“Geen mens stapt ooit twee keer in dezelfde rivier, want het is niet dezelfde rivier en het is niet dezelfde mens.” Laura Delano stopte met psychiatrische medicijnen na langdurig gebruik. Dit leverde haar veel onttrekkingsklachten op, ook jaren na dato. Toch heeft ze door alles wat er na de jaren binnen de psychiatrie in haar leven is gebeurd, meer vertrouwen gekregen in haarzelf en in het vermogen van ieder mens om zichzelf te helen en te transformeren dan ooit tevoren. Nooit meer zal ze zich als een gevangene van haar lijden voelen, hoe groot of hoe permanent de pijn ook mag lijken. Laura Delano is mede-oprichter van The Withdrawal Project en The Inner Compass Initiative.
Door Laura Delano – 28 november 2013
Ik schrijf dit vanuit de serre van mijn familie, uitkijkend over de oceaan in Maine, waarvan de diepblauwe kleur verlevendigd wordt door goudkleurige spikkels van de novemberzon. Ik kijk naar de golven, de een na de andere rolt op gelijke wijze de kust op. Ik ben vol dankbaarheid voor hun schril contrast met de menselijke natuur en haar potentieel voor diepgaande verandering. De golven van de oceaan die ik voor me zie, blijven constant en onveranderlijk, begrensd door de aarde en de zwaartekracht; lange tijd heb ik geloofd dat het leven ook zo was – dat wie ik was en hoe ik me voelde en wat ik over mezelf geloofde, allemaal begrensd was door een onzichtbare kracht die me altijd gevangen zou houden in een eeuwigdurende staat van gekweld zijn. Wat mooi om te beseffen dat na al die jaren dat ik dit geloofde, ik het tegendeel bewezen heb.
Ik werd vanochtend wakker, in Maine voor het vakantieweekend met mijn familie, met de behoefte om te schrijven over mijn dankbaarheid voor het leven. Ik ben er zeker van dat deze Thanksgiving-dag er iets mee te maken heeft, want Thanksgiving is de belangrijkste dag in mijn leven, de markering van mijn donkerste uur, en de maatstaf voor alle veranderingen die daarop volgden.
Vijf jaar geleden
Aanstaande zaterdag is het vijf jaar geleden dat ik mezelf van het leven probeerde te beroven, na de beslissing om gehoor te geven aan een bijna acht jaar durende drang om te sterven. Het gebeurde aan de andere kant van het bos, ongeveer een halve mijl verwijderd van de kustlijn waar ik nu op uitkijk. Het was een koude, late namiddag, de zon zakte naar de horizon, en de aanblik van de zee was nog even mooi als altijd. Ik wist dat ik wilde dat het laatste beeld dat ik ooit zou zien deze zou zijn, mijn favoriete plek in de wereld, de plek waar mijn grootouders mijn vader en zijn broers en zussen hebben grootgebracht. Door mijn “bipolaire veroordeling” tot levenslange medicatie, levenslange afhankelijkheid van psychiaters en psychologen en maatschappelijk werkers en psychiatrische afdelingen, en mijn levenslange onvermogen om als een “normaal” mens in de wereld te passen, was het voor mij een leven geworden dat het leven niet waard was. Ik wilde een einde aan de pijn, de eenzaamheid, de hopeloosheid, de leegte. Ik wilde het meer dan ik ooit iets anders had gewild. Ik nam dit besluit in de kamer naast waar ik nu zit, toen ik uit het raam keek naar diezelfde oceaan, die zaterdagmiddag vijf jaar geleden, en ik verliet dit huis, voor wat naar mijn stellige overtuiging, de allerlaatste keer zou zijn.
