Onderzoekers bezorgd over toename aan psychiatrische zelfdiagnoses

Onderzoekers uiten hun bezorgdheid over de pathologisering van het dagelijks leven door een toename aan zelfdiagnoses en een vervaging van het begrip ervan (concept creep).

Check op computer, aantekeningen maken, overleggen met vrienden, als symbool voor zelfdiagnose.

Door Peter Simons – 1 juli 2024

In deze studie ontdekten onderzoekers dat mensen die een ruimere interpretatie hadden van wat een psychiatrische stoornis inhoudt, eerder geneigd waren om zichzelf te diagnosticeren en psychiatrische hulp te vragen:

“Strikt genomen kan zelfdiagnosticering bijdragen in het zoeken naar hulp”, schrijven de onderzoekers, “maar het kan ook leiden tot overdiagnosticering, overmatig gebruik van diensten, schadelijke coping en minder grip op de aandoening”.

Het onderzoek werd uitgevoerd door Jesse S.Y. Tse en Nick Haslam van de Universiteit van Melbourne en gepubliceerd in SSM – Mental Health.

De toename van psychiatrische zelfdiagnoses onder jongeren heeft geleid tot bezorgdheid onder onderzoekers over de negatieve gevolgen die het kan hebben op het gevoel van zelfbeeld, stigmatisering en het ervaren van leed (distress).

Sommigen hebben deze zelfdiagnose-trend in verband gebracht met sociale media, met name TikTok, waar tienermeisjes worden overgehaald om zich te identificeren met zeldzame stoornissen en deze te verheerlijken en ‘verleid worden’ om eetstoornissen te ontwikkelen om zo bij populaire contentmakers te horen. Dit wordt ook aangemoedigd door bedrijven met winstoogmerk, zoals Cerebral, die TikTok gebruiken om de zorgen van tieners over gewicht en uiterlijk aan te wenden om hun diagnose- en medicatiediensten te promoten.

In het huidige onderzoek brachten Tse en Haslam “concept creep” in verband met die toegenomen zelfdiagnostiek. Er is sprake van “concept creep” als een definitie na verloop van tijd steeds breder uitlegbaar wordt en steeds meer gaat omvatten. Specifiek in de psychiatrische context omvat dit een breder scala aan gedragingen of gevoelens die als stoornis worden beschouwd (horizontal creep), maar ook mildere vormen van emotioneel leed die als stoornis beschouwd worden (vertical creep).

Een voorbeeld van concept creep is de nieuwe diagnose “langdurige rouwstoornis” (PGD) die controversieel is omdat mensen die na zes maanden tot een jaar nog steeds intens rouwen om het verlies van hun dierbare(n) nu als ‘geestesziek’ worden gedefinieerd. Naast dat iets wat een normaal onderdeel van de menselijke ervaring is als een geestelijke ziekte bestempelt wordt, heeft de diagnose ook de deur geopend voor de farmaceutische industrie, die nu claimt dat rouw een vorm van verslaving is die behandeld kan worden met verslavingsmedicatie.

Volgens Tse en Haslam:

“Critici, van wat op verschillende manieren diagnostische inflatie, medicalisering, pathologisering en psychiatrisering wordt genoemd, hebben het gevaar van deze invloeden aan het licht gebracht. De gemeenschappelijke deler onder al deze kritieken is dat de concepten van geestelijke stoornissen in de loop der tijd zijn opgeblazen en verspreid, met als resultaat dat gedragingen en ervaringen die voorheen als “normaal” werden beschouwd, nu als pathologisch of verstoord worden gedefinieerd.”

Ruime concepten en zelfdiagnostisering

Tse en Haslam waren geïnteresseerd in hoe concept creep van toepassing is op individueel niveau; hoe kijken mensen aan tegen psychiatrische stoornissen en hoe beïnvloedt dit hun zelfbeeld? Aan hun onderzoek namen 474 mensen deel die een online vragenlijst beantwoordden. Deze omvatte meetschalen voor het bepalen van horizontal en vertical concept creep.

Om te onderzoeken welk gedrag volgens mensen diagnosewaardig was, werden in de vragenlijst verschillende gedragingen gepresenteerd en werd deelnemers gevraagd om aan te geven of de persoon in kwestie een psychische stoornis had. Om te onderzoeken hoeveel leed een persoon moet doormaken voordat men denkt dat hij of zij een “stoornis” heeft, beschreef de vragenlijst gedrag op de grensvlak van “stoornis” en vroeg deelnemers te antwoorden of de persoon al dan niet “een geestelijke stoornis” zou hebben.

Naast deze schalen vroegen de onderzoekers naar de mate van leed (distress) en beperking, kennis over psychiatrische definities en stigma. Ze vroegen deelnemers ook of ze professionele hulp hadden gezocht of wilden zoeken en of ze een zelfdiagnose of professionele diagnose hadden.

Van de 474 deelnemers hadden 288 (60,76%) ooit in hun leven een zelfdiagnose gesteld, terwijl 206 (43,46%) een professionele psychiatrische diagnose hadden gekregen. 197 (41,56%) hadden een actuele zelfdiagnose, terwijl 150 (31,65%) een actuele professionele psychiatrische diagnose hadden.

Het hebben van brede concepten, gering stigma, functioneel beperkt zijn, en het hebben van een hoge mate van kennis over psychiatrische definities, hing samen met het krijgen van een professionele diagnose; het niveau van leed (distress) werd niet in verband gebracht met het krijgen van een diagnose.

Het hebben van brede concepten, gering stigma, het hebben van een hoge mate van kennis van psychiatrische definities, en het ervaren van een hoge mate van leed (distress) hielden allemaal verband met zelfdiagnostiek; functionele beperkingen hielden hier geen verband mee.

De onderzoekers ontdekten dat jongere deelnemers vaker een ruimere opvatting hadden over psychische stoornissen; zowel jongere deelnemers als deelnemers die politiek liberaler waren, stelden vaker een zelfdiagnose van een psychische stoornis. Na een statistische analyse bleek dat de politieke orïentatie en leeftijd op zijn minst gedeeltelijk de bevindingen verklaarden van het aanhouden van ruimere concepten. Dit was onafhankelijk van geslacht, ras, opleiding en inkomen.

Tse en Haslam schrijven dat hun bevinding “belangrijke vragen heeft opgeworpen over de crisis in de geestelijke gezondheid onder jongeren”, omdat het zou kunnen betekenen dat jongeren in een hoger tempo slachtoffer worden van “concept creep”, wat zou kunnen leiden tot iatrogene schade als gevolg van de medicalisering van het normale scala aan menselijke ervaringen.

“Hoewel het ertoe kan leiden dat mensen hun problemen correct identificeren als stoornissen, kan het er ook toe leiden dat ze subklinische of voorbijgaande problemen ten onrechte identificeren als geestelijke stoornissen, met de mogelijke bijkomende gevolgen van dien, zoals verlies van zelfstandigheid/zelfredzaamheid, ineffectieve coping, iatrogene schade en onnodige behandeling”, schrijven ze.

***Gepubliceerd op Mad in America, 1 juli 2024. Vertaald door MitN***

Tse, J. S. Y., & Haslam, N. (2024). Brede concepten van psychische stoornis voorspellen zelfdiagnose. SSM – Geestelijke gezondheid, 6, 100326. (Link)

Vorig artikelCreatieve therapie (boetseren) en paardentherapie in aanvulling op EMDR-therapie
Volgend artikelHoe je hechtingsstijl jouw emotieregulatie en relaties beïnvloedt