May Cause Side Effects  – Brooke Siem over ontwenning van psychofarmaca en het begrip ‘radicale acceptatie’

Op een gegeven moment ging er een lampje branden en dacht ik: “Met zoveel antidepressiva zou ik toch niet zo depressief behoren te zijn.”

Brooke Siem

Brooke Siem is schrijfster, spreker en pleitster rondom het veilig afbouwen van voorgeschreven psychiatrische medicijnen. Haar werk over het ontwenningsproces van antidepressiva is onder anderen verschenen in The Washington Post, de New York Post en Psychology Today. Daarnaast is ze een bekroonde chef-kok en Food Network Chopped Champion.

In dit interview praten we over haar ervaringen met het ontwennen van een ‘cocktail’ van psychiatrische middelen en over haar debuutmemoires, May Cause Side Effects, gepubliceerd in 2022 en een van de eerste boeken over het ontwennen van antidepressiva beschikbaar voor het grote publiek. U kunt tevens het interview hier (in het Engels) beluisteren.

Door James Moore – 25 oktober 2023

James Moore: Brooke, welkom. Heel erg bedankt dat je vandaag bij me bent voor de Mad In America Podcast. Ik ben blij dat ik de kans krijg om met je te praten.

Brooke Siem: Bedankt dat ik mocht komen.

Moore: We zijn hier om te praten over een aantal van jouw ervaringen met de geestelijke gezondheidszorg en polyfarmacie; ervaringen die prachtig zijn vastgelegd in je boek, May Cause Side Effects, gepubliceerd door Central Recovery Press in 2022.

Jouw memoires zijn fascinerend omdat je, op het moment dat je de beslissing nam om jouw psychiatrische medicijngebruik te verminderen, ook grote veranderingen in je leven doorvoerde. Ik weet zeker dat we nog over een aantal van die ervaringen zullen praten, maar om ons op weg te helpen, kun je ons wat vertellen over jezelf en hoe je voor het eerst betrokken raakte bij de geestelijke gezondheidszorg?

Siem: Dat was in 2001 en de timing is belangrijk voor de context, want de wereld was toen een beetje anders. Ik was 15 jaar oud en mijn vader was onverwacht overleden. Als ik nu terugkijk, zie ik niet iemand die een vreselijk pad aan het bewandelen was. Ik was niet plotseling aan de drugs geraakt of trok niet met de verkeerde mensen op. Mijn cijfers waren ook niet slecht. Maar ik was wel anders dan ervoor. Ik was ontzettend naar binnen gekeerd. Ik was een fanatieke balletdanser en de mantra van ballet is om door de pijn heen te glimlachen. Zodoende vonden de volwassenen om me heen mijn reactie verontrustend.

Ik werd naar een kinderpsycholoog gebracht die overduidelijk vreselijk was. Na een paar sessies was het duidelijk een slechte match en wilde ik niet meer meewerken omdat ze al snel mijn vertrouwen had geschonden. Op een dag belde ze mijn moeder (al wist ik dat toen nog niet) en zei: “Ik beveel een psychiater aan. Brooke heeft geen psycholoog nodig, ze heeft een psychiater nodig. Ik stel een depressieve en angststoornis vast en raad haar medicatie aan.” Op dat moment was ik 15 jaar. Maar ik was nog steeds beschermd door de HIPAA-wetgeving in de staat, dus mijn moeder kende geen context en deed simpelweg wat haar het beste leek en nam me mee naar een kinderpsychiater.

Bij mijn eerste afspraak kreeg ik een recept voor een psychiatrisch middel. Ik weet niet meer welk. Ik denk dat we begonnen met Prozac en daarna waarschijnlijk overgingen op Zoloft, omdat dat de twee middelen waren die op dat moment goedgekeurd waren voor gebruik door kinderen en tieners. Ik had duidelijke lichamelijke reacties op beide medicijnen en zo kwamen we uiteindelijk terecht bij een combinatie van Effexor XR en Wellbutrin XL, die toen allebei niet goedgekeurd waren voor kinderen en tieners, en dat trouwens nog steeds niet zijn.

Moore: Ik was zo verdrietig om te lezen over de impact van het verlies van je vader op zo’n jonge leeftijd en ik kon het niet helpen, maar ik was gefrustreerd dat de reactie op je verdriet het verlangen leek te zijn om je snel medicijnen te geven. Hoe kijk je daar nu op terug?