Drie jaar geleden
Drie jaar geleden zat ik hier na te denken over de tweejarige verjaardag van mijn suïcidepoging en de viering van twee maanden volledig zonder psychiatrische medicijnen zijn, waar ik bijna de helft van mijn leven aan had gezeten. Ik had onlangs Robert Whitaker voor het eerst ontmoet bij een kopje koffie en begon te bloggen voor Mad in America. Ik begon nog maar net te begrijpen hoeveel ik de afgelopen dertien jaar aan psychiatrie verloren had. Ik zat vol woede, bitterheid, zelfveroordeling en frustratie over het feit dat mijn adolescentie en jongvolwassenheid waren opgeslokt door de psychiatrie. Ik was verward en gedesoriënteerd, en totaal overweldigd door het leven zonder medicijnen. Ik kwam net uit een intensief poliklinisch programma waar ik tien maanden in had gezeten, en ik was bang om de “echte wereld” weer in te gaan. Elke minuut van de dag drukte het leven zwaar op mijn fragiele en onstabiele wezen tot het punt van bijna zelf-implosie. Ik sloeg dicht bij de geringste vorm van stress, trok me terug in een lege kamer om me onder zware dekens in een bal op te krullen en daar te dissociëren. Gesprekken vervulden me met angst en frustratie, omdat het organiseren van woorden tot samenhangende zinnen om deel te nemen aan een dialoog hetzelfde was als het uitlopen van een uitputtende emotionele en cognitieve marathon, keer op keer. Ik schommelde heen en weer tussen perioden van emotionele gevoelloosheid waarbij ik me volledig van alles distantieerde, en perioden waarin ik me volledig overweldigd voelde door intense, vreemde, allesoverheersende gevoelens. Dit maakte me ervan overtuigd dat ik een soort tweezijdige persoonlijkheid was. Ik was doodop tot in het diepst van mijn wezen.
Ik voelde me gevangen in een lichaam dat vijftig pond zwaarder was geworden door de psychiatrische medicatie. (Ik realiseerde me pas later dat de “eetbuienstoornis” die ik zou hebben gehad, in feite grotendeels het gevolg was van mijn volledig ontregelde eetlust en metabolisme, veroorzaakt door de medicijnen). De enige broeken die ik nog kon dragen, waren broeken met elastische taille. Mijn huid rook vreemd, en mijn gezicht en hals waren bedekt met steenpuisten en acne. Meer dan één keer per week douchen voelde voor mij bijna onmogelijk, net als het borstelen van mijn haar. Ik verlangde naar sofa’s in mensloze kamers met televisies, zodat ik urenlang naar het scherm kon staren, wanhopig proberend om mezelf van mijn gedachten af te leiden, of om in de vergetelheid van een bewusteloze slaap te vallen. Mijn gedachten waren onontkoombaar, schreeuwden naar me: Jij bent zielig! Je bent een stuk stront! Je bent lui en een verspilling van je leven! Waarom krijg je je zaakjes niet voor elkaar?!? Je hoort nergens thuis. Niemand zal je ooit begrijpen. Je zult nooit in staat zijn om zelfstandig in de wereld te functioneren. Waarom probeer je het eigenlijk? Die psychiaters hadden gelijk. Je bent gek. Hoe kun je denken dat je zonder hen kunt functioneren? Ik vond slechts glimpen van verlichting in bierglazen met yoghurt ( want inmiddels was ik gestopt met alcohol drinken), South Park en Law and Order, Sudoku en kruiswoordpuzzels (in het begin van de ontwenning waren beide bijna onmogelijk!), en borduren. Overdag slapen was mijn enige echte ontsnapping, en pas recent sliep ik ook ’s nachts, na maanden van insomnia.
Toen ik hier in deze zonnekamer zat, aan het begin van mijn ontwaken uit de psychiatrie, was ik als een pasgeborene, worstelend om te lopen, woorden te vormen, de wereld om me heen in me op te nemen, om deel te nemen aan het leven. Ik voelde me kwetsbaar en volledig onbeschermd voor alles om me heen. Wakker zijn betekende nagenoeg verlamd door angst en verwarring zijn en een diepe rouw voelen om alles wat ik verloren dacht te hebben aan de psychiatrische medicatie en de “geesteszieke identiteit”. Drie jaar geleden, toen ik twee maanden geen lithium, Lamictal, Abilify, Effexor, Ativan en een PRN van Seroquel meer had, voelde ik me alsof ik nauwelijks nog leefde. Het enige wat ik kon doen was het leven zoals het was doorstaan en overleven.
