapeut. Wanneer iemand lange tijd psychiatrische medicijnen heeft gebruikt, en vooral als die persoon heel jong was toen de medicijnen werden voorgeschreven, wordt hij of zij tijdens het ontwenningsproces meestal geconfronteerd met een existentiële crisis (bestaanscrisis). Vragen over identiteit, maar ook gevoelens van verlies kunnen de kop opsteken. Dergelijke uitdagingen kunnen soms beter met iemand buiten het gezin worden besproken, omdat familieleden betrokken zijn bij de steunkring, en hun eigen gevoelens en gedachten het kind kunnen belemmeren zich te uiten.

Het belangrijkste om te onthouden is dat voor veel mensen ontwenning hard werken is en dat het daarom belangrijk is zich te laten omringen door zorgzame derden die hen kunnen helpen de ups en downs van het proces te doorstaan, vooral als de persoon nog een kind is.

Antwoord van Nicole Lamberson

Ik was een volwassene met een professionele carrière – rond de 30, om precies te zijn – toen ik invalide werd door het stoppen met de medicijnen die een psychiater jarenlang achteloos uitdeelde. Op het dieptepunt van mijn lijden was ik teruggebracht tot een kinderlijke staat. Ik was zo ziek dat ik niet meer kon werken en werd gedwongen om terug naar het ouderlijk huis te verhuizen. Op mijn slechtst kon ik nauwelijks het huis uit, autorijden of zelf boodschappen doen.

Zonder er doekjes om te winden: Zonder mijn vader zou ik nu niet meer leven. Steun van de familie is een integraal onderdeel van de genezing van psychotrope middelen, vooral voor de meer ernstige gevallen. Daarom beschouw ik mezelf als ongelofelijk gelukkig. Samen hebben mijn vader en ik mijn letsel door psychiatrische medicatie zo goed mogelijk aangepakt. Helaas hebben we niet alles vanaf het begin goed gedaan. Er werden talloze fouten gemaakt en er was geen tekort aan frustratie, geschreeuw, gehuil en kwetsende woorden.

Ondersteuner zijn (of mee-lijdende, wat dat betreft) komt niet met een handleiding. En vaak is er geen waarschuwing voor wat komen gaat – de ontwenning stormt je leven binnen, verstoort alles op zijn weg, en iedereen moet snel in actie komen om het te overleven. Omdat ik zelf de afgelopen 12 jaar samen met mijn vader in deze moeilijke situatie heb gezeten, kan ik de volgende tips geven.

Onderwijs jezelf:

Wapen jezelf eerst en vooral met kennis over zowel psychiatrische medicijnen als hun ontwenningssyndromen, inclusief de veel voorkomende symptomen. Er is een overvloed aan aanbod:      

Je kind kan je ook dingen geven of toesturen – als ze dat doen, lees of bekijk ze dan! (Let op: denk eraan dat er ook veel onjuiste informatie te vinden is, sommige zelfs mede onderschreven door artsen, psychiaters en overheidsinstanties).

Wat kun je doen

Geloof uw kind: Ontwenning komt vaak voor en is heel reëel. Helaas zijn veel mensen, waaronder artsen, niet opgeleid over deze problemen en zullen ze het bestaan ervan ontkennen. Uw kind heeft het nodig dat u gelooft dat wat het ervaart echt is en dat de symptomen zo schrijnend zijn als hij/zij aangeeft.

Besef de ernst van ontwenning: Ontwenning kan chronische ziekten veroorzaken en heeft in ernstige gevallen geleid tot psychoses, beroertes en suïcide.

Geef praktische steun: Mensen die ontwennen hebben behoefte aan hun basisbehoeften (voedsel, geld, onderdak, gezondheidszorg, rust, privacy, enz.) Andere praktische ondersteuning kan bestaan uit boodschappen doen, schoonmaken, kinderopvang of een lift naar de dokter.

Opkomen voor hen: Dit kan bestaan uit het vergezellen naar doktersbezoeken (gewapend met informatie om een voorschrijver te informeren over de noodzaak van voortdurende verlenging van recepten voor een langzame reductie), helpen bij een aanvraag voor een uitkering, enz.