Siem: Er komt een oud gezegde in me op van ‘wie het beter weet, doet het beter’. Ik denk dat dit voor mijn moeder en mij opgaat en daar hebben we veel gesprekken over. Ik koester geen wrok jegens haar of om de keuzes die ze heeft gemaakt omdat ik weet dat ze gewoon haar best deed en dat ze ook verdriet had. Maar wat er toen gebeurde en nu nog steeds gebeurt, is dat er absoluut geen tijd wordt uitgetrokken voor kinderen. Om de een of andere reden denken we dat als we niet snel genoeg ingrijpen in hun worsteling, dit dan op de een of andere manier hun hele verdere leven in de war zal sturen. Maar ik denk dat wat we aan het doen zijn, is ingrijpen en de rest van hun leven laten ontsporen omdat we ze niet de kans geven om te leren en veerkracht op te bouwen. We laten ze niet voelen hoe het is om ongemakkelijk te voelen en om te begrijpen dat dit gepaard gaat met pieken en dalen en dat we daar weer uit zullen moeten zien te komen. Alles is zo reactief.

Voor mij had het enorme impact. Het heeft alles beïnvloed. Van voor de hand liggende dingen zoals de manier waarop ik veerkracht kon opbouwen en mijn eigen mentale, emotionele en psychologische kracht zag, hoe ik mezelf kalmeerde, mijn nieuwsgierigheid, hoe ik in de wereld wilde staan, mijn banen, mijn financiële stabiliteit en mijn relaties. Letterlijk elk aspect van mijn leven was diep aangetast. En het was zo verraderlijk.

Wanneer je met een vliegtuig vliegt, denk ik altijd aan de metafoor dat als je er maar één graad naast zit en als je het genoeg tijd geeft, je heel ver van je bestemming zult belanden. Zo voelde het. Het voelde als zo’n kleine keuze op dat moment, maar het heeft zo’n immense invloed op mij gehad.

Moore: Je deelt in het boek dat je suïcidale gedachten had vrij lang nadat je aan de pillen was begonnen. Ik denk dat het moedig is om het zo open en eerlijk te delen en ik hoop dat het goed is om een kort citaat uit het boek voor te lezen?

Je zegt: “Bijna anderhalf decennium nadat ik op 15-jarige leeftijd een beslissing had genomen die toen zo klein en zo voor de hand liggend leek om antidepressiva te gaan gebruiken, staarde ik vanaf 30 verdiepingen naar een stuk trottoir in New York en overwoog ik de grootst denkbare keuze te maken”.

Had je het gevoel dat die gedachten het gevolg waren van een bepaalde diagnose die je gekregen had of kwam het door de situatie waarin je je bevond?

Siem: Eerlijk gezegd geen van beide, ik leefde gewoon met dat soort gedachten. Ik ben er nooit bang voor geweest en het is ook nooit in me opgekomen om de suïcide hotline te bellen. Al die campagnes, ik had gewoon het gevoel dat ze voor iemand anders waren. Op de een of andere manier sprak het me helemaal niet aan. Ik weet niet precies waarom niet.

Ik denk dat er in de kern twee dingen onder lagen voor mij. Ten eerste wilde ik helemaal niet meer leven, dus waarom zou ik mezelf helpen of om hulp vragen terwijl ik in principe niet wilde leven? Tegelijkertijd was mijn denkproces: wat kunnen zij doen? Hoe kan praten met een vreemde helpen tegen het feit dat ik volledig fundamenteel gebroken ben?

Dat is het moment waarop het narratief van de geestelijke gezondheid en de culturele invulling van dit soort zaken met de hele ‘het is niet jouw schuld-mantra’ naar binnen sloop. Het ontnam me mijn verantwoordelijkheid om mezelf te helpen volledig en leerde me dat niets mijn schuld was. Mensen horen dat niet graag, maar uiteindelijk staan we allemaal in het middelpunt van het universum. Zo zien we de wereld namelijk allemaal. Ik ben de held van mijn eigen verhaal. Het is dus logisch dat ik daar enige controle over heb. Het maakt niet uit wat de invloed van buitenaf is of welke diagnose er is, je hebt nog steeds de controle over je eigen leven. Maar ik deed al in een vroeg stadium afstand van die macht omdat me dat was aangeleerd door de acties van anderen.