Twee jaar geleden
Twee jaar geleden, toen ik hier zat met Thanksgiving, was ik iets langer dan een jaar gestopt met psychiatrische middelen. Ik zat nog steeds gevangen in een lichaam dat niet als het mijne aanvoelde, en was nog steeds overgeleverd aan pijnlijke en verwarrende gedachten en emoties, maar er waren verschuivingen merkbaar. Tijd had me meer afstand gegeven van Psychiatrie, en deze afstand had me langzaam dichter bij een gevoel gebracht dat ik uiteindelijk een autonoom persoon kon zijn met een onafhankelijk Zelf, ook al was ik nog steeds volstrekt onzeker over wat dat precies zou moeten betekenen. Ik begon langzaam in te zien dat ik bang was voor mezelf, voor mijn emoties, voor mijn geest, en hoewel het nog wel even zou duren voordat ik zou inzien dat deze angst de basis vormde van mijn psychiatrische indoctrinatie, begon ik me er in ieder geval bewust van te worden en werd ik er steeds beter in om het te benoemen. Met het benoemen van deze angst, was ik in staat om er afstand van te nemen. Ik kon inzien dat, hoewel ik geen controle had over de angstige gedachten die in mijn hoofd opkwamen –Jij bent te zwak, te zielig, te gebroken, te ver heen om in deze wereld te functioneren! Je zult nooit volledig genezen! Je zult nooit ergens succesvol in zijn en altijd afhankelijk zijn van je familie! Je zult altijd alleen maar een mentale patiënt zijn! – ik ze niet hoefde te geloven. En in deze belangrijke, zij het pijnlijke ruimte van bewustzijn, begon ik verlichting te vinden van de emotionele pijn. Ik begon ook te begrijpen dat ik niet zelf de ontwenning was; dat deze ondraaglijke pijn iets was dat mij overkwam, maar niet was wie ik was. Langzaam begon ik me voor te stellen dat er een leven voor me zou kunnen zijn na dit, als een menselijk wezen dat werkelijk vrij is van psychiatrie. Ik begon te denken aan het onbekende – de toekomst, wie ik zou zijn als ik genezen was van de ontwenning, wat het was dat ik zou moeten bijdragen aan de wereld – niet alleen als iets om bang voor te zijn, maar ook als iets om nieuwsgierig naar te zijn. Dit begon allemaal als een fantasie, maar in deze heilige ruimte tussen mijzelf en mijn angst, en tussen mijzelf en mijn ontwenning, begon ik te geloven dat ik misschien een zinvol leven tegemoet kon gaan.
Hoewel de emotionele worstelingen – angst, diep verdriet, woede, geïrriteerdheid, schuldgevoelens en schaamte – grotendeels hetzelfde bleven, gaven de veranderingen in de manier waarop ik mijn pijn begreep me genoeg bewijs om vol te houden, om de ene voet voor de andere te blijven zetten, om me op de toekomst te blijven richten, hoe bang ik er ook voor was en hoeveel pijn ik ook nog steeds had. Twee jaar geleden begon ik langzaam vertrouwen in mezelf te krijgen, en in mijn vermogen om te blijven veranderen, ook al was ik me daar nog niet volledig van bewust. Elke dag doorgaan, ondanks de pijn, was een daad van dat zelfvertrouwen.
Aan het eind van dat weekend, twee jaar geleden, herinner ik me dat ik naar de eerste hulp reed om een bedankkaartje achter te laten voor de eerstehulparts die mijn bewusteloze lichaam in leven hield totdat de LifeFlight arriveerde om me naar het Massachusetts General Hospital te brengen. In dat kaartje schreef ik hoe dankbaar ik was dat mijn leven gered was, zodat ik een tweede kans kreeg om mens te zijn. Ik herinner me dat ik die woorden schreef en niet zeker wist wat ze betekenden, alleen dat ik wist dat ik ze moest schrijven. Ik realiseer me nu dat toen ik een jaar van de psychiatrische medicatie af was, ik dankbaarheid begon te ervaren, nog steeds meestal in kleine lichtpuntjes, maar soms zelfs dagen achtereen, ondanks de voortdurende emotionele kwelling. Het was daar dat ik begon in te zien dat hoop en emotionele pijn naast elkaar kunnen bestaan, en dat hoop in feite het krachtigst is wanneer het standhoudt temidden van lijden. Ik had geen idee waar mijn leven heen zou gaan of hoe ik het zou kunnen leven, maar ik wist toen voor het eerst dat het ergens heen zou gaan en dat ik op de een of andere manier misschien sterk genoeg was om het vol te houden en het uit te zoeken.
