Traditionele Zuid-Afrikaanse genezers gebruiken connectie als suïcidepreventie

Sangoma, Baba Liefa uit Shoshanguve, danst ter ere van zijn voorouders, gekleed in zelfgemaakte traditionele voorouderlijke kledij. ( Fotocredit: Wikipedia Commons )

Een studie onder leiding van Dr. Jason Bantjes van de Stellenbosch Universiteit onderzocht het werk dat Zuid-Afrikaanse traditionele genezers verrichten met suïcidale personen. De onderzoekers merkten op dat de traditionele genezers mensen met suïcidale gedachten ondersteunen door hen te helpen hun sociale banden te versterken, hun banden met familie en voorouders te vernieuwen, en hun cultureel erfgoed opnieuw te bevestigen door het gebruik van rituelen.

Door Rebecca Troeger – 23 mei 2018

De resultaten van de studie, die onlangs gepubliceerd werden in een nummer van Transcultural Psychiatry, geven aan dat Zuid-Afrikaanse traditionele genezers vaak werken met suïcidale personen, en dus een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de inspanningen van het land op het gebied van de volksgezondheid om suïcide te voorkomen. Bantjes en zijn team schrijven:

“Beoefenaars van traditionele Afrikaanse geneeskunde (traditionele genezers) zijn een belangrijk onderdeel van het gezondheidszorgsysteem in Zuid-Afrika, maar toch is hun stem vaak afwezig in discussies over volksgezondheid.”

Bantjes en co-auteurs leggen uit dat hun studie is geïnspireerd door de ‘cultural turn’ in de kritische suïcidologie. Deze benadering richt zich op vragen over context en cultuur in het onderzoek naar en de preventie van suïcide. Het is bedoeld om de veronderstelling van de psychiatrie en de biogeneeskunde dat suïcidaal gedrag een teken is van een “geestelijke ziekte” in twijfel te trekken. De auteurs stellen dat een dergelijk perspectief van cruciaal belang is gezien de “beperkte effectiviteit” van biomedisch georiënteerde suïcidepreventie. Bovendien is die in grote delen van de wereld nauwelijks beschikbaar. Zij waarschuwen echter ook voor een dualistische manier van denken (biogeneeskunde óf cultuur). Dat willen zij in hun werk vermijden:

“De uitdaging is om manieren te vinden om na te denken over de beperkingen van de biogeneeskunde en psychiatrische benaderingen van suïcidepreventie zonder de westerse geneeskunde te reduceren tot een karikatuur en tegelijkertijd de inheemse culturele benaderingen te idealiseren.”

De auteurs pleiten ervoor dat bij suïcidegerelateerd onderzoek en volksgezondheidsinspanningen een breder scala aan mensen betrokken moet worden die actief zijn op het gebied van suïcidepreventie. Hiertoe behoren ook mensen die niet noodzakelijk binnen de grenzen van het biomedische model passen. In die geest hebben zij getracht het werk van Zuid-Afrikaanse traditionele genezers met suïcidale cliënten te onderzoeken. Zij wilden het werk van de traditionele genezers op het gebied van suïcidepreventie in kaart brengen en ook meer te weten komen over hun opvattingen over suïcidaal gedrag en hun interventies bij suïcidale cliënten.

Zuid-Afrika telt ongeveer 200.000 traditionele genezers en 25.000 artsen. Aangenomen wordt dat 60% van de Zuid-Afrikanen een beroep doet op de diensten van genezers. De auteurs merkten op dat, hoewel traditionele genezers behandeling bieden voor een aantal fysieke en mentale gezondheidsaandoeningen, hun visie over het algemeen niet wordt meegenomen in de gesprekken over volksgezondheid in het land. Hun kennis op het gebied van gezondheidszorg is ook niet uitgebreid gedocumenteerd. Bantjes en zijn team beoogden hier een begin mee te maken door het dichten van de kloof op het gebied van geestelijke gezondheid en suïcidepreventie.

De onderzoekers hielden interviews met een zestal beoefenaars van een of meer van de drie vormen van traditionele geneeswijze – traditionele geneeskunde (inyanga), waarzeggerij (isangoma), en gebedsgenezing (umprofiti). De transcripties van de interviews werden geanalyseerd met behulp van thematische inhoudsanalyse.

De geïnterviewden vertelden dat ze regelmatig – dagelijks tot wekelijks – werken met suïcidale cliënten. Ze hadden vertrouwen in hun vermogen om suïcidale personen bij te staan en verzekerden dat suïcidaliteit niet iets is dat enkel door de Westerse geneeskunde kan worden aangepakt. Hieronder staan enkele van de elementen die volgens de genezers bijdragen aan de zelfdodinggedachten en het suïcidale gedrag van hun cliënten:

Vervreemding van identiteit, cultuur en sociale relaties

De deelnemers bespraken de rol van verstedelijking in het verlies van de verbinding van zwarte Zuid-Afrikanen met culturele tradities en de verzwakking van familiebanden. Een deelnemer legde uit dat door de verwesterlijking zwarte Zuid-Afrikanen de gewoonten van anderen hebben overgenomen en nu een “ontworteld leven” leiden. Een andere deelnemer legde uit dat moeilijkheden al bij de geboorte kunnen beginnen als traditionele geboortepraktijken niet worden nageleefd en als kinderen in ziekenhuizen worden geboren in plaats van thuis met vroedvrouwen die hen kunnen helpen begrijpen waar ze vandaan komen. Geboortetradities zorgen voor sterke banden met de voorouders en familie en bieden bescherming van verbondenheid met de oorsprong. Dezelfde ondervraagde merkte op dat “als de persoon geen sterke wortels heeft, dat een probleem kan zijn”.