Deze zelfdodingsgedachten waren voor mij net zo gewoon als naar een boom kijken en zeggen: “Oh, dat is een boom”. Daarom voelde ik me er nooit verontrust door. Het voelde gewoon als wie ik was. Ik kreeg pas het gevoel dat er misschien iets niet klopte toen ik begon uit te rekenen hoe lang ik me al zo voelde en hoeveel antidepressiva ik al had geslikt. Op een gegeven moment ging er een lampje branden en dacht ik: “Met zoveel antidepressiva zou ik toch niet zo depressief behoren te zijn?!” Er gebeurde iets waardoor ik een beetje nieuwsgierig werd en zei: “Oké, er moet dus duidelijk iets veranderen”. Op dat moment vond ik echter alleen nog maar dat ik moest overstappen op een ander antidepressivum.

Nogmaals, ik was volledig meegegaan in het verhaal dat dit harde wetenschap was en dat het net zo effectief was als een pijnstiller tegen hoofdpijn of insuline bij diabetes. Dus ik dacht dat ik waarschijnlijk van medicijn moest veranderen in plaats van dat ik iets kon veranderen aan hoe ik was of aan mijn perspectief.

Moore: Het is zo moeilijk voor mensen om eerlijk te zijn over hun gedachten zichzelf iets aan te willen doen. Als je dat toegeeft aan een professional, is de kans immers groot dat je onvrijwillig wordt opgenomen. Ik denk dat je eerlijkheid in het bespreken van dat deel van je ervaring echt helpt voor anderen om dat te begrijpen.

Siem: Ik ging niet naar een traditionele therapeut of psychiater. Ik wist intuïtief dat ik erover moest liegen als het me werd gevraagd. Mijn strategie was om grapjes te maken. Het was niet dat ik nooit dingen uitsprak, ik deed het gewoon op een sociaal aanvaardbare manier. Dat voelde dan als een beetje druk uit de ballon kunnen laten als dat nodig was.

Moore: Je beschrijft in het boek de vele manieren waarop de medicijnen je beïnvloedden. Op een gegeven moment bereken je dat je 42 pillen per week slikt. Dat zijn gewoon duizelingwekkende aantallen pillen. Het zijn combinaties van antidepressiva, medicijnen voor hyperthyreoïdie (te snel werkende schildklier) en medicijnen voor maagproblemen die vermoedelijk het gevolg zijn van het innemen van antidepressiva. Je had het erover dat je op een punt kwam dat je dacht: ik neem dit alles en ik voel me er niet veel beter door. Was dat het punt waarop je begon na te denken over stoppen?

Siem: Ja, dat was het moment. Ik heb een beetje de gewoonte om dingen die te groot voor me voelen te kwantificeren om ze cognitief te begrijpen. Ik kwam thuis van mijn werk in mijn bakkerij en rekende allerlei dingen uit. Ik had uitgerekend hoeveel dagen ik had geleefd en hoeveel dagen er voorbij waren gegaan sinds mijn vader was gestorven. Ik had online een aantal levensverwachtingstests gedaan en het gemiddelde van de resultaten berekend om te weten te komen hoe lang ik nog ongeveer zou moeten leven. Met al die getallen ging ik aan de slag en ik berekende zo ook het aantal pillen dat ik slikte onder anderen. De omvang van deze getallen begon me te raken, wat eigenlijk het doel van de bezigheid was.

Wat me werkelijk opviel was dat ik meer capsules had geslikt dan het aantal dagen dat ik leefde, en dat in een significant kortere periode. Ik bereikte ook een vreemde mijlpaal in mijn leven. Mijn vader was op dat moment al 15 jaar dood en ik was toen 30, dus ik wist dat ik op een punt in mijn leven zou komen dat ik meer tijd zonder hem zou hebben gehad dan met hem. Dat betekent ook dat ik, omdat ik vrij snel na zijn dood medicijnen kreeg, al vrij snel de helft van mijn leven aan deze krachtige psychiatrische medicatie zou zijn.