Respecteer hun wensen: Ontwenning is meer een kunst dan een wetenschap. Omdat sommige dingen werken voor sommigen en rampzalig blijken voor anderen, zullen er moeilijke beslissingen moeten worden genomen. Bovendien kunnen (vaak ongeïnformeerde) artsen dingen voorstellen zoals het toevoegen van nieuwe medicijnen, het versnellen van het afbouwen, enz. Uw kind kan dit advies afwijzen. U kunt uw kind helpen bij het nemen van beslissingen (helpen bij onderzoek, de voor- en nadelen tegen elkaar afwegen, enz.

Communiceer en luister: Vraag wat ze van u nodig hebben of hoe u kunt helpen, en luister naar hun antwoorden (die in de loop van de tijd kunnen veranderen). Communiceer ook uw eigen beschikbaarheid, zodat er geen verrassingen zijn en zij redelijke verwachtingen van u kunnen hebben.

Kom vaak langs/ben beschikbaar: Het helpt vaak om te weten dat er een betrouwbaar iemand beschikbaar is om te helpen als dat nodig is. Sommige mensen die zich terugtrekken willen alleen zijn, maar je kunt hen toch laten weten dat je er bent zonder hun ruimte te schenden. Anderen willen gezelschap, in welk geval het helpt om fysiek aanwezig te zijn wanneer je kunt.

Stel hen gerust en biedt hoop: het helpt om te horen dat dit een tijdelijke toestand is die mettertijd beter zal worden. Soms moet deze boodschap steeds opnieuw worden herhaald, vooral in tijden van grote ontreddering. U kunt ook anekdotes vertellen of succesverhalen voorlezen.

Blijf kalm: Dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan wanneer uw kind lijdt, vooral als het enkele van de meer enge en bizarre ontwenningsverschijnselen ervaart, zoals paranoia, terreur, dissociatie en paniek. Als jij angstig bent, zal je kind zich daarmee voeden. Probeer kalm en geaard te blijven in hun aanwezigheid.

Wees geduldig met hen (en met jezelf!): Ontwenning kan een lang proces zijn – problemen (zoals tolerantieontwenning en interdosisontwenning) kunnen al beginnen voordat de dosis is verlaagd en aanhouden tot lang nadat het middel uit het lichaam is. Soms duurt het jaren. Het is het beste om verwachtingen en tijdschema’s los te laten. Laat uw kind weten dat het niet tot last is, en dat u er altijd voor hem of haar bent, hoe lang het ook duurt om te genezen. Moedig anderen in uw omgeving (familie, vrienden) aan om ook geduldig te zijn. Ten slotte, heb geduld met jezelf – iemand met een chronische ziekte steunen kan een ongelooflijke uitdaging zijn.

Blijf in het heden: Loop niet te ver vooruit op jezelf. Doe alles van dag tot dag. Sommige dingen waar je je zorgen over maakt of waar je bang voor bent, zullen misschien nooit gebeuren.

Wees mild, flexibel en vergevingsgezind: Ontwenningsverschijnselen kunnen iemands vermogen om aan het leven deel te nemen drastisch belemmeren. Wees flexibel. Uw kind moet misschien vaak afspraken verzetten of afzeggen. Ontwenningsverschijnselen kunnen ook woede, stemmingswisselingen en prikkelbaarheid veroorzaken. Mijn vader zei altijd dingen tegen me als: “Je bent er nog steeds!” Hierdoor wist ik dat mijn gedrag van de medicijnen kwam en dat hij geloofde dat ik uiteindelijk weer mezelf zou worden. Ontwenning kan ook neuro-emoties veroorzaken (Opmerking MitN: Dit zijn ongelooflijk intense, uitvergrote, verwrongen en “kunstmatig” aanvoelende emoties die volledig uit hun verband lijken en niet natuurlijk voor je zijn bv. neuro-schaamte, neuro-schuld). Wees mild voor hen, en moedig hen aan mild te zijn voor zichzelf. Als ouder en ondersteuner zul je ook fouten maken – vergeef ook jezelf.

Heb empathie: Als je niet zelf de ontwenningsverschijnselen van psychiatrische medicijnen doormaakt, zul je het nooit helemaal begrijpen, maar je kunt je wel inleven (empathie tonen). Deze video van Brené Brown is leerzaam. Luister ook naar haar advies: “Om je te kunnen inleven in iemands ervaring, moet je bereid zijn hem te geloven zoals hij het ziet, en niet hoe jij je zijn ervaring voorstelt.”

