80% van de bevolking wordt ergens in het leven behandeld voor een mentaal probleem – om er nadien nog slechter aan toe te zijn

Onderzoek in JAMA Psychiatry toont aan dat merendeel van de mensen ooit behandeld wordt voor een "geestesziekte" en dat hun leven verslechtert na de diagnose en behandeling

Eieren met gezichten erop die er allemaal vreemd uitzien.

Uit een nieuw onderzoek, gepubliceerd in JAMA Psychiatry, blijkt dat bijna iedereen op een bepaald moment in zijn leven wordt behandeld voor een psychische aandoening en dat hun leven in veel opzichten slechter is nadat ze de diagnose en behandeling hebben gekregen. Ongeveer 80% van de bevolking wordt opgenomen in een ziekenhuis of krijgt psychiatrische medicijnen. Na behandeling is de kans groter dat ze arm, werkloos of invalide worden en dat hun sociale contacten verslechteren.

Door Peter Simons – 23 oktober 2023

De onderzoekers concluderen dat hun resultaten “een bijdrage zouden moeten leveren aan het veranderen van ons begrip van ‘normaal zijn’ en psychische ‘stoornissen’ hebben door de stigmatiserende valse tweedeling tussen personen met en zonder een psychische aandoening in twijfel te trekken”.

Betekent dit dat de zoektocht naar biologische verschillen tussen “geesteszieken” en “normale” mensen nu eindelijk gestaakt kan worden? Het lijkt er immers op dat in principe iedereen “geestesziek” is.

Hun onderzoek ontkracht ook het idee dat geestesziekten onopgemerkt en onbehandeld blijven. Integendeel:

“De huidige bevindingen bevestigen dat burgers aandacht en behandeling krijgen voor geestelijke gezondheidsproblemen, tenminste in ontwikkelde landen met universele toegang tot gezondheidszorg, wat als bemoedigend kan worden beschouwd”, schrijven de onderzoekers.

Het onderzoek werd uitgevoerd door Lars Vedel Kessing, Simon Christoffer Ziersen en Per Kragh Andersen van de Universiteit van Kopenhagen en Avshalom Caspi en Terrie E. Moffitt van Duke University en King’s College London.

De onderzoeksgegevens kwamen uit het landelijke Deense register van contacten in de gezondheidszorg en omvatten een willekeurige steekproef onder 1,5 miljoen Denen van 1995 tot 2018. Het omvatte alle diagnoses via ziekenhuiscontacten en alle medicijnvoorschriften van ziekenhuizen, eerstelijnsgezondheidszorg of privépsychiaters – wat betekent dat dit nog steeds een te lage raming is, omdat iedereen die geen behandeling of psychotherapie in plaats van medicijnen kreeg, niet werd meegeteld.

Opgemerkt dient te worden dat deze resultaten dus mogelijk niet te generaliseren zijn naar andere landen, zoals de Verenigde Staten, met hun geprivatiseerde gezondheidszorg met winstoogmerk.

Volgens de onderzoekers was de kans dat je tijdens je leven psychiatrische medicijnen voorgeschreven kreeg 82,6% (87,5% voor vrouwen en 76,7% voor mannen). De kans om opgenomen te worden in een ziekenhuis voor psychische aandoeningen was 29,0% (31,8% voor vrouwen en 26,1% voor mannen).

Gemiddeld had de 80% die behandeld werd voor psychische aandoeningen het al moeilijk voor de behandeling: ” Bij aanvang hadden mensen met een psychische aandoening een grotere kans om werkloos te zijn of een arbeidsongeschiktheidsuitkering te ontvangen, hadden ze een lager inkomen, woonden ze vaker alleen en waren ze minder vaak getrouwd, vergeleken met controlepersonen uit de algemene bevolking,” schrijven de onderzoekers.

Maar na de behandeling werd het alleen maar erger.