Bovendien was het enige referentiekader als niet-gemedicineerd persoon, dat van mezelf als 14-jarig kind. Ik was inmiddels in de 30 en gebruikte sinds die tijd steeds eenzelfde ‘cocktail’ aan (psychiatrische) medicatie. Ik droeg niet meer dezelfde kleren als op de middelbare school, dus waarom nam ik in vredesnaam dan nog wel elke ochtend dezelfde medicatie als toen? Dat was iets dat ik simpelweg niet kon begrijpen omdat ik wist dat ik al lang niet meer hetzelfde lichaam had. Mijn hersenen waren niet meer hetzelfde, dus als de wetenschap klopte, waarom waren de medicijnen na verloop van tijd dan niet aangepast? Deze vraag bracht me op een nieuw pad.

Moore: Dan ga je verder met het beschrijven van je uitstapje in de wondere wereld van ontwenning. Ik denk dat je naar een psychiater ging die je aanraadde om te stoppen met je eerste antidepressivum, Effexor. Mensen die op de hoogte zijn dat ontwenningsverschijnselen bestaan, kunnen stappen nemen om langzaam hyperbolisch af te bouwen. Maar jij wist daar niets vanaf. Je begaf je dus meteen op onbekend terrein. Rond dezelfde tijd bereidde je je voor op een grote kookshow in de VS en was je van plan om een jaar lang de wereld rond te gaan reizen voor je werk. Vertel eens hoe die tijd voor je was.

Siem: Er was een samenloop van dingen die allemaal tegelijk gebeurden. Ik woonde in New York City, ik had een bakkerij. Ik ben kok van beroep en ik had mezelf in een soort van roes aangemeld om mee te doen aan het Food Network-programma “Chopped”. Maandenlang hoorde ik er niets van. Toen op zekere dag, ongeveer zes maanden later, wilden ze ineens dat ik meedeed aan een proefaflevering.

Toen ze me uiteindelijk e-mailden en zeiden dat ik was uitgekozen voor de show, zat ik diep in de Effexor-ontwenning. Ik had een slechte dag en dacht dat dit nooit ging werken. Dat was echter het minste van mijn problemen, want ik had ook nog eens een totaal onverwachte kans gekregen om een jaar lang de wereld rond te reizen voor werk.

Ik denk dat de meeste mensen als ze een dergelijke kans zouden krijgen, enthousiast en dankbaar waren geweest en het graag zouden willen. Voor mij was er echter helemaal geen sprake van blijdschap over deze kans. Ik zag gewoon maar twee opties: óf ik ga door met mijn zelfdodingsplannen óf ik ga op reis. Ik dacht dat mijn leven onmogelijk nog hetzelfde kon zijn ná zo’n reis. Dat was dus de reden waarom ik daarvoor koos. Ik wilde het niet echt om de redenen die je zou verwachten. Het was meer van het is dit of dat, dus we gaan nu voor de minst erge optie en zien daarna wel wat er gebeurt.

Er waren veel logistieke problemen om dit te laten werken. Eén van de problemen waar ik tegenaan liep, was dat ik geen koffer met de zes medicijnen die ik op dat moment gebruikte, mee de wereld rond kon nemen. Op sommige plaatsen waar ik naartoe ging, mag je geen psychiatrische medicijnen het land in brengen. Ik zou niet per se in staat zijn om een betrouwbare vervanger te vinden in het midden van Cambodja, dus het was een gegarandeerd recept voor problemen.

Ik had ongeveer zes maanden de tijd voordat ik zou vertrekken en daarom deed ik wat ik moest doen volgens de reclames: ik ging naar mijn dokter. Deze keer ging ik naar een psychiater, niet naar mijn huisarts. Ik zag haar en ze was niet bepaald helpend. Ze vertelde me dat als ik ontwenningsverschijnselen zou hebben, ik me misschien een paar dagen grieperig zou voelen. Op dat moment gebruikte ik de laagste dosis Effexor op de markt, 37,5 milligram. Ze zei: “Nou, ik kan je geen lagere dosis voorschrijven”. Er was geen sprake van een bereidingsapotheek, de term hyperbolische tapering bestond toen nog niet eens in onze taal.

Ze schreef me Prozac voor en zei dat ik die ter vervanging moest nemen. Ze had het over halfwaardetijden en zei: “Als je de Prozac neemt, helpt dat de verandering te overbruggen”. Ik vertelde haar dat ik probeerde af te bouwen omdat ik besefte dat ik mijn referentiepunt moest leren kennen. Ik dacht nog steeds dat ik gewoon een ander medicijn nodig had. Maar ik zei: “Hoe kunnen we weten wat ik nodig heb als ik niet een tijdje zonder iets zit, want mijn enige referentiekader is hoe ik als 14-jarige was, zo’n 15 jaar geleden.