Vandaag
In deze serre heb ik de afgelopen dertig jaar bij mijn grootouders en ouders op schoot gezeten, met poppenwagens over de vloer gereden, met speelgoed gespeeld, honden over hun buik gekrabd, boeken gelezen, naar de oceaan gekeken, met het leven geworsteld, mijn dood gepland en opnieuw ontdekt wat het betekent om mens te zijn. Het is grappig om eraan terug te denken hoe de ‘ik’ van drie jaar geleden – twee maanden zonder medicijnen, hier zittend in doodsangst, zin hebbend om haar huid eraf te rukken, haar gedachten af te sluiten en haar longen uit haar lijf te schreeuwen van emotionele pijn – waarschijnlijk zou hebben gereageerd als haar was verteld dat ze over drie jaar gemoedsrust zou voelen, en een band met zichzelf, met de wereld om haar heen, en met een leven opgebouwd zou hebben dat betekenisvol en authentiek zou zijn. Ik denk niet dat ze het zou hebben geloofd. Waarschijnlijk zou ze het idee hebben afgedaan als totaal onmogelijk en zelfs, nou ja, als flauwekul. Maar dit is waar ik me nu bevind, nog vroeg in mijn genezingsreis, maar ver genoeg om nu volledig te geloven dat het leven zich op de meest verbazingwekkende manieren voor me zal blijven ontvouwen. Als ik het maar toelaat, en als ik mezelf toesta om vertrouwen te hebben in de menselijke natuur, zelfs als ik angstig ben. Ik geloof dat dit geldt voor iedereen die zich midden in een afkickperiode van psychofarmaca bevindt (of in welke strijd dan ook!).
Ik had de manier waarop mijn leven zich heeft ontwikkeld niet kunnen voorspellen of plannen. En dat is wat het proces van herstel van de psychiatrie uiteindelijk zo bevrijdend heeft gemaakt: omdat ik nu kan vertrouwen op het op zichzelf ongemakkelijke proces van mens-zijn, voel ik niet langer de behoefte om ertegen te vechten, en kan ik ophouden met proberen het te begrijpen en te ontleden en het te beheersen door alles te willen uitdokteren. Het heeft me in staat gesteld om mezelf, mijn geest en mijn emoties te accepteren, zelfs op mijn moeilijkste dagen, omdat ik nu weet dat niets blijvend is. Het maakt me tot iemand met een actieve rol in mijn leven, in plaats van tot de passieve ontvanger ervan. (Dat is tenslotte wat de psychiatrie me al die jaren heeft geleerd te geloven, toen ze me vertelde dat ik een hersenziekte had waar ik geen controle over had). Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar het nieuwe leven waarin ik me bevind na de psychiatrie is zowel door mij als ondanks mij ontstaan.
Terwijl ik in deze stoel zit, iets meer dan drie jaar vrij van psychotrope medicatie en mijn identiteit als “geesteszieke”, schrijf ik deze woorden in verbinding met mijn innerlijke geest, die de psychiatrie nooit heeft kunnen doven, hoezeer ze me ook gedrogeerd heeft of me van mezelf heeft losgekoppeld. Dagelijks voel ik vreugde en pijn en alles daartussenin. Het is puur en betekenisvol. Ik ben verliefd op het leven – zelfs op de moeilijkste dagen, die meer dan zelden voorkomen. En net zoals ik ooit de verschuiving maakte van angst naar nieuwsgierigheid naar het onbekende, ben ik in het afgelopen jaar verschoven van nieuwsgierigheid naar opwinding over alles wat komen gaat. Hoewel ik me nog steeds overweldigd voel door het dagelijkse leven – door alle zintuiglijke prikkels, de intense gedachten en emoties die naar boven zijn gekomen sinds ik medicijnvrij ben, de incidentele paranoia over hoe anderen om me heen me zien, en de betekenisvolle connecties met mensen van over de hele wereld die vergelijkbare worstelingen hebben doorstaan – is het een type overweldiging dat ik tegenwoordig juist bevredigend vind in plaats van uitputtend.