Afscheiding van voorouders

De respondenten bespraken de spirituele betekenis van voorouders en hun rol bij het waarborgen van het welzijn van de mensen. Zij stelden dat wie zijn voorouders niet erkent en hen niet eert door middel van rituelen, hun bescherming tegen ziekte en ander onheil niet zal krijgen. Als zodanig vormden rituelen die werden uitgevoerd om de voorouders gunstig te stemmen en opnieuw met hen in contact te komen, een interventie die genezers aan suïcidale cliënten aanboden. Deze rituelen hebben ook tot doel de familiale en sociale relaties te versterken. Ze houden meestal in dat men naar huis gaat en de medewerking van familieleden vraagt.

“Emotionele ziekte”

De traditionele genezers noemden ook emotioneel leed als gevolg van uitdagende levensomstandigheden als een factor in het suïcidale denken en gedrag van hun cliënten. Traumatische ervaringen en gevoelens van schaamte, schuld of spijt (het hebben van een “onrein hart”) voor iemands daden werden ook genoemd als mogelijke oorzaken van suïcidaliteit.

De ondervraagden beschreven een verscheidenheid aan praktijken die gebruikt worden om mensen met suïcidale neigingen “terug in het leven te brengen”, en benadrukten het belang van het aanpassen van behandelingen aan de situatie en behoeften van de individuele cliënt. Veel voorkomende praktijken waren “zitten en luisteren”, het aanbieden van spirituele begeleiding, het houden van traditionele ceremonies en het gebruik van medicijnen (bijv. kruiden, spreuken). Deelnemers benadrukten het belang van “de tijd nemen om goed te luisteren” naar suïcidale cliënten en de noodzaak te proberen “hun behoeften te begrijpen”. Een deelnemer zei dat hij gemakkelijk 2 uur met een cliënt kan zitten om te proberen het probleem terug te voeren tot het begin. Een andere deelnemer onderstreepte dat het verschil tussen traditionele genezers en westerse artsen ‘de raadgeving/begeleiding’ is die traditionele genezers geven.

In hun uiteenzetting wijzen de auteurs op de overlapping tussen hoe de deelnemers de oorzaken van suïcidaliteit en de traditionele behandelingen beschrijven en hoe die in “westerse wetenschappelijke verslagen” worden beschreven. Zo beschreven de ondervraagden sociaal isolement, dat in de westerse wetenschappelijke literatuur ook in verband wordt gebracht met verhoogd risico op zelfdoding, als een van de mogelijke oorzaken van suïcidaal denken en gedrag. Sommige deelnemers beschreven ook de invloed van “slechte genen” die stemmen opwekken die cliënten instrueren om zelfmoord te plegen. Een verhaal dat aansluit op de biogenetische constructies van de Westerse psychiatrie over geestesziekten en rapporten over “psychose” en het risico op suïcide.

Hoewel de auteurs geen definitieve verklaring geven voor deze overlapping, suggereren ze wel dat de opvattingen van traditionele genezers waarschijnlijk zijn beïnvloed door de krachten van globalisering en verstedelijking. Zij erkennen ook dat in een omgeving waar biomedische benaderingen overheersen, traditionele genezers juist meer gedreven kunnen zijn om de metafysische/spirituele elementen te benadrukken die hun werk onderscheiden.

Interessant genoeg, gezien de visie van de traditionele genezers dat de ontkoppeling van hun cliënten van culturele tradities een belangrijke oorzaak is van suïcidaliteit, stellen de auteurs tot slot vast dat de wijze waarop de deelnemers de cultureel “gemengde” levens van hun cliënten beschrijven, erop kan wijzen dat ze “openstaan voor het overwegen van een scala van benaderingen om met suïcide om te gaan”. Zij geven echter geen details over wat dit scala aan benaderingen zou kunnen inhouden.

De auteurs eindigen met een oproep voor “genuanceerde beschrijvingen van cultuur, die niet reductionistisch of deterministisch zijn, en die ruimte maken voor tegenstrijdigheid en non-dualisme in onderzoek naar en preventie van suïcide”.

***Gepubliceerd op Mad in America, 23 mei 2018. Vertaald door MitN.***

Bantjes, J., Swartz, L., & Cembi, S. (2017). “Our lifestyle is a mix-match”: Traditional healers talk about suicide and suicide prevention in South Africa. Transcultural Psychiatry, 1363461517722065 (Link)

Vorig artikelAfbouwen psychofarmaca veranderde alles; ook de uitzichtloosheid
Volgend artikelMijn gruwelijke nachtmerrie van door psychiatrische middelen veroorzaakte acathisie (akathisia)