zaterdag 02 augustus 2025

Psychofarmaca

Waarom willen mensen psychofarmaca afbouwen? Hoe kan het dat kennis over verantwoorde afbouw en onttrekkingsverschijnselen bij voorschrijvers ontbreekt waardoor een patiënt noodgedwongen zelf een weg hierin moet zoeken? In dit artikel worden antwoorden gezocht op deze vragen.
De schrijvers van deze blog zijn allen voortrekkers binnen de ‘afbouwgemeenschap’. Voor zover zij weten, laat elk onderzoek naar psychiatrische behandeling met medicatie, of het staken ervan, zien dat verschillende mensen, verschillende dingen ervaren. Er is een scala aan uitkomsten. Hoewel het te snel stoppen met psychotrope middelen kan eindigen in onbeheersbare ontwenningsverschijnselen of een crisis, zijn er ook mensen die snel van hun medicatie afkomen, zelfs “cold turkey” zonder grote problemen. Soms zien mensen die zelf moeilijke ontwenningsprocessen doorgemaakt hebben anderen in gevaar verkeren en haasten ze zich om hen te redden vanuit een overweldigend verlangen om te helpen. Hoe kunnen we de schadebeperkende principes van 'tapering' overbrengen zonder de slechtst mogelijke uitkomsten te benadrukken en meer angst te zaaien dan goed is? Daarover gaat deze blog.
Een blog over afhankelijkheid van een voorgeschreven benzodiazepine en het bagatelliseren ervan. “Hij was niet geïnteresseerd in het onderzoek dat ik had gedaan en mijn bevindingen. Ik vond verhalen, artikelen, blogs, video's, podcasts, boeken, publicaties en mensen die zich inzetten om mensen met soortgelijke klachten als ik door de kwelling heen te helpen. Mijn arts bekeek of overdacht er niets van. Ik ervoer ontwenning en had te maken met een onttrekkingssyndroom. Mijn geval was er een schoolvoorbeeld van. Desondanks richtte mijn arts zich alleen op wat híj wist. Híj maakte zich geen zorgen.”
Onderzoekers evalueerden 60 jaar onderzoek naar ketamine en esketamine als behandeling van depressie en stellen dat van beide middelen niet kan worden aangetoond dat ze veilig en/of effectief zijn voor langdurig klinisch gebruik als behandeling van depressie of vermindering van suïcidaliteit terwijl er wel risico's zijn.
In dit artikel worden 3 mythen over ADHD ontkracht: Mythe 1: ADHD is een aangeboren en levenslange neuropsychiatrische aandoening. Mythe 2: ADHD kan betrouwbaar gediagnosticeerd worden. Mythe 3: ADHD-medicatie is een effectieve en veilige manier om ADHD-symptomen te behandelen. Het artikel is niet bedoeld om het héle onderzoeksveld aangaande ADHD te bestrijden maar enkel díe mythen waarbij onderzoek iets anders uitwijst dan wat algemeen aangenomen wordt.
Uit een onderzoek dat onlangs is gepubliceerd in PLOS One blijkt dat benzodiazepinegebruik langdurige negatieve gevolgen heeft. Volgens de deelnemers hielden symptomen zoals vermoeidheid, angst en geheugenverlies vaak minstens een jaar aan. Sommige respondenten meldden dat ze nog lang na het stoppen met het medicijn met deze nawerkingen worstelden. Verder onthulden veel deelnemers dat ze nadelige situaties in hun leven ondervonden als gevolg van hun gebruik van benzodiazepinen.
Is herstel van acathisie mogelijk? Die vraag stelt J.A. Carter-Winward zich. Zij schreef eerder een blog over haar gruwelijke nachtmerrie van door psychiatrische middelen veroorzaakte acathisie. Afgaand op de kennis (of het gebrek eraan?) van medische professionals is het antwoord ongetwijfeld 'nee'. Maar wat als zij zelf de keuze maakt om te herstellen, is er dan een kans?
Op 7 mei publiceerde JAMA Psychiatry een overzicht van de effectiviteit van antipsychotica bij kortdurend gebruik. Als je het artikel goed leest, zie je dat er helemaal geen goed bewijs is dat antipsychotica op korte termijn klinische relevantie bieden ten opzichte van placebo. Dit kan verrassend zijn voor het publiek en voor artsen die deze medicijnen voorschrijven omdat algemeen wordt aangenomen dat antipsychotica effectief zijn bij het beteugelen van acute psychotische episodes. Dit artikel laat echter zien dat er: •geen bewijs is dat het gebruik ervan bij patiënten die nog geen medicijnen gebruikten zinvol is, •geen bewijs is dat ze werken bij mensen die een vroeg stadium van “schizofrenie” hebben, en dat •zestig jaar klinisch onderzoek laat zien dat antipsychotica geen “minimaal klinisch belangrijk verschil” laten zien bij chronische patiënten. Als de schok van die conclusie eenmaal is weggeëbd, kan de deur naar een ‘best use’-model opengaan.
Seksuele Disfunctie is een erkende bijwerking van antidepressiva, met name SSRI's, tijdens en na gebruik (PSSD). Onderzoekers maakten een overzicht van het onderzoek naar deze iatrogene aandoening, formuleerden hypothesen over de oorzaak en beschreven hoe PSSD zich onderscheidt van seksuele disfunctie door depressie.