Mijn lichaam is behoorlijk aan het herstellen. Ik voel dat mijn metabolisme bijna terug is op het punt waar het altijd al had moeten zijn. Mijn menstruatiecyclus keerde afgelopen voorjaar terug na twee en een half jaar te zijn verdwenen bij het afbouwen (ik ben ook aan het genezen van twaalf jaar anticonceptiepil, waar ik afgelopen voorjaar mee ben gestopt, maar dat is een heel ander verhaal). Mijn seksuele functie, die volledig verdwenen was toen ik medicijnen nam, is teruggekeerd. Hoewel mijn schildklier nog steeds beschadigd is door lithium, ben ik in staat geweest om over te schakelen van synthetisch schildklierhormoon naar natuurlijke varkens thyroid, wat voor mij al een stap in de goede richting is. Mijn bijnieren zijn nog steeds niet op orde, maar ik heb er vertrouwen in dat ze zichzelf zullen blijven verbeteren naarmate ik beter weet wat mijn lichaam aan voedingsstoffen nodig heeft en hoe ik beter met stress om kan gaan. Ik merk dat mijn verschillende systemen nog steeds aan het ontgiften zijn van al die jaren van psychoactieve chemicaliën, maar ik heb het voorrecht en het geluk dat ik schoon, organisch en onbewerkt voedsel kan eten. Het belangrijkste is misschien wel dat ik me voor het eerst voldoende verbonden voel met mijn lichaam om er goed voor te kunnen zorgen, en om te geloven dat het de moeite waard is om er goed voor te zorgen.
Mijn geest wordt met de dag helderder en scherper. Ik voel me creatiever dan ooit tevoren (nog maar een paar jaar geleden was het schrijven van een stuk een kwellend, uitputtend, geforceerd proces van mentale manipulatie; vandaag, als ik klaar ben om te schrijven, heb ik het gevoel dat ik recht vanuit het diepst van mijn hart kan putten). Nog maar een paar jaar geleden was ik niet in staat om woorden op een bladzijde in mij op te nemen; dit is in de loop der tijd langzaam beter geworden en ik geniet weer van het lezen. Hoewel ik nog steeds met geheugenproblemen worstel, heb ik vertrouwen in de plasticiteit van mijn hersenen en geloof ik dat mijn cognitieve processen mettertijd beter zullen worden. Dagelijkse simpele taken en boodschappen voelen niet meer verlammend zoals vroeger. Als ik plannen maak met anderen, kan ik me daar vandaag aan houden, niet langer gehinderd door sociale angst, zoals nog maar een jaar of twee daarvoor het geval was. In feite kijk ik er meestal naar uit om met anderen op te trekken – dat zou ik een paar jaar geleden nooit geloofd hebben!
Door alles wat er na de psychiatrie in mijn leven is gebeurd, heb ik meer vertrouwen in mezelf en in het vermogen van ieder mens gekregen om zich te helen en te transformeren dan ooit tevoren. Met hoeveel onderdrukking, ontmenselijking en hopeloosheid we ook te maken kregen, ik geloof er ten diepste in dat we onszelf kunnen herwinnen en een zinvol en tevreden leven kunnen creëren. De meest cruciale eerste stap is gewoon hoop hebben dat het mogelijk is; inderdaad, alles wat iemand nodig heeft om een begin te maken is slechts een sprankje hoop. Hoewel ieders pad anders is en iedereen verschillende stressfactoren, verantwoordelijkheden, obstakels en toegang (of gebrek daaraan) tot ondersteuning heeft, is er een zaadje voor transformatie in ieder van ons geplant – dat geloof ik. Het is mijn hoop dat naarmate de tijd verstrijkt en meer en meer mensen beginnen te ontwaken uit de psychiatrische onderdrukking, onze gemeenschappen beter in staat zullen zijn om te voorzien in de behoeften van en steun aan mensen die van de psychische medicijnen afkomen. (Hier, in de omgeving van Boston, zijn we ons eigen netwerk van wederzijdse ondersteuningsgroepen begonnen. Als je er een wilt beginnen in je eigen gemeenschap, ben je meer dan welkom om onze introductie en groepsindeling te gebruiken, die je hier kunt vinden onder ‘Coming off psych drugs’)
Terwijl ik hier zit en deze woorden schrijf, kijk ik uit over een oceaan die mij heeft zien opgroeien, op het randje van mijn dood heeft zien komen, en weer heeft zien uitgroeien tot een nieuw leven, en ik ben onder de indruk van de gedaantewisseling die mensen kunnen meemaken, en van de niet te beschrijven, onvoorspelbare, adembenemende aard ervan.