Ik dacht: “Waarom zou je me nog een extra psychiatrisch middel voorschrijven waar ik dan vervolgens ook weer vanaf moet? Dat slaat toch nergens op?” Mijn vader gebruikte Prozac kort voordat hij stierf en hij haatte het. Ik dacht bij mezelf dat als er een soort genetische component is in hoe het lichaam dit medicijn verwerkt, dat het niet veel goeds voor mij voorspelde. Al wist ik niet waar ik aan begon, ik zei gewoon: “Bekijk het maar!” Ik stopte alsof het niets was ineens met Effexor. Daar begon een nieuw hoofdstuk, al wist ik dat toen nog niet…

Moore: Dat was een van de delen van je boek dat me het meest raakte omdat ik zelf een moeilijke ontwenningsperiode heb doorgemaakt. Als je online gaat kijken naar de beschrijvingen van ontwenningsverschijnselen, dan zie je een lijst met lichamelijke symptomen zoals misselijkheid, brain zaps (electrische shock ervaringen in het hoofd) en griepachtige symptomen. Je leest die lijst en het ziet er eigenlijk niet zo erg uit. Je denkt bij jezelf dat je het wel zult kunnen verdragen.

Maar als je de ervaring doormaakt doet die lijst met symptomen de werkelijke ervaringen geen recht. In je boek leg je dat prachtig vast. Waar niet vaak over gesproken wordt, is het effect van ontwenning op je denkprocessen. De chaos waarin je geest verkeert, de willekeurige woede die uit het niets opkomt, de soms misleidende gedachten die je krijgt. De vragen: “Ben ik gek? Gebeurt dit echt met mij? Ga ik iets doen met die vreemde gedachten die ik heb?” Je hebt de maalstroom die zich in je hoofd afspeelt als je door de eerste stadia van ontwenningsverschijnselen gaat heel goed weergegeven.

Siem: Wat ik me realiseerde was dat dit alleszins onmogelijk te begrijpen was of zelfs maar te herkennen als de ander het niet op de één of andere manier zelf heeft ervaren. Ik was daar heel bewust mee bezig omdat het wel relevant is dat mensen die ontwenning meemaken de mogelijkheid hebben te zeggen: “Ja, ik begrijp dat ik zus en zo ben, maar ik ben niet de enige”. Ik had zoiets zelf niet en daarom is mijn boek in sommige opzichten het boek waarvan ik wilde dat ik het had gehad toen ik door ontwenningsverschijnselen ging. Hoe meer voorschrijvers, familieleden of verzorgers het boek lezen, hoe meer ze een idee krijgen van wat hun geliefde of patiënt doormaakt en hoe beter ze in staat zullen zijn om in het ontwenningstraject mee te bewegen. Het is heel bewust geschreven om dat effect te creëren.

Moore: Er is een stukje in het boek dat ik graag las waar het voor het eerst tot je doordringt dat je vrij bent van de medicijnen na al die moeilijke momenten. Je neemt duiklessen en je moet een toestemmingsformulier invullen waarop staat: “Gebruikt u op dit moment voorgeschreven medicijnen? Je schrijft: “Voor het eerst in mijn volwassen leven mag ik ‘nee’ schrijven, in vette letters. Ik voel een soort trots in me opborrelen. Ik heb het niet met veel gratie of waardigheid gedaan, en ik ben nog steeds een puinhoop, maar ik heb het gedaan.” Het lezen van dat stukje ‘vierend zelfbesef’ deed me glimlachen.

Siem: Onlangs liet ik mijn hersenen scannen voor een soort onderzoek, gewoon ‘voor de lol’. Ik weet niet of andere mensen het zo ‘lollig’ zouden vinden, maar ik ben gewoon zeer geïnteresseerd om zowel vanuit de onderzoekskant als vanuit de psycho-spirituele kant te leren, omdat ik denk dat die diep met elkaar verbonden zijn. Dus ik had zo’n kapje op mijn hoofd gevuld met 19 kleine knobbeltjes en ze smeerden allemaal smurrie in mijn haar en krabden op mijn huid om ervoor te zorgen dat de elektrogeleiding goed verdeeld was en tegelijkertijd stelden ze me allemaal routinevragen. Een daarvan was: “Gebruikt u medicijnen op recept?” Dat was wéér zo’n moment waarop ik kon zeggen: “Nee, dat gebruik ik niet.” De afbouw is nu zeven jaar geleden en het antwoord is nog steeds ‘nee’.

