Ons tweede kwartaalthema gaat over ‘het onderbuikgevoel’.
Opmerkingen als “Mijn onderbuikgevoel zegt dat die persoon niet te vertrouwen is” of “Mijn maag knort dat het lunchtijd is”, worden niet vreemd gevonden. De basis van de twee zinnen lijkt verschillend. De eerste geeft meer een psychologisch gevoel weer, terwijl de opmerking over de maag een biologische reactie lijkt. Bestaat er eigenlijk zoiets als een onderbuikgevoel? En als we het over onderbuikgevoelens hebben, spreken we dan over iets psychologisch, iets biologisch of een beetje van beide?
In dit artikel wordt eerst op de psychologische kant ingegaan waarbij onder andere het werk van Daniël Kahneman en Amos Tversky aan bod komt, de ZRM-methode en de ACT-methode.
Aan de biologische kant wordt ingegaan op het spijsverteringsstelsel, de microbioom, de hersen-darm-as, neurotransmitters en hormonen, en de microbioom als ‘booming business’.
Ons leven wordt beïnvloed door allerlei persoonlijke factoren zoals het meemaken van ingrijpende ervaringen in de kindertijd, onze (afwezigheid van) woonplek, ons geslacht, of we werkstress ervaren en nog zoveel meer. Net als onze leefwereld is ook ons lichaam enorm complex. Alles beïnvloedt alles. Overal zijn feedbacklussen. Op de feedback volgt weer feedback. En steeds streeft het lichaam naar evenwicht, zowel fysiek als mentaal. Iedereen is uniek, evenals diens klachten. Het vinden van oplossingen voor die klachten is altijd een persoonlijke zoektocht in het onbewuste. Gelukkig is er ‘het onderbuikgevoel’. Als je luistert, en dan goed luisteren en niet enkel naar de eerste impulsstem, als je de tijd neemt om er een nachtje over te slapen om met jouw buikgevoel in contact te komen, dan geeft het lichaam vaak (onbewust) aan wat het wel of niet goed verdraagt. Je poepkwaliteit en lichaamstaal (pijn, ontsteking, eetbehoefte) zullen je ondersteunen. En dan mag je daar, zo nodig met begeleiding, naar handelen.
Het verdiepingsartikel ‘Het onderbuikgevoel’ leert hoe de invloed van de darmen op het brein is.