Normaal gesproken voel ik me er niet prettig bij om “u”, de lezer, direct aan te spreken, maar iets dwingt me er vandaag toe, en daarom heb ik besloten om het te doen. Als je daarbuiten bent en je bevindt je in de greep van het afkicken van psychiatrische pillen, hou dan vol. Als gedachten je overvallen over je waardeloosheid, de zinloosheid om door te gaan, de noodzaak om op te geven, de verspilling van een leven dat je hebt geleefd in de greep van de psychiatrie, de last die je bent voor de mensen om je heen, of een van de ontelbare giftige verhalen die ons kunnen overmeesteren als we vechten voor psychiatrische bevrijding, herinner jezelf er dan aan dat deze gedachten, hoewel ze misschien buiten je controle liggen, niet jouw waarheid hoeven te zijn. Voor mij zijn ze te begrijpen als manifestaties van angst, een angst die me grotendeels is ingeprent door de psychiatrie: een angst voor jezelf, voor je gevoelens, voor je geest. Vandaag weet ik dat ik niets heb om bang voor te zijn, en dit is voor mij de dagelijkse werkelijkheid van psychiatrische bevrijding.
Als je al maanden, of zelfs jaren, geen psychiatrische medicatie meer gebruikt en je verliest de hoop omdat je nog geen meetbaar bewijs hebt gezien van je heling, hou dan vol. Ongetwijfeld vinden er veranderingen in je plaats waar je je alleen nog niet bewust van bent geworden. Herinner jezelf eraan dat onze hersenen en lichamen ongelooflijk sterk, veerkrachtig en plastisch zijn. Ze kunnen genezen van een enorm trauma. Voor mij was het een cruciaal onderdeel van mijn ontwenningstocht dat ik erop ging vertrouwen dat genezing mogelijk was, zelfs als daar geen bewijs voor leek te zijn. Ik moest gewoon geloven dat ik mijn leven kon terugvorderen van psychiatrie, ook al begreep ik absoluut niet hoe ik dat moest doen. Een tijd lang kon ik niet in mezelf geloven omdat ik me te hopeloos voelde; wat ik in plaats daarvan deed, was kijken naar de verhalen van anderen die deze ervaring voor mij hadden meegemaakt en het overleefd hadden. Van de vele mensen die me geïnspireerd hebben, zijn Monica Cassani van Beyond Meds, Matt Samet, en David Webb met stip bovenaan te plaatsen. Ik hield vertrouwen in verhalen als deze, totdat ik eindelijk in staat was om dat vertrouwen in mezelf te hebben. (Ik schreef hier meer diepgaand over in een eerdere post).
Heraclitus, een Griekse filosoof, zei ooit: “Geen mens stapt ooit twee keer in dezelfde rivier, want het is niet dezelfde rivier en het is niet dezelfde mens.” Ik ben twee keer verdronken in de rivier van mijn leven, mijn hele wezen was bijna vernietigd, eerst door de psychiatrie, en daarna door het afkicken van de psychofarmaca. Ik spartelde en greep wanhopig naar alles wat ik kon om te blijven drijven, water inslikkend, lucht verliezend, de hoop verliezend. Ik voelde me zwak, machteloos, broos, breekbaar, overtuigd dat er geen uitweg was. Overweldigd door mijn lijden, voelde ik me totaal niet in staat om enige vorm van verandering te bedenken, of om licht te zien aan het eind van de tunnel. De tunnelvisie vol angst en lijden maakte het voor mij bijna onmogelijk om het leven als iets anders dan hopeloos te zien.