Moore: Ik denk dat dit voorbeeld de mensen een idee kan geven van de ernst van de ervaring als mensen vele, vele  jaren later nog steeds met trots denken dat ze het voor elkaar hebben gekregen om van de psychiatrische middelen af te komen. Er zijn niet veel situaties in het leven waarover je dat kunt zeggen.

Een paar maanden geleden was je een gastpanellid in een van Mad in America’s online discussies over het ontwennen van psychiatrische medicijnen. Je sprak daar over het gebruik van ‘radicale acceptatie’ als een manier om met moeilijke tijden om te gaan. Je schrijft er ook over in je boek en ik vind het een heel goed concept. Ik vroeg me af of we het er hier over kunnen hebben. Wat betekent ‘radicale acceptatie’ voor jou?

Siem: Ik moet Tara Brach krediet geven voor die uitdrukking. Zij heeft een boek dat ‘Radicale acceptatie’ heet en ik heb het beslist van haar ontleend en daarbij heb ik ook veel van de concepten van haar geleerd. Ik denk dat radicale acceptatie en radicaal zelfbewustzijn hand in hand gaan. Het is de gedachte dat we op elk moment volledig moeten accepteren wat er aan de hand is, vooral als en dat het pijnlijk is. Pas als je dat eindelijk kunt accepteren en er niet langer tegen vecht, ontstaat er ruimte voor genezing, denk ik. Het wordt ook een stuk gemakkelijker om ermee om te gaan als je op veel manieren bijna vrienden kunt worden met de pijn. Voor mij is het de kunst om te ontdekken dat het op de een of andere manier nooit om de pijn gaat. Dat geldt zowel voor fysieke pijn als voor emotionele pijn.

Op dit moment weet ik dat ik er altijd mee om kan gaan. Ik heb geleerd om er een beetje afstand van te nemen op een manier waarbij ik meer de waarnemer ben dan dat ik het ervaar. Zelfs met fysieke pijn merk ik dat ik bijna in een toestand kan komen waarin er een soort muur is tussen wat ik de ziel of de geest zou kunnen noemen en het lichaam die de pijn ervaart. Als ik mezelf aan de goede kant van die muur krijg, dan voel ik de pijn nog steeds, maar op de een of andere manier voelt het niet helemaal hetzelfde. Het is heel moeilijk uit te leggen. Ik denk niet dat er woorden zijn die het ooit volledig zullen omvatten, maar het geeft een beetje respijt.

Het gaat nooit om het moment, ook al denken we van wel. Het gaat om de angst dat er nooit een einde aan komt, dat is waar de echte pijn vandaan komt. We hebben allemaal in ons eigen leven het bewijs dat we alles wat er op ons af is gekomen, aankunnen. Het feit dat we hier vandaag allemaal op deze planeet zijn, op dit specifieke moment, op het enige moment dat er werkelijk toe doet, bewijst dat we letterlijk alles hebben verwerkt wat er op ons af is gekomen en ook letterlijk al die momenten waarvan we dachten dat we er niet doorheen konden komen. Het gaat niet om het moment. Het gaat om de angst dat het nooit meer goed komt.

Als je daar op de een of andere manier afstand van kunt nemen, je terug kunt trekken en radicaal het moment kunt accepteren waarop je alle pijn hebt, laat het dan doen wat het gaat doen. Laat het verwerken hoe het gaat verwerken. Vanaf dat moment kunnen we het loslaten en de druk een beetje wegnemen en de bevestiging krijgen dat niets voor altijd is. Wanneer je je realiseert dat niets voor altijd is, dan beginnen dingen te stromen en kan de druk van de pijn afnemen.

Moore: Ik weet niet meer wie de uitdrukking ‘This too shall pass’ heeft bedacht en het klinkt altijd erg zweverig, maar als je je vastklampt aan de gedachte dat niets zo vast zit, dan weet je dat verandering mogelijk is.

