Door Peter Simons – 8 april 2024
Onderzoekers wilden in deze onlangs uitgevoerde studie achterhalen hoeveel van de onderzoeksliteratuur inzake antidepressiva valide is en hoeveel er “gekaapt is voor marketingdoeleinden”. Ze bekeken de grootste, meest invloedrijke klinische studies naar antidepressiva en ontdekten dat bijna de helft zo bevooroordeeld was dat ze konden worden beschouwd als “seeding trials” – oftewel studies die marketingmateriaal leveren voor de farmaceutische sector in plaats van valide wetenschappelijke data.
“Grote onderzoeken zijn zeldzaam als het gaat om onderzoek naar antidepressiva. In de weinige bestaande proeven zijn belangrijke uitkomsten zoals suïcidaliteit en de functionele impact van psychische stoornissen weinig onderzocht. Een aanzienlijk deel van deze onderzoeken zou marketingonderzoek (‘seeding trials’) kunnen zijn,” schrijven de onderzoekers.
Het onderzoek, geleid door Samuel Martineau van de Universiteit van Rennes, Frankrijk, is gepubliceerd in BMJ Open. Bij de onderzoekers waren ook Florian Naudet en Ioana-Alina Cristea betrokken, die co-auteurs waren van eerdere studies over hoe de farmaceutische industrie regelgevende instanties voor medicijnen op meerdere manieren ondermijnt en hoe medische tijdschriften bevooroordeelde publicatiebeslissingen nemen.
Klinische onderzoeken worden beschouwd als de meest betrouwbare bron van informatie over de werkzaamheid van een medicijn. Toch zitten deze onderzoeken vol vooroordelen omdat de farmaceutische industrie ze gebruikt als marketingmateriaal. Volgens recent onderzoek van John Ioannidis aan Stanford werd tweederde van de meest geciteerde klinische onderzoeken gefinancierd door de farmaceutische industrie en worden bijna al deze onderzoeken gepubliceerd met resultaten die gunstig uitvallen voor de sponsor.
Onderzoekers hebben consequent vastgesteld dat financiering door de industrie leidt tot bevooroordeelde onderzoeksresultaten en vooringenomen richtlijnen. In alle medische specialismen is de kans groter dat onderzoekers tot pro-industriële conclusies komen als ze geld ontvangen van de industrie. Farmaceutisch geld wordt ook gebruikt om cursussen voor “permanente educatie (bijscholing)” te betalen, evenals voor commentaren en opiniestukken in belangrijke medische tijdschriften die worden gebruikt om hun medicijnen aan de man te brengen.
Veel voorkomende vormen van wangedrag bij deze onderzoeken zijn het verdraaien van de resultaten om ze gunstiger te laten lijken, het uitsluitend publiceren van secundaire uitkomsten die gunstiger zijn dan gefaalde primaire uitkomsten, het niet beoordelen van ongunstige uitkomsten zoals suïcide en het weglaten van negatieve onderzoeken op de werkvloer (publicatiebias).
In de huidige studie identificeerden Martineau en collega’s alle grote onderzoeken naar antidepressiva (met >800 deelnemers) die geregistreerd stonden op clinicaltrials.gov. Ze vonden 31 onderzoeken, waarvan er 23 afgerond werden en waarvan de resultaten uiteindelijk in 17 gevallen werden gepubliceerd. Slechts 4 hiervan waren gerandomiseerde, dubbelblinde onderzoeken. Op de lijst stonden bekende, invloedrijke onderzoeken zoals STEP-BD en STAR*D.
De onderzoekers zochten naar specifieke criteria om “seeding trials” te identificeren. Deze onderzoeken, die eerder als “marketing” dan als wetenschappelijk bewijs worden beschouwd, vertoonden de volgende tekenen van vooringenomenheid en manipulatie:
- De industrie controleert de onderzoeksopzet;
- De industrie controleert de gegevensanalyse;
- De industrie controleert het schrijven van de publicatie;
- Er zijn veel locaties bij betrokken, maar ze werven elk een laag aantal patiënten;
- De samenvatting van de publicatie wordt verdraaid, inclusief het weglaten van relevante uitkomsten en
- Conclusies worden gebaseerd op secundaire en vervangende (surrogaat) eindpunten.