Thans zijn die rivier en ik, zoals Heraclitus zei, beiden in ander vaarwater terechtgekomen. Het leven stroomt nog steeds sterk en vangt me soms in zijn golven en getijden, maar ik functioneer er anders in, en het is anders om me heen. De wateren van het psychiatrisch trauma en de daaropvolgende genezing zijn onstuimig geweest, hebben mijn wezen tegen de rotsen geslagen en me soms onder water geduwd tot het punt van verstikking, maar door te leren hoe ik moet drijven in plaats van tegen de stroom in te beuken, ben ik gegroeid en versterkt en heb ik mijn Zelf teruggewonnen, en daardoor zijn de wateren om me heen aanzienlijk tot rust gekomen. De tijd zelf heeft die wateren tot rust gebracht, en zal dat nog steeds blijven doen. Terwijl ik deze woorden schrijf en uitkijk over de rollende, zich herhalende golven voor me, word ik eraan herinnerd dat de enige constante in mijn leven verandering is. Groei. Metamorfose. Nooit meer zal ik me een gevangene van mijn lijden voelen, hoe groot of hoe permanent het ook mag lijken. Niets over wie ik ben of hoe ik me voel of wat ik geloof over mezelf is in steen gebeiteld, en dit, voor mij, is waar psychiatrische bevrijding allemaal om draait.
Vijf jaar later
Laura is mede-oprichter en uitvoerend directeur van het Inner Compass Initiative en The Withdrawal Project, die als doel hebben om veilige ruimtes te creëren voor mensen om met elkaar in contact te komen en de mogelijkheid te bieden om te leren over en begeleid te worden bij het proces om uit de geestelijke gezondheidszorg te stappen en af te kicken van psychiatrische middelen.
De passie die ze voelt voor de missie en visie van ICI komt voort uit de veertien jaar die ze heeft doorgebracht verdwaald in de geestelijke gezondheidszorg en de reis die ze heeft gemaakt sinds 2010, toen ze ervoor koos om haar identiteit van “geesteszieke” en de verschillende behandelingen die daarmee gepaard gingen achter zich te laten, en geleidelijk aan begon met het opnieuw ontdekken van en in contact komen met wie ze werkelijk was. Ze leerde wat het betekent om te lijden, te worstelen en mens te zijn in deze wereld.
Sinds ze “ex-patiënt” is, schrijft en spreekt Laura over haar persoonlijke ervaringen en over de bredere sociale en politieke kwesties die in het hart van “geestelijke ziekten” en “geestelijke gezondheid” zitten. Sinds 2011 heeft ze zowel binnen als buiten de geestelijke gezondheidszorg gewerkt.
In Boston werkte ze bijna twee jaar voor een grote organisatie voor geestelijke gezondheidszorg, waar ze ondersteuning bood aan en opkwam voor de rechten van mensen in spoedeisende hulp, psychiatrische ziekenhuizen en institutionele “groepshuizen”. Nadat ze de “binnenkant” van het geestelijke gezondheidssysteem had verlaten, begon ze met het consulteren van individuen en families die hulp zochten tijdens het ontwenningsproces van psychiatrische medicatie. Laura heeft ook lezingen en workshops gegeven in Europa en Noord-Amerika, heeft hulpgroepen voor mensen in ontwenningsverschijnselen gefaciliteerd en heeft verschillende conferenties en openbare evenementen georganiseerd, zoals het Mad in America International Film Festival.
In dit interview praat James Moore van MIA Radio met Laura Delano over haar persoonlijke ervaringen met de geestelijke gezondheidszorg en wat haar ertoe bracht het Inner Compass Initiative en The Withdrawal Project mee op te richten.
Relevante links
Learn about psychiatric drug withdrawal
The New York Times – Many People Taking Antidepressants Discover They Cannot Quit
Read more about Laura’s journey into and out of the mental health system
Laura’s presentation in Alaska, 2015
Anatomy of an epidemic by Robert Whitaker
***Samengesteld uit de eerdere publicaties op Mad in America, 3 mei 2018 en Mad in America, 28 november 2013. Vertaald en samengevoegd door MitN.***
Mad in America presenteert blogs van een diverse groep schrijvers. Deze berichten zijn bedoeld als een openbaar forum voor discussie over de psychiatrie en haar behandelingen. De geuite meningen zijn van de schrijvers zelf.