Na de behandeling hadden “mensen met een psychische stoornis meer kans om nieuwe sociaaleconomische problemen te ervaren, vergeleken met controlepersonen uit de algemene bevolking”, schrijven de onderzoekers. “Tijdens de follow-up was de kans groter dat ze werkloos werden of een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvingen, een lager inkomen hadden, alleen woonden en ongehuwd waren.”

Het feit dat degenen die een diagnose en behandeling kregen achteraf slechter af waren, werd door de onderzoekers geïnterpreteerd als een ondersteuning van de “geldigheid van de diagnose en behandeling”, omdat ze concludeerden dat dit de ernst van de onderliggende geestelijke aandoening moet aangeven.

Ze gaan niet in op het idee dat behandeling de situatie zou kunnen verergeren, vooral als deze wordt gegeven voor milde symptomen of normaal menselijk leed.

Nochtans is er overvloedig bewijs dat het gebruik van antidepressiva leidt tot slechtere resultaten op de lange termijn, zelfs na controle voor de ernst van de depressie en andere factoren. De nevenwerkingen van de medicijnen leiden tot slechtere gezondheidsresultaten voor degenen die ze gebruiken en ontwenningsverschijnselen zorgen ervoor dat mensen niet kunnen stoppen.

Ook langetermijnonderzoeken naar antipsychotica laten zien dat, hoewel mensen die stoppen met de medicijnen een hoger risico lopen op terugval in de maanden na het stoppen, hun resultaten op de lange termijn beter zijn dan diegenen die de medicijnen blijven gebruiken, zelfs na controle voor ernst.

De onderzoekers gaan ook niet in op het idee van overdiagnostiek.

De reden dat bijna iedereen voldoet aan de criteria voor geestesziekten is omdat de categorieën voor geestesziekten steeds verder uitbreiden met elke nieuwe editie van de DSM. Dit is niettemin nog steeds een bron van zorg voor veel prominente onderzoekers. Allen Frances, voorzitter van de DSM-IV task force, heeft bijvoorbeeld uitgebreid geschreven over de schade van overdiagnostiek, net als Kamran Abbasi, hoofdredacteur van het medische tijdschrift BMJ.

Het weghalen van de “exclusie van rouw” in de DSM-5 leidde tot verdeeldheid, met aantijgingen dat de psychiatrie “rouw medicaliseerde”. De DSM-5 tekstherziening in 2022 ging nog een stap verder en creëerde een nieuwe geestelijke ziekte genaamd “langdurige rouwstoornis”, met criteria die aanduiden of iemand te lang of te emotioneel rouwt. Onderzoekers stellen dat normale menselijke emoties nu worden beschouwd als “ziekten” die moeten worden verdoofd met medicijnen. Onderzoekers hebben zelfs beweerd dat de categorieën in de DSM “wetenschappelijk betekenisloos” zijn.

Dit is niet de eerste studie die aantoont dat de definitie van “geestesziekte” zo breed is geworden dat bijna de hele bevolking aan de criteria voldoet. In een Nieuw-Zeelandse studie uit 2020 vonden onderzoekers dat 86% van de mensen aan de criteria voor een psychiatrische diagnose zal voldoen tegen de tijd dat ze 45 jaar oud zijn, en 85% van hen zal aan de criteria voor minstens twee diagnoses voldoen. Precies de helft (50%) van de bevolking zal op 18-jarige leeftijd aan de criteria voor een “stoornis” voldaan hebben.

***Gepubliceerd op Mad in America, 23 oktober 2023.***

Kessing, L. V., Ziersen, S. C., Caspi, A., Moffitt, T. E., & Andersen, P. K. (2023). Lifetime incidence of treated mental health disorders and psychotropic drug prescriptions and associated socioeconomic functioning. JAMA Psychiatry, 80(10), 1000-1008. doi:10.1001/jamapsychiatry.2023.2206 (Link)

Vorig artikelOnderzoek toont aan dat ultrabewerkte voedingsmiddelen bijdragen aan afname mentaal welzijn
Volgend artikelExperiment agouti-muizen toont positieve invloed voeding van moeder op genexpressie van nakomelingen aan