Er is ook iets met je zelf vertrouwen. Je lichaam vertrouwen dat het een weg weet te vinden door die moeilijke tijden en je geest vertrouwen dat het de turbulentie oplost. Als je op je lichaam kunt vertrouwen en niet emotioneel gefixeerd raakt en nog meer energie toevoegt aan een toch al chaotisch systeem, dan denk ik dat dat voor sommige mensen helpend kan zijn.

Siem: Klopt. Ik denk daar zoveel over na en voor mij ging het er bij het ontwennen om dat ik zoveel mogelijk ruimte probeerde te maken tussen de onttrekkingsreactie en míjn reactie, zodat die dingen vervaagden. Ik bedoel, geconfronteerd worden met wat het ook was, het hardop uitspreken, wat het ook was, op de een of andere manier, als ik het gewoon allemaal naar boven bracht in mijn bewustzijn, dan zou het de situatie een beetje onschadelijk maken. Als ik echt erge opdringerige gedachten had, hielp het me als ik er gewoon een moment tussen kon zetten en het op de een of andere manier kon onderbreken.

Voor mij waren de opdringerige gedachten zo eng omdat ze gewelddadig waren en me het gevoel gaven dat ik iemand of mezelf pijn zou doen. Maar zodra ik ze hardop uitsprak of opschreef, was het alsof ik de geest zelf in de spiegel liet kijken. Die schrok ervan en het verdween. Soms had ik het gevoel dat ik dat vrij constant deed, soms schreef ik een uur lang in mijn dagboek om het tot rust te laten komen. Maar het hardop uitspreken, maakte het onschadelijk en ik denk dat toen de radicale acceptatie en het radicale zelfbewustzijn pas goed op gang kwamen. Ik moest gewoon heel eerlijk tegen mezelf zijn en zeggen dat je nu niet kunt doen alsof dit niet gebeurt, we moeten erover praten, we moeten het onder ogen zien. Ik moest veilige mensen vinden om dat mee te doen of anders maar gewoon praten met mijn hond of via een stuk papier.

Moore: De lof voor je boek is enorm en dat is heel begrijpelijk. Ik ben er zeker van dat, nu je dit boek geschreven hebt, mensen je van alle kanten mailen en om advies vragen. Hoe ga je met mensen om als ze over hun ervaringen praten?

Siem: Veel hangt af van wat ze me vragen. Ten eerste werk ik niet één op één met mensen op een therapeutische manier of eigenlijk niet eens op een adviserende manier. Er zijn fantastische mensen die dat doen. Ik heb het geprobeerd en realiseerde me dat dit niets voor mij is, dat dit niet de manier is waarop ik wil bijdragen aan deze zaak. Voor mij is bevragen en antwoorden krijgen de beste weg naar herstel.

Als mensen naar mij toekomen, probeer ik gewoon zoveel mogelijk bronnen aan te reiken. Als ze vragen stellen over mijn persoonlijke verhaal, geef ik graag antwoord. Dan geef ik ze gewoon hulpmiddelen, want uiteindelijk is het aan ieder voor zich om diens eigen genezingsproces te doorlopen, dus ik kan ze niet door zo’n proces heen slepen. Ik kan ze wel zoveel mogelijk hulpmiddelen geven. Ik blijf zoveel mogelijk op de hoogte van de nieuwste onderzoeken en wat er gaande is, zodat ik de juiste tools kan bieden.

Telkens als mensen contact met me opnemen, is het op de een of andere manier precies hetzelfde en toch weer helemaal anders. Uiteindelijk heeft iedereen het over hetzelfde. Ze hebben allemaal hetzelfde probleem, maar de manier waarop het zich manifesteert doet me soms versteld staan.

Onlangs sprak ik met de ouder van een 17-jarige jongen die antidepressiva kreeg. Op een bepaald moment tijdens de pandemie kreeg hij last van post-SSRI seksuele disfunctie (PSSD). Hij is 17 jaar oud en dus ging hij op de zwarte markt testosteron kopen omdat hij veel onderzoek had gedaan en had vastgesteld dat dat een deel van zijn probleem was. Hij realiseerde zich dat er een probleem was en hij was er boos over. Geen van de artsen kon hem helpen omdat ze de problematiek niet kenden. Hij heeft op dit moment meer kennis over het onderwerp dan zij. Maar wat doe je eraan? Hij koopt steroïden op de zwarte markt om een probleem op te lossen dat veroorzaakt is door een psychiater toen hij 14 jaar was. Het verbaast me dat het internet 17-jarigen toestaat om over dit alles te vinden en vervolgens te laten onderzoeken hoe ze hun probleem kunnen oplossen met hormonen van de zwarte markt.