“Grote onderzoeken worden soms gekaapt voor marketingdoeleinden, omdat daarmee de productmonsters doelgericht kunnen worden uitgezet bij ‘belangrijke opinieleiders en behandelaars’ (Opmerking MitN: sleutelfiguren), waardoor hun betrokkenheid bij en loyaliteit aan het product wordt verzekerd”, schrijven de onderzoekers.
Van de 17 gepubliceerde onderzoeken bleken er 8 te voldoen aan de criteria om te worden beschouwd als “suspected marketing trials” (47%). Bij 7 van de 8 was er sprake van “medical writing support”, een andere term voor ghostwriting door de industrie. Van de 59 auteurs van deze 8 onderzoeken hadden er 58 belangenverstrengeling met farmaceutische bedrijven; 34 waren directe werknemers bij farmaceutische bedrijven. Alle 8 publicaties hadden een draai in het abstract om het positiever over te laten komen en 4 baseerden hun conclusies alleen op secundaire en surrogaat eindpunten. Geen van de 8 onderzoeken nam suïcidaliteit mee in de resultaten.
Deze 8 “marketing trials” werden uitgevoerd door Pfizer, Wyeth en Eli Lilly en waren gericht op venlafaxine, duloxetine en escitalopram. Ze werden gepubliceerd in vooraanstaande tijdschriften, waaronder 4 in het Journal of Clinical Psychiatry en 1 in het Journal of Affective Disorders.
Van de in totaal 31 onderzoeken keken er 5 specifiek naar suïcidaliteit; geen enkel van deze onderzoeken werd gepubliceerd.
Volgens Martineau en collega’s slagen trials die “uitsluitend gedreven worden door marketingbelangen” er niet in om echte klinische vragen te beantwoorden. Grote, goed uitgevoerde onderzoeken zouden het beste bewijs kunnen leveren voor de vraag of de risico’s (zoals verhoogde suïcidaliteit) opwegen tegen de voordelen van een medicijn. In plaats daarvan vermijdt de farmaceutische industrie het rapporteren van de schade van de medicijnen, blaast ze de voordelen op met spin- en outcome-switching en vermijdt ze simpelweg het publiceren van onhandige resultaten.
Uiteindelijk, zo schrijven de onderzoekers, zijn deze onderzoeken “een verspilling van geld, onderzoeksinspanningen en tijd van patiënten, aangezien er geen nieuwe kennis is geproduceerd”.
Ze schrijven dat medische tijdschriften moeten screenen op de kenmerken van seeding trials. Publicatie ervan moet ofwel worden voorkomen ofwel moet ervoor gezorgd dat deze kenmerken duidelijk worden vermeld zodat de lezer dergelijke studies kan herkennen. Ze voegen eraan toe dat toezichthouders en institutionele beoordelingscommissies meer betrokken moeten worden bij het vaststellen van onderzoeksresultaten, waaronder patiëntgerichte resultaten zoals goed functioneren en suïcidaliteit, in plaats van zich te richten op beoordelingsschalen voor symptomen. Tot slot schrijven ze dat er richtlijnen moeten komen waaraan de industrie zich moet houden om onderzoeken nauwkeurig en transparant uit te voeren en resultaten te rapporteren.
***Gepubliceerd op Mad in America, 8 april 2024. Vertaald door MitN***
Martineau, S., Cristea, I. A., Chevance, A., Fanelli, D., & Naudet, F. (2023). Are large prospective trials on antidepressants in mental disorders seeding trials? A descriptive study of trials registered on ClinicalTrials. gov. BMJ Open, 13, e062913. doi:10.1136/bmjopen-2022-062913 (Link)