De huidige klinische praktijkrichtlijnen inzake het afbouwen van een antidepressivum schieten ernstig tekort volgens artikel van Deense onderzoekers. Geen van de door hen gereviewde CPG’s raadde expliciet het afbouwen of stoppen met antidepressiva aan én geen enkele besprak hoe ontwenningsverschijnselen eruit zouden kunnen zien tijdens het verminderen of staken.
Door Samantha Lilly – 28 Februari 2022
Een artikel, onlangs verschenen in het tijdschrift Therapeutic Advances in Psychopharmacology, onthult dat de huidige Klinische praktijkrichtlijnen (CPG’s) voor het afbouwen van antidepressiva niet voldoen. De Deense onderzoekers Anders Sørensen, Karsten Juhl Jørgensen, en Klaus Munkholm voerden een systematische review uit van CPG’s voor Engelstalige landen met een hoog inkomen. Hun resultaten wijzen op ernstige tekortkomingen in de richtlijnen. Dit kan ertoe leiden dat behandelaars op het verkeerde been gezet worden en zo onbedoeld hun patiënten in gevaar brengen.
«Ongeveer de helft van de patiënten die antidepressiva gebruiken en proberen te stoppen of hun dosis te verminderen, krijgen te maken met ontwenningsverschijnselen, waaronder griepachtige verschijnselen, angst, emotionele labiliteit, verminderde stemming, prikkelbaarheid, huilbuien, duizeligheid, beven, vermoeidheid en elektrische schokken. De symptomen houden meestal weken aan, maar kunnen ook maanden of zelfs jaren aanhouden. De helft van de patiënten die ermee te maken krijgen, beoordeelt de symptomen als ernstig.»
«Naast de ontwenningsverschijnselen kan het stoppen met antidepressiva ook moeilijk zijn om mentale redenen. Het kan gaan om angst voor terugval, denken dat er een biochemische oorzaak van depressie is, onvoldoende emotie-regulerende vaardigheden en copingstrategieën bezitten, de behoefte aan sociale steun, de psychologische afhankelijkheid of eerdere mislukte stoppogingen ervaren hebben.»
Het afbouwen en stoppen met antidepressiva is een uitdagend en lang proces. Hierbij is vaak intensief contact en steun van het behandelteam en de voorschrijver nodig. Dit nog afgezien van een solide netwerk met hulp van lotgenoten en steun van naasten. Desondanks zijn de huidige richtlijnen om te stoppen of af te bouwen vaak vaag en onnauwkeurig. Dit is niet alleen vervelend voor gebruikers maar ook voor hun behandelaars.
De aanvankelijke verzameling van richtlijnen leverde 21 bruikbare, eenmalig toegepaste richtlijnen voor klinische behandelingen op, voorgesteld door belangrijke nationale of internationale gezondheidsautoriteiten en professionele organisaties. De CPG’s werden gepubliceerd over een periode van meer dan 20 jaar (1998-2020). Van de 21 unieke richtlijnen waren er 7 afkomstig uit de Verenigde Staten, 5 uit het Verenigd Koninkrijk en 1 uit respectievelijk Canada, Nieuw Zeeland, Schotland, Singapore en Australië. Daarnaast waren er nog drie CPG’s van internationale organisaties. Deze richtlijnen werden vervolgens onafhankelijk van elkaar door Munkholm en Sørensen uitgespit voor data-extractie. Ze werden beoordeeld en getoetst op kwaliteit. Er werd gekeken of de huidige richtlijnen uitgebreid genoeg waren en relevant genoeg voor behandelaars om hun patiënten te kunnen helpen om het stoppen van hun antidepressiva te handelen.
Na een grondige beoordeling van de geëxtraheerde gegevens en een screening op kwaliteit, vonden de auteurs het volgende:
«Het staken van antidepressiva door de dosis geleidelijk af te bouwen werd aanbevolen in 15 (71%) van de CPGs. In 9 (43%) van de CPG’s werd een bepaalde periode voor het afbouwen aanbevolen, variërend van tenminste vier weken tot 6 maanden. Er waren 6 CPG’s (29%) die de duur van het afbouwen niet specificeerden maar aanraadden om antidepressiva ‘langzaam af te bouwen over een langere periode’ of ‘af te bouwen gedurende tenminste enkele weken’. De overige 6 CPG’s gaven geen richtlijnen met betrekking tot het afbouwen.»
«Snelle of abrupte stopzetting werd aanbevolen in 2 (10%) van de CPG’s, wanneer zich ernstige bijwerkingen voordeden of voor patiënten die stopzettingsverschijnselen kregen ondanks een langzame afbouw…onderhoudsbehandeling met antidepressiva na symptomatische remissie werd aanbevolen in 17 (81%) van de CPG’s…de overige CPG’s gaven geen direct advies over wat te doen wanneer behandeling met antidepressiva kan worden beëindigd.»
Géén van de CPG’s raadde expliciet afbouwen of stoppen aan, en géén besprak hoe ontwenningsverschijnselen eruit zouden kunnen zien tijdens het afbouwen of stoppen.
De auteurs menen dat de klinische resultaten van het onderzoek belangrijk zijn:
«…de beperkte en vage richtlijnen over het afbouwen en stoppen met antidepressiva in de huidige CPG’s, die in veel gevallen bijna niet te vinden waren, betekenen dat ze weinig ondersteuning bieden voor artsen die patiënten willen helpen met het stoppen of afbouwen van antidepressiva. Dit kan tot gevolg hebben dat artsen aarzelen om patiënten te ondersteunen in het proces van stoppen met….»
«…de overlap in symptomen tussen eventuele onttrekkingsverschijnselen en depressieve symptomen werd slechts in zeer weinig CPG’s erkend. Er werden geen richtlijnen gegeven over hoe onderscheid te maken tussen deze twee fundamenteel verschillende klinische situaties. Het ontbreken van dergelijke richtlijnen kan tot gevolg hebben dat de medicamenteuze behandeling bij sommige patiënten onnodig wordt voortgezet als onttrekkingsreacties verkeerd worden gediagnosticeerd als terugval. Dit kan mogelijk leiden tot het hervatten van de medicamenteuze behandeling in de onjuiste veronderstelling dat het antidepressivum nodig was om terugval te voorkomen.»
***Gepubliceerd op Mad In America, 28 Februari 2022. Vertaald door MitN. De vertaling is op enkele punten ingekort.***
Sørensen, A., Juhl Jørgensen, K., & Munkholm, K. (2022). Clinical practice guideline recommendations on tapering and discontinuing antidepressants for depression: a systematic review. Therapeutic Advances in Psychopharmacology, 12, 20451253211067656. (Link)