Gebruik de Ring Theorie: Uw kind zit in de middelste ring. De mensen die het dichtst bij hem staan (bijvoorbeeld u, de ouder) passen rond de middelste ring. Anderen die verder van de situatie afstaan vullen de buitenste ringen. Breng troost binnen en houd je eigen rommel buiten de ring.

Zoek steun en zorg ook voor jezelf: Mensen in ontwenningsfase kunnen uitputtend zijn. Je hebt pauzes en steun nodig. Er zijn online groepen voor gezinnen (bijv. Family Circle bij Inner Compass Exchange). Wees ook niet bang om grenzen te stellen (“Vandaag kan ik dat niet doen, maar morgen kan ik tijd maken”) en vraag hulp van anderen als je die nodig hebt. Burn-out is echt. Je kunt anderen niet helpen als je zelf niet gezond bent (er is een reden waarom luchtvaartmaatschappijen ouders opdragen eerst hun zuurstofmasker op te zetten).

Hou van hen: Zeg ze dat je van ze houdt. Vaak. Zorg voor liefdevolle lichamelijke aanraking, zoals knuffels (als dat troostend is en ze ervoor openstaan). Bied liefdevolle gebaren (maak hun favoriete maaltijd, laat een bemoedigend kaartje achter).

Wat kun je beter niet doen

Wat net zo belangrijk is, zo niet belangrijker, dan wat je kunt doen om je kind te steunen, is wat je niet moet doen! Hieronder staan enkele dingen die je moet vermijden:

Terugvallen in de “ouder-kind” dynamiek: Vermijd hen te infantiliseren of op te voeden. Zelfs als het kind last heeft van ontwenning, is het nog steeds volwassen; een tiener is een puber en geen kleuter. Begrijp dat het al ongelooflijk demotiverend is om je autonomie te verliezen, te moeten verhuizen, op anderen te vertrouwen voor je basisbehoeften, en/of je financiële onafhankelijkheid te verliezen.

Overmatige stimulering/stress/druk: Ontwenning van psychiatrische middelen kan ervoor zorgen dat je je overbelast voelt, als een slak zonder schelp. Het natuurlijke kalmeringsmechanisme van het lichaam waar mensen zonder ontwenningsverschijnselen van genieten, functioneert vaak niet goed tijdens de ontwenningsperiode. Geluiden kunnen hard en onverdraaglijk lijken, mensenmassa’s te prikkelend en multitasking overweldigend. Te veel stress of druk kan iemand over de rand brengen van een inzinking of crisis.

Oordelen/beschuldigen/schuld aanpraten: Wanneer iemand lijdt, is het laatste wat ze nodig hebben schaamte of verwijten in de vorm van opmerkingen als: “Waarom heb je medicijnen genomen? Je had beter moeten weten!” Geloof me, ze straffen zichzelf al genoeg. Begrijp dat de meeste mensen die stoppen met de pillen niet voldoende geïnformeerd waren over de mogelijke risico’s en schade van die stoffen. Achteraf is het makkelijk praten, maar we kunnen niet terug in de tijd, dus is het het beste om te accepteren wat er nu is en te werken aan een plan om verder te gaan.

Ze ten onrechte als “verslaafd” bestempelen: De aanwezigheid van ontwenning bij pogingen tot dosisvermindering wijst niet op verslaving/substance use disorder (SUD) of dat je kind zijn medicatie misbruikt. Alle psychiatrische medicatie kan leiden tot lichamelijke afhankelijkheid en ontwenning. Dit gebeurt eenvoudigweg door neuroadaptatie (fysiologische veranderingen door chronische blootstelling aan de middelen).

Dreigen met ziekenhuisopname: Opgesloten worden tegen je wil is een intense angst van veel mensen die ontwenning ervaren. Het is een legitieme angst dat een ziekenhuis niet zal geloven dat je kind aan het ontwennen is of, erger nog, de medicatie ineens zal stopzetten of meer medicatie zal toevoegen of opdringen die het kind nog meer schade kan berokkenen. Dit als dreigement gebruiken is wreed.