Het is gewoon schokkend hoeveel uiteenlopende verhalen ik hoor. Maar zolang ze weten dat ze niet alleen zijn en dat iemand naar ze luistert, vind ik dat een hele verbetering. Er is een balans tussen begrijpen wat er met je aan de hand is en ook de kracht en het gevoel hebben om je dan terug te trekken van andermans pijn, want als je online gaat op een internetforum, praat iedereen daar in principe vaak over de ergste dag van diens leven. Als je daar te veel tijd doorbrengt, verlies je alle gevoel voor je eigen kompas, omdat het daar zo donker is. Als mensen naar lotgenotengroepen gaan, denk ik dat ze, indien mogelijk, beter in levende lijve kunnen praten. Dan hebben ze een vooraf bepaalde tijd en praten ze persoonlijk of via Zoom en is het niet zo dat ze voor onbepaalde tijd op een forum zitten te doemdenken.

Moore: Is er nog iets dat je graag wilt delen?

Siem: Ik hoop natuurlijk dat zoveel mogelijk mensen het boek gaan kopen of ernaar gaan luisteren, want ik denk dat de dingen die mensen eruit kunnen halen zo verschillend en belangrijk zijn. Op een meer algemeen niveau denk ik dat het belangrijk is dat mensen gaan begrijpen hoeveel pijn mensen in ontwenning ervaren en wat ze doormaken. Nogmaals, we zijn allemaal het middelpunt van onze eigen verhalen, dus het kan heel erg voelen alsof jij de enige bent die het overkomt. Proberen er een les uit te halen, kan heel moeilijk zijn als je er middenin zit.

Ik denk dat als je je een beetje kunt concentreren op hoe je door deze ervaring uiteindelijk zoveel mensen om je heen gaat kunnen helpen, omdat je er ooit uitkomt als iemand met een enorm empathisch vermogen en een beter begrip van jezelf. Dat verfijnde innerlijke kompas zal je helpen door de wereld te navigeren op een manier die resoneert met jou en daardoor ook resoneert met andere mensen.

Als je gewoon een manier kunt vinden om dit te zien als de grootste leerervaring die je ooit zult hebben, zelfs als het klote is. Als je gaat geloven dat het op de een of andere manier je plicht is om dit te dragen en te beginnen met radicale acceptatie en radicaal zelfbewustzijn, dan zul je kunnen beginnen met het bevragen. Ik denk dat hoe meer je dat werk kunt doen, hoe sneller dit proces zal gaan. Want een deel van de reden waarom het er is, is om je te laten leren, bewegen en slagen. We zijn allemaal gezegend met deze gave op een manier die niemand wil, maar er kan zoveel goeds uit voortkomen als je jezelf simpelweg bij elkaar raapt en je eigen laat meevoeren.

Moore: Brooke, heel erg bedankt. Je boek was erg aangrijpend om te lezen. Ik identificeerde me zo met de mentale chaos die je beschreef, de op hol geslagen, opdringerige gedachten, de plotselinge stormloop van emoties en impulsen die niet gemakkelijk te verklaren zijn. Ook het gevoel het contact met jezelf als persoon te verliezen, met ervaringen gefilterd door deze farmacologische lens. Ik dring er bij luisteraars op aan om een exemplaar aan te schaffen en het te lezen. Ik ben zo blij om te zien hoe je die ervaringen hebt overstegen en dat het boek zoveel goeds doet voor mensen. Het was fascinerend om over een deel van jouw reis te praten, Brooke.

Siem: Heel erg bedankt dat ik mocht komen en ook voor al jouw geweldige werk.

***Gepubliceerd op Mad in America, 25 oktober 2023. Vertaald door MitN***

MIA Reports wordt mede mogelijk gemaakt door een gift van The Thomas Jobe Fund.

Vorig artikelExperiment agouti-muizen toont positieve invloed voeding van moeder op genexpressie van nakomelingen aan
Volgend artikelOpinie: Stephen Fry krijgt een podium om te zeggen dat de psychiatrie hem heeft gered. Hoe zit het eigenlijk met luisteren naar degenen die erdoor geschaad zijn?