Suggereren dat het “allemaal in hun hoofd zit” of dat ze “zich moeten vermannen”, “beter hun best moeten doen” of “van het internet af moeten gaan”: Helaas zijn dit allemaal opmerkingen die vaak door ontwenningspatiënten worden gemaakt. “Kop op” of een “Pak jezelf bij elkaar” mentaliteit werkt niet om de zenuwschade van psychiatrische middelen ongedaan te maken. Geloof me, je kind wil meer dan wie ook dat dit ophoudt, maar kan er niet zomaar “uit ontsnappen”. Wat het internet betreft: online steungroepen zijn vaak de enige plaats waar informatie en steun van anderen in hetzelfde schuitje te vinden is.

Minimaliseren wat ze meemaken: Opmerkingen als “andere mensen hebben het erger” moeten vermeden worden. Zelfs als het waar is, doet dat niets af aan het reële lijden van je kind.

Hun lijden negeren: Het is belangrijk dat je hun lijden op waarde schat. Doe niet alsof het niet gebeurt.

Giftige positiviteit: Hen vragen hun ware emoties te verbergen, hun ervaring minimaliseren met “feel good” verklaringen, hen beschimpen voor het vertonen van iets anders dan positiviteit, of hen overdreven proberen op te vrolijken zijn allemaal voorbeelden. Boosheid, frustratie, verdriet en huilen zijn allemaal normaal bij ontwenning; er ruimte voor maken is essentieel voor genezing.

Doen alsof ze niet meer bestaan: Omdat ontwenning zo lang kan aanhouden, houden mensen soms op de lijder erbij te betrekken. Het is beter om uitnodigingen te blijven geven (met een gemakkelijke uitweg: “Geen druk, ik weet dat je ziek bent, maar ik wil dat je weet dat je welkom bent als je er klaar voor bent!”) zodat ze weten dat ze nog steeds gemist en gewenst worden.

Ik kan het belang van een steunsysteem bij ontwenning niet genoeg benadrukken. Door je kind de juiste steun te bieden, heb je een onmetelijke invloed op het resultaat van de ontwenning. Het eindresultaat kan ook een veel hechtere en meer verbonden relatie zijn dan voorheen. Dit was het geval voor mijn vader en mij, en ik ben daar zo dankbaar voor.

***

Carina Hakansson

Carina Håkansson, Ph.D., is gediplomeerd psychotherapeut. Ze is de auteur van drie boeken en verschillende artikelen en is de oprichter van de Family Care Foundation, waar ze tot 2015 directeur was. Carina is medeoprichter van het International Institute for Psychiatric Drug Withdrawal (IIPDW). Tegenwoordig runt ze een kleine praktijk in Göteborg, Zweden, die psychotherapie, training, supervisie en schrijven omvat.

Nicole Lamberson

Nicole Lamberson is een arts-assistent met ervaring met voorgeschreven polyfarmacie en langdurige ontwenning. Enkele van haar werkzaamheden rond deze kwesties zijn: medeoprichter van The Withdrawal Project; teamlid van Inner Compass initiative; marketing, distributie en outreach voor de documentaire “Medicating Normal”; lid van de medische adviesraad van de Benzodiazepine Information Coalition; en medewerker van het International Institute for Psychiatric Drug Withdrawal.

***Gepubliceerd op Mad in America, 17 oktober 2022. Vertaald door MitN***

Mad in America’s Parent Resources Q&A-sectie is een veilige plek om vragen te stellen en zorgen te delen over kinderen, gezinnen en alternatieve mogelijkheden en om ze ter plekke te laten beantwoorden door een van onze deskundigen. Stuur uw vragen per e-mail naar questions@madinamerica.com. Uw identiteit wordt vertrouwelijk behandeld. De vragen kunnen bewerkt worden voor lengte en duidelijkheid. Een archief met eerdere vragen en antwoorden vindt u hier.

Mad in America host blogs van een diverse groep schrijvers. Deze berichten zijn bedoeld als een openbaar forum voor een discussie over de psychiatrie en haar behandelingen. De geuite meningen zijn van de schrijvers zelf.

Vorig artikelLyme “geheel tussen de oren”
Volgend artikelWorld Tapering Day – Online event